Gids voor de werkgever - Editie 2025

70 ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN Ondernemingen in moeilijkheden kunnen tijdelijke werkloosheid invoeren voor bedienden. Het gaat om ondernemingen die geconfronteerd worden met een daling in omzet, de productie of de bestellingen van 10% of een economische werkloosheid bij de arbeiders van 10% tegenover het totaal aantal uren aangegeven aan de RSZ. De daling wordt vergeleken tussen het refertekwartaal en het overeenstemmende kwartaal van één van de twee kalenderjaren voorafgaand aan de aanvraag. Zonder erkenning door de minister van werk als onderneming in moeilijkheden, moet de werkloosheid kaderen in een sectorale cao, een cao op ondernemingsvlak of een ondernemingsplan. De NAR-cao's nr. 159 en nr. 172 hebben een vereenvoudigde toegang tot het stelsel van tijdelijke werkloosheid voor bedienden ingevoerd. Deze vereenvoudiging loopt tot 30 juni 2025. Aanvragen op basis van CAO nr. 159 en 172 zullen vanaf 1 juli 2025 niet meer geldig zijn (tenzij nieuwe cao). Vanaf dan zal men opnieuw een ondernemingsplan moeten opmaken en de procedure doorlopen om bedienden tijdelijk werkloos te kunnen stellen. De tijdelijke werkloosheid kan gaan om een regeling van gedeeltelijke arbeid (met minstens 2 werkdagen per week) of een volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. De maximale duur is per kalenderjaar beperkt tot 16 weken voor een volledige schorsing en 26 weken voor een gedeeltelijke schorsing. De werkgever moet de effectieve schorsing 7 dagen vóór de aanvang melden aan de betrokken werknemers én aan de RVA (enkel mogelijk op elektronische wijze via www.socialezekerheid.be). Daarenboven dient de werkgever maandelijks een mededeling te doen van de eerste werkloosheidsdag van de maand. Ook deze mededeling dient elektronisch te gebeuren. Voor elke werkloosheidsdag ontvangt de bediende een compenserend bedrag van de RVA én een aanvullende vergoeding van de werkgever. Deze aanvullende vergoeding wordt vastgelegd in hogervermelde cao of het ondernemingsplan. In ondernemingen met arbeiders, krijgen bedienden minimaal dezelfde aanvullende vergoeding als de arbeiders. In ondernemingen zonder arbeiders hangt het bedrag af van de wijze van invoering van de werkloosheid: in geval van invoering bij cao moet men het bedrag toekennen dat de werkgever had moeten betalen als hij arbeiders had tewerkgesteld (met een minimum van 2 EUR) en in geval van invoering bij ondernemingsplan bedraagt de aanvullende vergoeding minimaal 5 EUR per dag (tenzij een individuele afwijking werd toegestaan door de Commissie ondernemingsplannen). Bij gebruik van cao nr. 172 is men een aanvullende vergoeding van 6,59 EUR per werkloosheidsdag verschuldigd (bedrag 1 januari 2025). Sinds 1 januari 2024 werd de tijdelijke werkloosheidsuitkering verlaagd van 65% naar 60% van het (begrensd) loon. Om deze verlaging te compenseren, werd er beslist dat de werknemers recht hebben op een extra aanvulling van 5,20 EUR per dag bovenop de uitkering bij tijdelijke werkloosheid, behalve bij overmacht.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3