TWEEMAANDELIJKS Mei I Juni 2024 CONSULT Federal Learning Account: stand van zaken ACADEMY Opleidingen in de kijker SOCIAAL SECRETARIAAT Studentenarbeid: enkele aandachtspunten
Infomagazine Mei I Juni 2024 4 Overgangsmaatregelen Vlaamse DGV oudere en laaggeschoolde jonge werknemers Als je gevestigd bent in het Vlaams Gewest, kan je voor de aanwerving van laaggeschoolde jongeren of van oudere werknemers, een vermindering van RSZ-bijdragen genieten. Vanaf 1 juli 2024 verdwijnen deze doelgroepverminderingen. 8Tewerkstelling van derdelanders: nieuwe regels in Vlaanderen Buitenlandse werknemers die geen onderdaan zijn van de Europese Economische Ruimte kunnen niet zomaar in België worden tewerkgesteld. Vanaf 1 mei 2024 wijzigen hieromtrent heel wat regels. In dit artikel kan je een overzicht terugvinden van de wijzigingen. 14 Het groeiend belang van fietsverzekeringen, ook voor bedrijven In een wereld waar duurzaamheid en mobiliteit steeds belangrijker worden, groeit de populariteit van fietsen gestaag. Echter brengt het bezitten van een fiets ook risico’s met zich mee. Om deze risico’s te beheren en fietsers gemoedsrust te bieden, worden fietsverzekeringen steeds relevanter. 16 Werken geeft meer dan psychische belasting: nieuwe wetgeving ergonomie op komst Uit cijfers van de VerV (de Beroepsvereniging voor Ergonomie) uit 2020 blijkt dat 57% van de Belgische werknemers aangeeft dat werkgerelateerde gezondheidsproblemen te wijten zijn aan lichamelijke klachten. INHOUD
Volg de actualiteit op de voet Zoals steeds houden we je graag op de hoogte van het laatste nieuws in het werkveld met actuele artikels van al onze divisies. Wij volgen de actualiteit voor u op de voet en bundelen ze in ons tweemaandelijks magazine. In de editie van mei / juni lees je over de nieuwe regels van het sociaal wetboek en geven we een aantal aandachtspunten mee rond studentenarbeid voor het begin van de zomer. Daarnaast gaan we dieper in op de nieuwe regels rond gecombineerde vergunningen voor buitenlandse medewerkers en geven we een stand van zaken rond de Federal Learning Account. Verder vertellen we je meer over het belang van fietsverzekeringen voor bedrijven en hoe CLB Verzekeringen je hierin kan ondersteunen. Ten slotte zetten we een aantal opleidingen in de kijker en geven we een overzicht van alle opleidingen de komende maanden. Dit om je te helpen dé opleiding voor jou te vinden! Veel leesplezier Eddy Withofs, Rohnny Peters, Christophe Peters De directie CLB Group © Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets van deze uitgave gereproduceerd, overgenomen, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt worden, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaandelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie streeft naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kan gesteld worden. VOORWOORD Inhoud www.clbgroup.be 011 31 23 41 Industrieterrein Kolmen 1085 - 3570 Alken SOCIAAL SECRETARIAAT Overgangsmaatregelen Vlaamse DGV oudere en laaggeschoolde jonge werknemers 4 Studentenarbeid 5 SOCIAAL SECRETARIAAT BEKNOPT 6 CONSULT Tewerkstelling van derdelanders: nieuwe regels in Vlaanderen 8 Sociaal Strafwetboek: verhoging sanctieniveau 3 en 4 11 Federal Learning Account: stand van zaken 12 KLANT AAN HET WOORD 13 VERZEKERINGEN Het Groeiend Belang van Fietsverzekeringen, ook voor bedrijven 14 EXTERNE PREVENTIE Werken geeft meer dan alleen psychische belasting: nieuwe wetgeving ergonomie op komst. 16 ACADEMY Opleidingen in de kijker 19 Overzicht opleidingen mei & juni 2024 20
Als je gevestigd bent in het Vlaams Gewest, kan je voor de aanwerving van laaggeschoolde jongeren of van oudere werknemers, een vermindering van RSZ-bijdragen genieten. Vanaf 1 juli 2024 verdwijnen deze doelgroepverminderingen. Er zijn wel overgangsmaatregelen voorzien: 1. OUDERE WERKENDE WERKNEMERS Voor de tewerkstelling van een werkende oudere werknemer die minstens 61 jaar is (minimumleeftijd vanaf 1 januari 2024), kan je een doelgroepvermindering bekomen indien de werknemer aan bepaalde voorwaarden voldoet. OVERGANGSMAATREGELEN Deze doelgroepvermindering verdwijnt vanaf 1 juli 2024. Als overgangsmaatregel is wel voorzien dat je nog tot uiterlijk 30 juni 2028 kan blijven genieten van de vermindering, op voorwaarde dat de werknemer minstens 62 jaar is op 30 juni 2024. Er wordt geen overgangsmaatregel voorzien voor werknemers die minstens 61 jaar zijn en jonger dan 62 jaar. De vermindering van € 600 valt dus weg vanaf 1 juli 2024. 2. OUDERE NIET-WERKENDE WERKZOEKENDEN Werf je een nieuwe werknemer van minstens 58 jaar aan die ingeschreven is bij de VDAB, kan je genieten van een volledige vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen gedurende 8 kwartalen indien de werknemer aan bepaalde voorwaarden voldoet. OVERGANGSMAATREGELEN Ook deze vermindering verdwijnt vanaf 1 juli 2024. Als de werknemer in dienst treedt vóór 1 juli 2024, dan blijf je de vermindering voor de volledige duurtijd van 8 kwartalen behouden. 