CLB Nieuws september / oktober 2022

Externe Preventie In de beginfase van de Corona-epidemie hebben we in ons CLB Nieuws het verschil tussen een bacterie en een virus al eens uit de doeken gedaan (CLB Nieuws editie mei – juni 2020). In de opsomming van virale ziektes hebben we toen ook pokken vermeld. Apenpokken waren destijds nog geen issue. Maar, zoals Bredero al zei, ‘het kan verkeren’. In dit artikel willen we enerzijds wat meer uitleg geven over deze apenpokken (Wat is het? Waar komt het vandaan? Is het gevaarlijk? Wat kunnen we ertegen doen?). Anderzijds willen we wat dieper ingaan op de recente evolutie van de ons al zo vertrouwde Coronapandemie. Zijn we ervan af of moeten we volgende winter weer het ergste vrezen? En wat met de boosterprik die er voor dit najaar staat aan te komen? Is die nuttig en nodig, of laten we hem liever aan ons voorbijgaan? Zoals duidelijk zal worden: het ene virus is inderdaad het andere niet. HET ENE VIRUS: APENPOKKEN OF MONKEYPOX Begin mei van dit jaar werden we door de media opgeschrikt met wat weer eens een nieuw virus leek te zijn. De schrik voor een volgende pandemie zat er bij een aantal mensen al snel in. Zonder de ernst van de ziekte en van de epidemie te willen minimaliseren, moeten we toch wat nuanceren. Het betreft hier geen nieuw virus. Het virus dat apenpokken veroorzaakt is al meer dan 60 jaar bekend. Reeds in 1958 werd het ontdekt bij proefapen. In 1970 werden dan de eerste gevallen bij mensen waargenomen. De laatste tientallen jaren zijn er regelmatig kleine uitbraken genoteerd. De meeste gevallen deden zich in het verleden voor in Centraal- en West-Afrika of bij Apenpokken en Corona: het ene virus is het andere niet reizigers naar deze gebieden. Meestal betrof het mensen die via dieren besmet geraakt waren, maar af en toe doken er ook gevallen op van overdracht van mens op mens (zorgverleners of familieleden). Het virus, dat verwant is met het pokkenvirus dat we vroeger bij de mens aantroffen, kan het lichaam binnendringen via kleine huidwondjes, via de luchtwegen en/of de slijmvliezen. Overdracht van mens op mens gebeurt niet zo gemakkelijk als bij het ons welbekende Coronavirus. Een nauw contact is vereist; dit kan zowel direct lichamelijk contact zijn (via wondjes en lichaamsvloeistoffen of via kledij en linnengoed van een besmet persoon) of via de ademhaling (zoals bij Covid). Het verschil met een Covidbesmetting is dat het contact hier al langdurig en intens moet zijn. Het merendeel van de gevallen die in de huidige epidemie worden vastgesteld werden veroorzaakt door seksueel contact. Het risico voor de algemene bevolking is niet erg hoog in te schatten. Het risico verhoogt bij meerdere seksuele partners. Het hoogste risico stelt men vast bij mannen die seks hebben met meerdere andere mannen. De risicocontacten worden in drie groepen ingedeeld: zeer risicovolle, hoog-risico- en laagrisico-contacten. Contacten worden als zeer risicovol bestempeld als er seksuele activiteit mee gemoeid is of als het langdurig en intensief huidcontact (ook niet seksueel) heeft plaatsgevonden terwijl één van de partijen huiduitslag had. Personen die in hetzelfde gezin of omgeving van een besmet persoon leven, personen die kleding, beddengoed, handdoeken e.d. gebruikt hebben die van een besmet persoon komen, worden als hoogrisico contact ingedeeld. Hetzelfde geldt voor zorgverleners die onvoldoende persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt hebben terwijl ze een besmet persoon verzorgden. Alle andere contacten met een besmette patiënt (collega’s, toevallige contacten, …) worden als laag risico gecatalogeerd. Na een incubatieperiode (de tijd die verloopt tussen besmetting en eerste symptomen) van 5 dagen tot 3 weken manifesteert de ziekte zich meestal met wat algemene, griepachtige symptomen: koorts, hoofd- en gewrichtspijn, vermoeidheid, gezwollen klieren, … Na enkele dagen verschijnen er, eerst op de plaats van infectie en later ook op andere delen van het lichaam, huidletsels. Men zou het een beetje kunnen vergelijken met wind- of waterpokken, met dit verschil dat de letsels in geval van apenpokken zich meestal (maar niet altijd) allemaal in hetzelfde stadium bevinden. Na een tweetal weken zijn de letsels voor het merendeel ingedroogd en zal de gevormde korst afvallen. Naast het typisch voorkomen van de ziekte bestaan er ook afwijkende verschijningsvormen: slechts één of zelfs geen huidletsel, asymptomatische infecties, … 18

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3