53 • Voor zover de werkgever bovendien bewijst dat er geen ander privégebruik (bijvoorbeeld tijdens het weekend) wordt gemaakt van dit voertuig. De werkgever die de bedrijfswagens niet aangeeft of een foute CO2-uitstoot opgeeft, loopt voor deze kwartalen het risico aan de RSZ boven op de normale CO2-bijdrage nog een boete te moeten betalen die gelijk is aan tweemaal de verschuldigde bijdrage en intresten, dit met terugwerkende kracht. De RSZ beschikt over de lijsten met nummerplaten van de Dienst voor Inschrijving van Voertuigen die vergeleken kunnen worden met de nummerplaten die voorkomen op de DMFA-aangifte. 22. Vervoerskosten voor het woon-werkverkeer De werkgever is verplicht om tussen te komen in de kosten van het openbaar vervoer (trein, tram, bus waterbus, metro) die de werknemer maakt voor het woon-werkverkeer. TREIN De werkgevers zijn verplicht om tussen te komen in de prijs van de treinkaart. Sinds 1 februari 2009 komt de verplichte werkgeverstussenkomst overeen met een percentage van de kostprijs van de treinkaart. Deze tussenkomst wordt berekend aan de hand van een tabel met forfaitaire bedragen, naargelang het aantal afgelegde kilometers. Voor verplaatsingen met de trein is er geen minimale afstand vereist om recht te hebben op een terugbetaling door de werkgever. Voor de jaren 2025 tot 2029 zullen de vaste bedragen die in de prijslijst verschijnen verhoogd worden op basis van een formule die rekening houdt met het aanpassingspercentage door de NMBS van de prijs van de abonnementen. De stijging wordt beperkt tot 2,5%. ANDER OPENBAAR VERVOER Ook hier zijn werkgevers verplicht om tussen te komen in de kostprijs van verplaatsingen met ander openbaar vervoer zoals per bus, waterbus, metro. Sinds 1 februari 2009 bedraagt de tussenkomst door de werkgever in tram-, metro- of busabonnement 75% (behoudens sectorale afwijkingen). Vanaf 1 juli 2020 is er geen minimumafstand meer. AFWIJKINGEN VOORZIEN IN DE SECTOR Heel wat sectoren voorzien in een uitbreiding van de tegemoetkoming van de werkgever in de terugbetaling van de vervoerskosten in de trein of ander openbaar vervoer. Dit kan gaan om een lagere minimumafstand of zelfs het volledig afschaffen van de minimumafstand. Of er kan voorzien worden in een hogere tegemoetkoming in de kostprijs. In heel wat sectoren wordt de tussenkomst bepaald op basis van een percentage van de treintarieven. Wanneer deze tarieven door de NMBS/SNCB en De Lijn/TEC aangepast worden, verhoogt ook de tussenkomst voor de werkgever. Derdebetalersregeling De sector kan ook voorzien in een derdebetalersregeling waarbij de werkgever minstens 80% van de kostprijs van het treinabonnement rechtstreeks betaald aan de NMBS. De overheid financiert het restende percentage (maximum 20%). Hierdoor hoeft de werknemer zelf niets te betalen. Indien de sector niets bepaald kunnen werkgevers ook vrijwillig voorzien in een derdebetalersregeling. De tariefverhoging van de NMBS hebben ook gevolgen voor de derdebetalersregeling. PRIVÉVERVOER Voor het gebruik van privévervoer (auto, motor, bromfiets, fiets enz.) voor het woon-werkverkeer is er geen algemene verplichting om tussen te komen in de kosten door de werkgever. In vele sectoren geldt er toch een verplichte werkgeverstussenkomst als de werknemer zich verplaatst met een privévervoermiddel. Deze sectorale tegemoetkomingen gelden niet noodzakelijk voor alle
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3