3. LAAGGESCHOOLDE JONGEREN Wanneer je een laaggeschoolde jongere van minder dan 25 jaar aanwerft, kan je ook gedurende 8 kwartalen een volledige vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen krijgen indien de jongere aan bepaalde voorwaarden voldoet. OVERGANGSMAATREGELEN Vanaf 1 juli 2024 wordt de doelgroepvermindering voor laaggeschoolde jongeren afgeschaft. Is de jongere uiterlijk op 30 juni 2024 in dienst getreden, behoud je de vermindering gedurende 8 kwartalen. Overgangsmaatregelen Vlaamse DGV oudere en laaggeschoolde jonge werknemers Als zaakvoerder of HR-manager is het bijhouden van de steeds veranderende sociale actualiteit lijkt haast onmogelijk te midden van al je verantwoordelijkheden. Maar wat als we je vertellen dat er een oplossing is die perfect aansluit op jouw drukke agenda? Onze kwartaalwebinars ‘SOCIALE ACTUALITEIT’ werden ontwikkeld door onze juristen die deze wetgeving op de voet volgen. In slechts 1,5 uur bieden we jou de meest relevante informatie over sociaal-juridische wijzigingen die jouw bedrijf beïnvloeden. Onze webinars passen naadloos in jouw schema doordat ze niet alleen LIVE maar ook ON DEMAND te bekijken zijn. Interesse? Contacteer ons via academy@clbgroup.be of 011 30 50 63. 4 SOCIAAL SECRETARIAAT
Misschien wil je in de zomervakantie een student aanwerven om bijvoorbeeld de afwezigheid van jouw vaste medewerker op te vangen? Dat kan op een relatief goedkope manier. Je dient wel rekening te houden met een aantal belangrijke formaliteiten. 1. SCHRIFTELIJKE OVEREENKOMST Er moet voor elke student een schriftelijke studentenovereenkomst worden afgesloten en dit uiterlijk op het ogenblik waarop de student in dienst treedt. Tijdens de tewerkstelling moet één exemplaar van de studentenovereenkomst ter beschikking liggen op de plaats waar de student is tewerkgesteld. Na afloop van de tewerkstelling moet de overeenkomst minstens 5 jaar worden bewaard. Uiterlijk op de eerste werkdag moet de student ook een kopie van het arbeidsreglement ontvangen. Wij raden aan om hem/ haar hiervan een ontvangstbewijs te laten tekenen. 2. SOLIDARITEITSBIJDRAGE RSZ Ook voor een student moet de werkgever sociale zekerheidsbijdragen inhouden en werkgeversbijdragen betalen. Onder bepaalde voorwaarden geldt evenwel een vrijstelling van ‘gewone’ RSZ-bijdragen. Er is enkel een solidariteitsbijdrage van 8,13% verschuldigd waarvan 5,42% werkgeversbijdrage en 2,71% werknemersbijdrage. Dit voordelig RSZ-regime is alleen van toepassing indien: • er een ondertekenende studentenovereenkomst is; • de student gedurende maximum 600 uren per kalenderjaar (vanaf 1 januari 2023) werkt; • de student werkt tijdens periodes van niet-verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstellingen. 3. MAXIMUMDUUR EN MAXIMUM TOEGELATEN UREN Een studentenovereenkomst kan worden gesloten voor een maximum ononderbroken duur van ’12 maanden – 1 dag’. Studenten die al 12 maanden ononderbroken bij eenzelfde werkgever tewerkgesteld zijn, kunnen met dezelfde werkgever geen studentenovereenkomst meer sluiten. Gedurende maximum 600 uren per kalenderjaar kan een student werken onder het RSZ-gunstig regime. De teller wordt op 1 januari van elk kalenderjaar opnieuw op nul gezet en dit ongeacht of de overeenkomst het kalenderjaar overschrijdt. Enkel effectief gewerkte uren worden van het contingent afgetrokken. Feestdagen, betaalde ziektedagen en andere betaalde dagen worden niet aangerekend. Vanaf 600 uren zijn de normale sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd, ongeacht of de student bij één of meer werkgevers is tewerkgesteld. Daarom is het belangrijk dat je het contingent van de student kan opvolgen. Op het ogenblik dat je een student aanwerft, vraag je dus best aan de student Studentenarbeid om je een attest met het openstaande contingent te bezorgen. De student kan zijn saldo steeds nagaan via de student@workapp of via de website student@work. 4. DIMONA-AANGIFTE Het voordelig studentenstatuut wordt gekoppeld aan een tijdige Dimona-melding. De Dimona-aangifte moet gebeuren uiterlijk op het ogenblik waarop de student prestaties begint te leveren. Bij een laattijdige Dimona-aangifte is er geen recht op de verminderde RSZ-bijdragen. Bovendien stelt een werkgever die geen, een niet-correcte of een laattijdige Dimona-aangifte doet, zich bloot aan een sanctie van niveau 4: ofwel een gevangenisstraf van 6 maanden tot 3 jaar en/of een strafrechtelijke geldboete van € 4.800 tot € 48.000 ofwel een administratieve geldboete van € 2.400 tot € 24.000. Wanneer de inbreuken met opzet werden gepleegd, kan ook een exploitatieverbod, beroepsverbod of bedrijfssluiting worden opgelegd. 5 SOCIAAL SECRETARIAAT
Uitstel verplichte elektronische aanwezigheidsregistratie PC 121 De invoering van de verplichte aanwezigheidsregistratie in PC 121 wordt uitgesteld tot 1 september 2024. In oktober, november en december 2024 zullen de bevoegde inspectiediensten gebruikers helpen om aan de nieuwe wetgeving te voldoen. Tot en met 31 december 2024 worden er geen boetes opgelegd, tenzij er fraude wordt vastgesteld. De elektronische aanwezigheidsregistratie via de RSZ-applicatie “Checkinandout@work” wordt verplicht voor ondernemingen die schoonmaak- of onderhoudsactiviteiten uitvoeren voor een opdrachtgever, die werken in onroerende staat uitmaken en waarvoor een “Aangifte van werken art. 30bis” moet worden gedaan aan de RSZ. Sinds 1 januari 2024 moeten alle schoonmaakwerken worden aangegeven, ongeacht het bedrag van de werken. Stijging GGMMI vanaf 1 april 2024 Op 1 april 2024 werd de tweede stap gezet in de geleidelijke verhoging van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI). Door