Gids voor de werkgever - Editie 2025

45 Op de plaats waar men het arbeidsreglement kan raadplegen, moet een afschrift van de deeltijdse arbeidsovereenkomst met de uurroosters en de identiteit van de deeltijdse werknemers, of een uittreksel ervan, bewaard worden. De afschriften of uittreksels mogen ook digitaal bijgehouden worden. VARIABELE UURROOSTERS Er bestaat niet langer de verplichting om alle mogelijke variabele uurroosters op te nemen in een bijlage aan het arbeidsreglement. Het volstaat om een tijdskader op te nemen in het arbeidsreglement waarbij de minimale en maximale dag- en weekgrens wordt vastgelegd. De werkgever moet minimaal 7 werkdagen op voorhand de werknemer verwittigen van de gekozen uurregeling door middel van de aanplakking van een gedateerd bericht in het bedrijf dat de gekozen werkroosters vermeldt. Een sectorale cao kan een kortere kennisgevingstermijn voorzien. De in kennisstelling mag ook elektronisch gebeuren (via e-mail of via intranet) voor zover de werkgever kan bewijzen dat de werknemer(s) effectief toegang hebben via de elektronische weg. Het bericht, of een afschrift ervan, moet worden bijgehouden op de plaats waar het arbeidsreglement geraadpleegd kan worden van zodra en zolang het werkrooster van kracht is. Dat bijhouden kan zowel op papier als in elektronische vorm. Nadien moet de werkgever de documenten gedurende één jaar bewaren, gerekend vanaf de dag waarop het werkrooster niet meer van kracht was. AFWIJKINGEN Elke afwijking van het uurrooster moet onmiddellijk in een afwijkingsregister worden opgetekend. Het afwijkingsregister is een sociaal document dat 5 jaar bewaard moet worden. Afwijkingen kunnen ook worden vastgesteld door een systeem van tijdsopvolging, op voorwaarde dat: - Het systeem van tijdsopvolging voor elke betrokken werknemer de volgende gegevens bevat: - de identiteit van de werknemer; - per dag het begin en einde van zijn prestaties en zijn rustpauzes; deze gegevens moeten respectievelijk worden opgetekend op het ogenblik dat de prestaties beginnen, dat ze eindigen en bij het begin en einde van elke rustpauze; - de periode waarop de opgetekende gegevens betrekking hebben; - het systeem van tijdopvolging de opgetekende gegevens bijhoudt gedurende de betrokken periode en dat zowel de deeltijdse werknemer als de bevoegde ambtenaren dit kunnen consulteren; - de opgetekende gegevens worden bewaard zoals voorgeschreven; - de vakbondsafvaardiging in de mogelijk gesteld wordt om haar bevoegdheden uit te oefenen met betrekking tot het systeem van tijdsopvolging en de opgetekende gegevens. WEKELIJKSE MINIMUMDUUR Een deeltijdse werknemer moet per week minstens 1/3e presteren van de normale wekelijkse arbeidsduur van de voltijdse werknemers die in de onderneming tot dezelfde categorie behoren. Indien er in de onderneming geen voltijdse werknemers zijn, moet de werkgever zich richten naar de wekelijkse voltijdse arbeidsduur in de sector. In bepaalde gevallen worden afwijkingen toegestaan op de 1/3e regel bijvoorbeeld voor werknemers met vaste dagprestaties van minimaal 4 uren en waarbij volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn: - De prestaties moeten verricht worden volgens een vast uurrooster, dat vermeld is in de arbeidsovereenkomst en het arbeidsreglement;

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3