CLB Nieuws november / december 2022

Alternatief verlonen deel 9: de bedrijfswagen (vervolg: elektrische wagens) 1. De solidariteitsbijdrage Voor voertuigen met elektrische aandrijving wordt vanaf 1 januari 2022 de maandelijkse solidariteitsbijdrage berekend als volgt: € 20,83 x 1,3525. Vanaf 1 januari 2022 bedraagt de minimum solidariteitsbijdrage voor elektrische wagens bijgevolg € 28,17 per maand. Een verhoging van de minimumbijdrage is voorzien op 1 januari 2025, op 1 januari 2026, op 1 januari 2027 en op 1 januari 2028. Deze verhogingen zullen niet gelden voor de voertuigen aangekocht, gehuurd of geleased vóór 1 juli 2023. Nog steeds is de bedrijfswagen zeer populair als alternatieve verloningsvorm. Het ter beschikking stellen van een bedrijfswagen levert immers voordelen op voor zowel de werkgever als de werknemer. In de vorige editie bespraken we de regelgeving rond de benzine- of dieselwagens en de plug-in hybride voertuigen. In deze editie vindt u een overzicht van de regelgeving rond de elektrische wagen, namelijk: 1. De solidariteitsbijdrage; 2. Het voordeel van alle aard (fiscaal); 3. De fiscale aftrekbaarheid van de autokosten; 4. Laadstations en laadpunten en de (terug)betaling door de werkgever. 2. Het voordeel van alle aard Aangezien elektrische wagens geen CO2 uitstoten, stemt het voordeel van alle aard overeen met het wettelijke minimumbedrag, gelijk aan € 1.400 (inkomstenjaar 2022) per jaar. Alle andere voordelen die verbonden zijn aan het gebruik van de elektrische wagen, zoals de installatie van de laadpaal bij de werknemer thuis of de terugbetaling van deze installatie die aanvankelijk door de werknemer werd gedaan, het gebruik van de laadpaal in de lokalen van de werkgever, de verbruikte elektriciteit (indien de laadpaal enkel voor het bedrijfsvoertuig wordt gebruik) en de laadkabel, zijn uitgesloten van het loonbegrip zodat er geen bijkomend voordeel van alle aard moet worden bepaald. Wanneer de laadpaal meer dan 4 jaar oud is, zal een eigendomsoverdracht naar de werknemer ook geen bijkomend belastbaar voordeel met zich meebrengen. Indien de werknemer zou verhuizen of uit dienst gaan binnen de 4 jaar zal wel rekening gehouden moeten worden met de werkelijke restwaarde. Indien de werknemer evenwel een bijdrage aan zijn werkgever moet betalen voor het gebruik van de oplaadpaal, dan mag die bijdrage in voorkomend geval als een eigen bijdrage van de werknemer worden aangemerkt die in mindering mag worden gebracht van het belastbaar voordeel van alle aard dat voortvloeit uit het persoonlijk gebruik van de ter beschikking gestelde elektrische bedrijfswagen. Wanneer de eigen bijdrage in het voordeel hoger zou zijn dan het forfaitair geraamde voordeel, mag het saldo geenszins in mindering worden gebracht van de belastbare bezoldigingen, noch van eventuele andere belastbare voordelen van alle aard en mag het evenmin worden overgedragen naar een volgend jaar. 4 Sociaal Secretariaat

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3