een verhoging van het minimumloon met € 35,70 bruto per maand bedraagt het nieuwe gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen nu € 2.029,88. De kosten van deze nieuwe verhoging worden gedeeltelijk gecompenseerd door de federale regering. De compensatie voor de werkgever vindt plaats via de verhoging van de zeer lage loongrens in de structurele vermindering. De werknemer houdt door een aanpassing van de sociale en fiscale werkbonus netto meer over van de verhoging. Flitscontroles in de horecasector in juni 2024 De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) heeft aangekondigd dat de inspectiediensten in de maand juni 2024 flitscontroles zullen uitvoeren in de horecasector. Deze aangekondigde flitscontroles hebben voornamelijk een informatief en preventief karakter en worden daarom op voorhand gepubliceerd op de website van de SIOD. Dit neemt echter niet weg dat de inspectiediensten, bij vaststelling van zwaarwichtige inbreuken, ook tijdens deze flitscontroles kordaat kunnen optreden en indien nodig verbaliseren. De gewone, onaangekondigde controles zullen uiteraard onverminderd blijven doorgaan en zware sociale fraude zal streng worden aangepakt. De SIOD stelt ook een specifieke checklist voor de horecasector ter beschikking. Deze checklist geeft een handig overzicht van de voornaamste documenten die de inspectiediensten bij een controle kunnen opvragen. Dit betekent echter niet dat de inspectie niet het recht heeft om zich ook andere documenten, die zij noodzakelijk achten voor het onderzoek, te laten voorleggen. 6 SOCIAAL SECRETARIAAT
Fietsvergoeding: RSZ aanvaardt een maximum van € 3.500 per jaar Sinds 1 januari 2024 mag aan de werknemers die regelmatig met de fiets naar het werk komen een fietsvergoeding worden toegekend van maximum € 0,35 per kilometer (vrij an RSZbijdrage en belastingen). Het plafond op jaarbasis van € 2.500 werd door de RSZ intussen verhoogd naar € 3.500 per jaar. Voor de aanpassing op fiscaal vlak wachten we nog op de officiële bevestiging in het Belgisch Staatsblad. Aanpassing RSZ-forfaits kledijvergoeding vanaf 1 januari 2024 De RSZ heeft een aanpassing gepubliceerd van de maximale kostenforfaits in verband met werkkledij. Vanaf 1 januari 2024 aanvaardt de RSZ onder bepaalde voorwaarden de toekenning van een kostenvergoeding van € 2,08 per dag voor de aankoop van werkkledij en een kostenvergoeding van € 2,08 per dag voor het onderhoud van werkkledij. Deze forfaitaire kostenvergoeding wordt alleen aanvaard wanneer het gaat om werkkledij in de strikte zin van het woord (bijvoorbeeld overalls of veiligheidsschoenen) of om andere kledij die door de werkgever verplicht wordt opgelegd (bijvoorbeeld uniformen) en die niet als gewone stads- of vrijetijdskledij gedragen kan worden. Pensioenbonus wordt opnieuw ingevoerd vanaf 1 juli 2024 Om de mensen aan te moedigen langer te blijven werken, biedt de regering vanaf 1 juli 2024 opnieuw een pensioenbonus aan. Om hiervoor in aanmerking te komen, moeten gepensioneerden bewijzen dat ze, na de datum waarop ze vervroegd met pensioen konden, nog minstens 6 maanden hebben gewerkt. De eerste pensioenbonussen zullen worden uitgekeerd aan mensen die vanaf 1 januari 2025 op pensioen gaan. Het bedrag is progressief en kan worden opgebouwd over een periode van maximum 3 jaar: • eerste extra jaar dat wordt gewerkt na de vervroegde pensioendatum: € 3.775 netto; • tweede extra jaar dat wordt gewerkt na de vervroegde pensioendatum: € 7.550 netto; • derde extra jaar dat wordt gewerkt na de vervroegde pensioendatum: € 11.325 netto. Mensen die hun loopbaan met 3 jaar verlengen, zullen dus recht hebben op in totaal € 22.650 netto. Voor werknemers met een lange loopbaan (43 of 44 loopbaanjaren vóór ze vervroegd met pensioen kunnen gaan) bedraagt de pensioenbonus € 11.325 vanaf het eerste extra werkjaar en € 33.975 netto na 3 jaar. Op die manier wil men de mensen belonen die een volledige loopbaan van 45 jaar aan het werk blijven. 7 SOCIAAL SECRETARIAAT
Buitenlandse werknemers moeten een arbeidskaart of een gecombineerde vergunning bekomen 8 CONSULT
Tewerkstelling van derdelanders: nieuwe regels in Vlaanderen Buitenlandse werknemers die geen onderdaan zijn van de Europese Economische Ruimte (EU + Liechtenstein, Noorwegen en IJsland), kunnen niet zomaar in België worden tewerkgesteld. In de meeste gevallen moet de werknemer een arbeidskaart of een gecombineerde vergunning bekomen. Vanaf 1 mei 2024 wijzigen hieromtrent heel wat regels. In dit artikel kan je een overzicht terugvinden van de wijzigingen. SITUERING Indien het een tewerkstelling van meer dan 90 dagen (binnen een periode van 180 dagen) betreft, dan moet de werkgever voor deze werknemer een gecombineerde vergunning aanvragen. Betreft het een tewerkstelling van minder dan 90 dagen, moet er een arbeidskaart worden aangevraagd. Met de wijzigingen vanaf 1 mei 2024 wil men zowel buitenlandse werknemers blijven aantrekken (vooral voor knelpuntberoepen), als bepaalde regels verstrengen om fraude en misbruik te voorkomen. VACATURES Eén van de voorwaarden om een arbeidskaart of gecombineerde vergunning te bekomen, is het arbeidsmarktonderzoek. Dit houdt in dat een werkgever in Vlaanderen slechts een buitenlandse werknemer tewerk mag stellen als het niet mogelijk is om binnen een redelijke termijn, onder de