Gids voor de werkgever - Editie 2025

61 26. Klein verlet In bepaalde omstandigheden heeft een werknemer het recht om afwezig te blijven van het werk met behoud van zijn normale loon. Dit recht wordt toegekend naar aanleiding van bepaalde familiale gebeurtenissen, voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten en in geval van verschijning voor de rechtbank. Sectoren kunnen eventueel in meer gunstige bepalingen voorzien. Reden van de afwezigheid Duur van de afwezigheid Huwelijk van de werknemer 2 dagen, te kiezen in de week van het huwelijk of de daarop volgende week[1] Huwelijk van een kind van de werknemer of van de echtgeno(o)t(e) of van de wettelijk samenwonende partner[2], van een broer of zuster, van een schoonbroer of schoonzuster, van de vader of moeder, schoonvader of schoonmoeder, van de stiefvader of stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer[3] Dag van het huwelijk Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van de echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner, van een broer of zuster, van een schoonbroer of schoonzuster van de werknemer Dag van de plechtigheid De geboorte van een kind van de werknemer zo de afstamming van dit kind langs vaderszijde vaststaat 20 dagen door de werknemer te kiezen binnen een periode van 4 maanden te rekenen vanaf de dag van bevalling. Eerste 3 dagen zijn te betalen door werkgever, overige dagen ten laste van de mutualiteit Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner van de werknemer of een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner 10 dagen, waarvan de eerste 3 dagen verplicht op te nemen zijn in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. Overige 7 dagen mag de werknemer vrij opnemen binnen het jaar na het overlijden Overlijden van een pleegkind waarvan de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner pleegouder is of was in het kader van langdurige pleegzorg 10 dagen op te nemen tijdens of na de periode van langdurige pleegzorg waarvan de eerste 3 dagen verplicht op te nemen zijn in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. Overige 7 dagen mag de werknemer vrij opnemen binnen het jaar na het overlijden Overlijden van een pleegouder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van overlijden 3 dagen op te nemen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis Overlijden van een pleegkind waarvan de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner pleegouder is in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden 1 dag op te nemen op de dag van de begrafenis

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3