werknemers die al op onze arbeidsmarkt aanwezig zijn, iemand te vinden die, al dan niet na het volgen van de nodige opleiding, geschikt is om de openstaande vacature in te vullen. Dit onmogelijk vinden van een kandidaat-werknemer op de lokale arbeidsmarkt dient door de Belgische werkgever (die de toelating tot arbeid aanvraagt) gestaafd te worden door bijzondere economische of sociale redenen. Vlaanderen verduidelijkt vanaf 1 mei 2024 de bovenstaande voorwaarde, door de vacatures in 4 groepen in te delen: 1. Vacatures voor hooggeschoolde profielen In Vlaanderen wordt een arbeidsmigrant gezien als hooggeschoold, indien deze persoon: • een diploma hoger of universitair onderwijs heeft behaald (minimaal kwalificatieniveau 5); • een minimaal gemiddeld bruto jaarloon van € 42.632 in België gaat verdienen (bedrag 2024). Voor hooggeschoolden jonger dan 30 jaar en verpleegkundigen is slechts 80% van dit jaarloon van toepassing. Vanaf 1 mei 2024 wordt deze lagere loongrens ook toegepast op onderwijsinstellingen, die niet-EER-leerkrachten aannemen. In deze situatie is de arbeidsmigrant vrijgesteld van een arbeidsmarktonderzoek en moet de werkgever dus niet bewijzen dat het onmogelijk is om een kandidaat-werknemer op de lokale arbeidsmarkt te vinden. 2. Vacatures voor middelgeschoolde profielen Een middelgeschoolde arbeidsmigrant, die een functie gaat uitoefenen waarvoor de minister vaststelt dat er een structureel tekort is, is eveneens vrijgesteld van een arbeidsmarktonderzoek. De minister stelde deze beperkte knelpuntberoepenlijst (29 beroepen) tweejaarlijks op. Vlaanderen verbindt zich nu om de lijst sneller te actualiseren, zodat zij beter aangepast is aan de behoeften van de arbeidsmarkt. De werkgever moet, bij de aanvraag, ook nog bijkomende elementen voorleggen, waaronder (niet-limitatief): • een uitgebreide beschrijving van de functie en het takenpakket van de arbeidsmigrant; • documenten die de kwalificatie van de arbeidsmigrant aantonen (bijvoorbeeld diploma of bewijs van beroepservaring). Tenslotte moet de arbeidsmigrant voor minstens 80% worden tewerkgesteld. Dit is echter niet van toepassing op seizoenarbeiders. 9 CONSULT
4. Overige vacatures Vlaanderen is van oordeel dat er voor de overige vacatures voldoende arbeidskrachten te vinden zijn op de Belgische arbeidsmarkt. Aanvragen voor andere dan bovenstaande functies, zullen dus worden geweigerd. 3. Vacatures op de VDAB-knelpuntberoepenlijst De VDAB beschikt ook over een knelpuntberoepenlijst, dit is een uitgebreide knelpuntenlijst (241 beroepen). Vlaanderen verbindt zich ook om deze lijst sneller te actualiseren aan de wijzigende arbeidsmarkt. Voor een arbeidsmigrant die een functie op deze lijst zou gaan uitoefenen, moet je als werkgever wel bewijzen dat je een vacature publiceerde op de website van de VDAB en EURES, gedurende minstens 9 maanden. Bijkomend ben je verplicht om een actieve bemiddeling van de vacature bij de VDAB te vragen. De vacature moet ook een minimaal kwalificatieniveau hebben, namelijk niveau 2, 3 of 4. Je moet, als werkgever, bij de aanvraag ook nog bijkomende elementen voorleggen, waaronder (niet-limitatief): • een uitgebreide beschrijving van de functie en het takenpakket van de arbeidsmigrant; • documenten die de kwalificatie van de arbeidsmigrant aantonen (bijvoorbeeld diploma of bewijs van beroepservaring). Tenslotte moet de arbeidsmigrant voor minstens 80% worden tewerkgesteld. Dit is echter niet van toepassing op seizoenarbeiders. BLAUWE KAART Een hooggeschoolde arbeidsmigrant komt, onder bepaalde voorwaarden, in aanmerking voor een bijzondere vorm van gecombineerde vergunning, namelijk de Europese Blauwe kaart. Deze regelgeving betreft een omzetting van de Europese Richtlijn 2009/50 van 25 mei 2009. Deze vergunning verschilt van de gewone gecombineerde vergunning als hooggeschoolde en brengt enkele voordelen met zich mee. Een arbeidsmigrant komt in aanmerking voor een Europese Blauwe kaart, indien deze persoon: • een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur of voor bepaalde duur van minstens 1 jaar afsluit; • een bepaald gemiddeld bruto jaarloon verdient. Voor 2024 bedraagt dit € 55.958 bruto. Vanaf 1 mei 2024 wordt het bruto jaarloon opgetrokken naar € 60.622; • een hooggeschoolde is met minstens kwalificatieniveau 6 (diploma hoger of universitair onderwijs). Vanaf 1 mei 2024 gelden de volgende nieuwigheden in het kader van de Europese Blauwe kaart: • een derdelander, die voor een werkgever in een ander EUland werkt met een Blauwe kaart, mag naar België komen voor maximaal 90 dagen (bijvoorbeeld voor vergaderingen) en heeft hiervoor geen toelating tot arbeid meer nodig; • werknemers met een Blauwe kaart kunnen hun job combineren met een onderzoeksopdracht bij een andere werkgever, zonder bijkomende formaliteiten; • een werknemer met een Blauwe kaart kan, na 12 maanden, van werkgever wijzigen, zonder dat de nieuwe werkgever een nieuwe toelating tot arbeid moet aanvragen. OVERIGE WIJZIGINGEN Vanaf 1 mei 2024 wijzigen nog enkele zaken in het kader van economische arbeidsmigratie, namelijk: • hooggeschoolden, leidinggevenden of werknemers met een Blauwe kaart kunnen hun job combineren met een onderzoeksopdracht bij een andere werkgever, zonder bijkomende formaliteiten; • werknemers die beschikken over een gecombineerde vergunning, mogen bijkomend een flexi-job uitoefenen, zonder dat voor deze flexi-job een toelating tot arbeid wordt aangevraagd; • de lijst van arbeidsmigranten die vrijgesteld zijn van toelating tot arbeid wordt aangepast, namelijk: - ‘handelsvertegenwoordigers’ wordt vervangen door ‘personen die bepaalde tijdelijke handelsactiviteiten komen verrichten die verband houden met de zakelijke belangen van de werkgever’; - uitbreiding van de lijst naar toerismepersoneel, vertalers en tolken, indien zij tijdelijk in België zijn; • de kwalificatieniveaus waaraan leidinggevenden of specialisten in het kader ‘intra company transfers’ moeten voldoen, worden versoepeld; • de Dienst Economische Migratie krijgt hulp van een controlekamer voor de behandeling van de aanvragen van toelating tot arbeid. De controlekamer gaat over tot screening van de aanvragende werkgevers, o.a. omtrent hun activiteit en financiële kredietvaardigheid. 10 CONSULT
Sociaal Strafwetboek: verhoging sanctieniveau 3 en 4 Het Sociaal Strafwetboek, dat in werking trad in 2011, brengt alle bepalingen betreffende de plichten en de bevoegdheden van de sociaal inspecteurs, de dienst administratieve geldboeten van de FOD WASO, de straffen die van toepassing zijn en de inbreuken die worden bestraft met de sancties, samen in één tekst. Dit Sociaal Strafwetboek voorziet in vier sanctieniveaus in functie van de ernst van de inbreuk: niveau 1 bestaat enkel uit een administratieve geldboete. De drie andere niveaus omvatten ook een strafrechtelijke sanctie. Een wetsontwerp past het Sociaal Strafwetboek aan om de strijd tegen sociale fraude doeltreffender te maken. In de eerste plaats worden de geldboeten voor de zwaardere inbreuken, dus deze die worden gesanctioneerd met een sanctieniveau 3 en 4, verhoogd. De geldboeten voor inbreuken van niveau 3 worden verdubbeld. Voor de zwaarste inbreuken, deze van niveau 4, worden de maximumbedragen van de penale boete en de administratieve boete met € 1.000 en € 500 verhoogd. Verder worden nog de volgende aanpassingen voorzien: 1. wanneer de (minimum)lonen niet of niet op tijd worden betaald, wordt een veel strengere bestraffing voorzien; 2. er kan een zwaardere straf worden opgelegd wanneer de regels over de kennisgeving en informatieverstrekking in geval van collectief ontslag worden geschonden; 3. het gebruik van bedreigingen en geweld tegen sociaal inspecteurs zal strenger bestraft kunnen worden. Daarnaast voorziet men in de oprichting van een onafhankelijk wetenschappelijk comité om advies te verlenen en aanbevelingen te doen voor de bestrijding van sociale fraude en sociale dumping door de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst. Deze adviezen moeten bijdragen tot de verfijning van de acties en strategieën van de inspectiediensten. OVERZICHT VAN DE VOORZIENE SANCTIENIVEAUS EN DE SANCTIES VÓÓR EN NA DE HERVORMING: (*) De bedragen van de geldboeten moeten met opdeciemen worden verhoogd, wat in de praktijk neerkomt op een vermenigvuldiging met 8. SANCTIENIVEAU STRAFRECHTELIJKE BOETE(*) ADMINISTRATIEVE BOETE(*) VOOR NA VOOR NA Niveau 1 / / € 10 - € 100 € 10 - € 100 Niveau 2 € 50 - € 500 € 50 - € 500 € 25 - € 250 € 25 - € 250 Niveau 3 € 100 - € 1.000 € 200 - € 2.000 € 50 - € 500 € 100 - € 1.000 Niveau 4 € 600 - € 6.000 € 600 - € 7.000 € 300 - € 3.000 € 300 - € 3.500 11 CONSULT
Federal Learning Account: stand van zaken Naast de wijzigingen in het opleidingsrecht van werknemers in het kader van de arbeidsdeal, namelijk een individueel opleidingsrecht en de verplichting van ondernemingen met meer dan 20 werknemers tot het opstellen van een opleidingsplan, werd er ook voorzien in een registratie van de opleiding in de ‘Federal Learning Account’. De wet van 20 oktober 2023 betreffende de oprichting van de ‘Federal Learning Account’ voorziet in de oprichting en het beheer van de account door Sigedis. DOELSTELLING De nodige actoren (o.a. de werknemers, werkgevers, Sigedis) worden in staat gesteld over informatie te beschikken die noodzakelijk is om een overzicht te bieden van het opleidingskrediet, de individuele opleidingsrekening, de gevolgde opleidingen en de sectorale aspecten van opleiding. GEGEVENS De volgende gegevens van de geregistreerde werknemers worden opgenomen in de Federal Learning Account: • de identiteit: naam, voornaam, geboortedatum en –plaats, adres en INSZ; • het arbeidsregime; • het bevoegde paritaire comité; • het registratienummer van de cao waarop het individueel opleidingsrecht of de sectorale opleidingsrechten en het opleidingskrediet eventueel zijn gebaseerd; • het aantal opleidingsdagen waarop de werknemers in het lopend jaar recht op hebben; • het aantal gevolgde opleidingsdagen, uitgedrukt in dagen of uren, en het aantal overblijvende te volgen dagen of het aantal over te dragen dagen naar het volgende jaar; • de gevolgde opleidingen en hun relevante basiskenmerken; • de openstaande actuele waarde van het opleidingskrediet uitgedrukt in dagen of uren; • het initieel totaalbedrag, het resterende bedrag, de uiterste bestedingsdatum en de betalingsgegevens van de bedragen ter financiering van de inzetbaarheidsbevorderende maatregelen. De Federal Learning Account bevat de volgende gegevens over de werkgever van geregistreerde werknemers: • de identificatiegegevens van de werkgever, met inbegrip van het ondernemingsnummer; • de bedrijfsgrootte uitgedrukt in aantal werknemers. VERPLICHTINGEN VAN DE WERKGEVER Als werkgever heb je de verplichting om de gegevens bij te werken en te registreren. Je moet o.m.: • voor elk kwartaal de tijdens dat kwartaal gevolgde opleidingen registeren, uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op het desbetreffende kwartaal; 12 CONSULT
Als jouw bedrijf meer info of ondersteuning wenst over het gebruik van de FLA, het plannen van opleidingen of het opstellen van een opleidingsplan, staan wij voor je klaar. Contacteer ons via academy@clbgroup.be of bel naar 011 30 50 63. CLB Group heeft een diepgaande expertise en een oprechte betrokkenheid bij het succes van onze onderneming Pieter Ramboer CEO House of Entertainment • de gegevens die anderen registeren of berekenen in de Federal Learning Account nakijken… Indien je, als werkgever, niet voldoet aan je verplichtingen, kom je op een lijst die Sigedis o.a. aan de inspectiediensten bezorgt. RAADPLEGING Elke werknemer zal toegang hebben tot de Federal Learning Account via www.mycareer.be. De werknemer zal bij de indiensttreding en minstens éénmaal per jaar, informatie van Sigedis ontvangen omtrent: • het bestaan van de Federal Learning Account; • de verwerkte persoonsgegevens, de doeleinden van de gegevensverwerking, de bewaringstermijn en de ontvangers van de persoonsgegevens in het kader van de Federal Learning Account; • de gebruiksmodaliteiten van de Federal Learning Account; • de stand van het opleidingskrediet. Deze gegevens worden verzonden naar de eBox van de werknemer. Indien er een e-mailadres van de werknemer beschikbaar is, zal deze informatie ook via e-mail worden bezorgd aan de werknemer. Beschikt Sigedis niet over een e-mailadres, dan zal Sigedis een document in de Federal Learning Account ter beschikking stellen en moet de werkgever dit binnen de 30 kalenderdagen aan de werknemer bezorgen. INWERKINGTREDING De wet is in werking getreden op 1 april 2024. De Federal Learning Account is momenteel reeds beschikbaar via www.federallearningaccount.be. De officiële start van de Federal Learning Account zal evenwel pas op 1 juni 2024 plaatsvinden. Hierna volgt een termijn van 6 maanden waarbinnen de werkgevers alle formele en informele opleidingen moeten registreren. 13 In mijn rol als CEO van House of Entertainment heb ik het voorrecht gehad om met verschillende bedrijven en partners samen te werken. Echter, sinds we in contact zijn gekomen met CLB Group, is onze ervaring met zakelijke dienstverlening op een nieuw niveau gebracht. OPEN EN TRANSPARANTE COMMUNICATIE Wat me meteen opviel bij CLB Group was hun toewijding aan efficiënte en transparante communicatie. Het was verfrissend om een partner te vinden die deze waarden hoog in het vaandel draagt. De communicatielijnen zijn altijd open en duidelijk, waardoor we snel kunnen schakelen en problemen kunnen oplossen zonder vertragingen. Een ander belangrijk aspect dat ik ervaar bij CLB Group, is hun vermogen om duidelijk en correct advies te geven op de momenten dat het nodig is. Dit advies kwam niet alleen op de momenten dat we erom vroegen, maar werd ook proactief aangeboden wanneer ze merkten dat we het konden gebruiken. Dit getuigt van een diepgaande expertise en een oprechte betrokkenheid bij het succes van onze onderneming. EXPERTS IN HUN VAK Het is duidelijk dat CLB Group beschikt over de juiste expertise in huis om ons te ondersteunen in verschillende aspecten van ons bedrijf. Of het nu gaat om human resources, welzijn en veiligheid op het werk of andere zakelijke vraagstukken, we hebben altijd kunnen rekenen op de kennis en ervaring van het team van CLB Group. Dit gaat verder dan alleen het leveren van een dienst; het gaat om het opbouwen van een partnerschap gebaseerd op vertrouwen, respect en wederzijdse groei. Bij CLB Group voelden we ons altijd gehoord, begrepen en ondersteund, wat heeft bijgedragen aan het succes van onze gezamenlijke projecten. Kortom, mijn ervaring met CLB Group kan worden samengevat als een voorbeeld van hoe zakelijke dienstverlening moet zijn. Efficiënte communicatie, duidelijk advies en een diepgaande expertise vormen de pijlers van deze samenwerking. Ik kan met vertrouwen zeggen dat CLB Group een waardevolle partner is gebleken voor House of Entertainment, en ik kijk uit naar verdere samenwerkingen in de toekomst. KLANT AAN HET WOORD
Fietsen bieden een milieuvriendelijk alternatief voor auto’s 14 VERZEKERINGEN
Het groeiend belang van fietsverzekeringen, ook voor bedrijven In een wereld waar duurzaamheid en mobiliteit steeds belangrijker worden, groeit de populariteit van fietsen gestaag. Fietsen bieden niet alleen een milieuvriendelijk alternatief voor auto’s, maar dragen ook bij aan een gezondere levensstijl. Daarenboven worden ze ook steeds meer aangeboden door bedrijven als een soort extra legaal voordeel. Echter, net zoals bij andere vervoersmiddelen, brengt het bezitten van een fiets ook risico’s met zich mee. Om deze risico’s te beheren en fietsers gemoedsrust te bieden, worden fietsverzekeringen steeds relevanter. BESCHERMING TEGEN DIEFSTAL Een van de meest voorkomende zorgen onder fietsers is diefstal. Fietsen zijn aantrekkelijke doelwitten voor dieven vanwege hun relatieve gemakkelijkheid om te stelen en de hoge doorverkoopwaarde van sommige (elektrische) modellen. Een fietsverzekering biedt bescherming tegen deze financiële klap door compensatie te bieden in geval van diefstal. Dit zorgt ervoor dat fietsers niet volledig opdraaien voor de kosten van het vervangen van hun gestolen fiets. Belangrijk hierbij is wel rekening te houden met de voorwaarden die de verzekeringsmaatschappij oplegt voor dekking bij diefstal. Vaak is dit afhankelijk van het type fiets (bvb. racefiets, speedpedelec,…). Deze verplichtingen kunnen gaan van verplicht type slot, tot manier van vastmaken van je fiets. Laat je hiervoor zeker goed informeren door je makelaar. DEKKING VOOR SCHADE Naast diefstal kan een fiets ook beschadigd raken door ongelukken, vallen of vandalisme. Reparatiekosten kunnen snel oplopen, vooral als er sprake is van schade aan dure onderdelen zoals frames, wielen of versnellingssystemen. Een fietsverzekering kan deze kosten dekken, waardoor fietsers zich minder zorgen hoeven te maken over de financiële gevolgen van schade. AANSPRAKELIJKHEID Fietsers zijn ook onderhevig aan aansprakelijkheid, omdat ze deelnemen aan het verkeer. Een ongeluk waarbij een fietser schade toebrengt aan eigendommen van anderen of letsel veroorzaakt, kan leiden tot juridische procedures en hoge schadevergoedingen. Een fietsverzekering kan deze aansprakelijkheid dekken, waardoor fietsers beschermd worden tegen financiële gevolgen die voortvloeien uit ongelukken. In sommige gevallen is deze dekking vervat in andere verzekeringen (bvb. BA Familiale), maar in andere gevallen of bij andere type fietsen dringt een dergelijke dekking zich op. EXTRA VOORDELEN Naast dekking tegen diefstal, schade en aansprakelijkheid, bieden veel fietsverzekeringen ook extra voordelen. Deze kunnen onder meer pechhulp onderweg, wereldwijde dekking en vergoeding voor accessoires omvatten. CONCLUSIE In een tijdperk waarin fietsen een steeds belangrijker onderdeel worden van onze mobiliteitscultuur en de fietsen steeds duurder worden, is het hebben van een fietsverzekering geen luxe, maar eerder een noodzaak geworden. De financiële bescherming die een fietsverzekering biedt tegen diefstal, schade en aansprakelijkheid kan aanzienlijke gemoedsrust bieden aan fietsers, waardoor ze zich vol vertrouwen kunnen verplaatsen. Met de toenemende beschikbaarheid en diversiteit van fietsverzekeringen, is het verstandig voor fietsers om de opties te verkennen en een beleid te kiezen dat past bij hun behoeften en budget. Laat je hiervoor zeker adviseren door een erkende makelaar, want er zijn 1001 oplossingen in deze groeiende markt. CLB verzekeringen kan je hierin uitgebreid begeleiden. Bel ons op 011 59 90 62 of mail ons op verzekeringen@clbgroup.be. 15 VERZEKERINGEN
Werken geeft meer dan alleen psychische belasting: nieuwe wetgeving ergonomie op komst. De laatste jaren lijkt het soms of werken enkel mentale, psychische of psychosociale risico’s met zich meebrengt. De artikels over burn-out, ongewenst gedrag (van welke aard dan ook), stress, psychosociale belasting e.d. zijn bijna niet bij te houden. Nochtans is een groot deel van de werkende bevolking ook nog altijd blootgesteld aan lichamelijke belasting. Uit cijfers van de VerV (de Beroepsvereniging voor Ergonomie) uit 2020 blijkt dat 57% van de Belgische werknemers aangeeft dat werkgerelateerde gezondheidsproblemen te wijten zijn aan lichamelijke klachten (bij 24% zijn stress, angst of depressie de trigger, terwijl bij de resterende 19% somatische klachten aan de basis liggen van gezondheidsklachten). Dit zijn de voornaamste risicofactoren: Deze risico’s komen in een ganse reeks van sectoren voor: van productiebedrijven over bouw, logistiek en transport tot de zorgsector. Zowel arbeiders als bedienden lopen risico. De gevolgen situeren zich over het ganse lichaam, letterlijk van kop tot teen: nek- en rugklachten, schouder-, arm en polsklachten, problemen met heupen, knieën of voeten. Bij meer dan de helft van de mensen treden er problemen op meerdere niveaus op. De wetgever heeft het dan ook nodig geacht aan deze risico’s de nodige aandacht te besteden. De wetgeving op ergonomie is natuurlijk niet nieuw. Al geruime tijd zijn er in Boek VIII (nu nog ‘Ergonomische belasting’ genoemd) van de Codex over het Welzijn op het Werk drie titels terug te vinden: over werkzitplaatsen en rustzitplaatsen, over werken met beeldschermen en over het manueel hanteren van lasten. Daar komt nu een inleidend hoofdstuk bij. In dit stuk wetgeving komen de algemene principes van ergonomisch werken en het gezondheidstoezicht aan bod. Aan de bestaande hoofdstukken wijzigt er voorlopig niets. Op het ogenblik dat we dit schrijven zit dit KB is een laatste, definitieve fase. Zolang het niet in het Staatsblad verschenen is, moeten we natuurlijk met twee woorden spreken, in de voorwaardelijke wijze schrijven. De laatste adviezen, onder andere van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (advies nr. 265), zijn gegeven en waren echter positief. Het is dus nog wachten op de publicatie. Deze wordt nog voor de zomer verwacht. In dit artikel willen we toch al, een beetje prematuur dus, toelichten wat er van dit KB te verwachten valt. RISICOFACTOREN % LANGDURIG ZITTEN 74% STAAND WERKEN 69% REPETITIEF WERKEN 61% WERKEN MET BEELDSCHERMEN 58% ONGUNSTIGE WERKHOUDINGEN 43% TILLEN 32% VERPLAATSEN VAN PERSONEN 32% 16 EXTERNE PREVENTIE
DEFINITIES Om het een en ander duidelijk te stellen worden in BoekI (Algemene beginselen), Titel 1 (Inleidende bepalingen), Hoofdstuk 4 een aantal nieuwe definities toegevoegd. In dit hoofdstuk staan momenteel 29 definities, gaande van risico, gevaar, globaal preventieplan tot werklokaal. In haar adviezen stelt de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk een aantal aanpassingen voor aan de definities zoals die zijn opgenomen in het Ontwerp Koninklijk Besluit (OKB). Wat het uiteindelijke resultaat zal zijn, weten we op dit ogenblik nog niet zeker, maar er zouden alleszins vier definities, voor volgende begrippen, aan de lijst toegevoegd worden: 30. Preventie-adviseur ergonoom: preventie-adviseur die beantwoord aan de voorwaarden bedoeld in artikel II.3-30,§1,3°. In het OKB werd daar nog aan toegevoegd ‘en die belast is met de ergonomie op de arbeidsplaats’. De Hoge Raad stelt echter voor deze toevoeging te schrappen en wil het zo mogelijk maken dat ook andere ‘specialisten’ assistentie kunnen bieden. Zij zullen dit wel altijd doen onder supervisie van de IPA of de PA-ergonoom. 31. Ergonomie: de discipline die de interacties tussen werknemers en hun werkpost bestudeert, met als doel de werkpost te ontwerpen, in te richten of aan te passen aan de fysieke, mentale, psychische en sociale kenmerken van de mens, en hen in staat te stellen te werken in optimale omstandigheden van gezondheid, veiligheid, efficiëntie en comfort. Hier maakt de Hoge Raad de opmerking dat het woord ‘discipline’ doet uitschijnen dat enkel de ergonoom hier oog voor moet hebben, terwijl het de verantwoordelijkheid van elke preventieadviseur moet zijn. Ook met het woord ‘comfort’ heeft de Raad het wat moeilijk. Ze stellen daarom voor ‘Ergonomische werkmethode’ te definieren als ‘een aanpak die ervan uitgaat dat het werk aangepast moet worden aan de mens, geëvalueerd op fysieke, mentale, psychische en sociale aspecten, en toegepast binnen verschillende welzijnsdisciplines’. 32. Musculoskeletale aandoeningen: de Hoge Raad is van mening dat het hier niet enkel gaat over aandoeningen die hun oorsprong vinden in het werk. De definitie zou moeten duidelijk maken dat het KB gericht is op het voorkomen van musculoskeletale aandoeningen of gezondheidsproblemen die veroorzaakt of verergerd zijn door werkgerelateerde risico’s. 33. Musculoskeletale risicofactoren: hoe deze definitie er precies zal uitzien blijft nog even afwachten, maar de Hoge Raad stond erop dat de definitie duidelijk moet maken dat musculoskeletale risicofactoren ook andere gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. Risico’s die hun oorsprong vinden in andere welzijnsdomeinen kunnen impact hebben op de ontwikkeling van musculoskeletale aandoeningen. NIEUWE TITEL EN NIEUWE INDELING VAN BOEK VIII Boek VIII zal inderdaad niet meer ‘Ergonomische belasting’ heten, maar als ‘Ergonomie en preventie van musculoskeletale aandoeningen’ door het leven gaan. En dit is niet zomaar een cosmetische opsmukoperatie. Er worden een aantal algemene bepalingen toegevoegd, informatie en opleiding komt aan bod en het gezondheidstoezicht wordt nader omschreven. Omdat je een ‘Boek’ in de Codex moeilijk met dit soort zaken kan eindigen, komt deze titel vóór de reeds bestaande titels. Om niet alles te moeten veranderen heeft titel 1 zijn positie moeten afgeven aan dit nieuwe stuk wetgeving, en is het verplaatst naar de laatste plaats en wordt het derhalve titel 4. De nieuwe indeling zal dus zijn: Titel 1: Algemene bepalingen over de preventie van musculoskeletale aandoeningen op het werk Titel 2: Beeldschermen Titel 3: Manueel hanteren van lasten Titel 4: Werkzitplaatsen en rustzitplaatsen De drie bestaande titels blijven onverkort behouden omdat ze de omzetting van Europese Richtlijnen in Belgisch recht omvatten. Ze worden daarom beschouwd als specifieke bepalingen die van toepassing zullen zijn ter aanvulling van de algemene bepalingen die in de nieuwe titel 1 worden ingevoerd. Deze nieuwe titel wordt op zijn beurt onderverdeeld in 3 hoofdstukken: eentje over risicoanalyse en preventiemaatregelen, eentje over informatie en opleiding voor werknemers en comitéleden en tenslotte nog een hoofdstuk over het gezondheidstoezicht. 17 EXTERNE PREVENTIE
RISICOANALYSE EN ALGEMENE MAATREGELEN De vlag dekt hier de lading, want we vinden hier o.a. terug dat de werkgever ervoor moet zorgen dat werkplekken voldoen aan de ergonomische principes en dat hij dit moet doen middels een risicoanalyse. Op basis van een niet exhaustieve lijst van zes biomechanische risicofactoren tracht men ervoor te zorgen dat de werkposten ontworpen, ingericht en aangepast zijn volgens ergonomische principes om musculoskeletale aandoeningen en andere gezondheidsproblemen te voorkomen: 1. De intensiteit van de kracht: het gebruik van bovenmatige kracht bij het uitvoeren van taken die grijpen, samendrukken, torsie, druk, vastgrijpen, tillen of laten zakken, duwen of trekken, dragen of verplaatsen inhouden. 2. Herhaling: herhaalde repetitieve bewegingen die spiervermoeidheid kunnen veroorzaken als er onvoldoende tijd is om te herstellen 3. Duur: de duur van de taak, met een verhoogd risico op letsels als er onvoldoende tijd is om te herstellen 4. Houdingen: werkhoudingen, zoals ongemakkelijke, ongunstige of statische houdingen, vooral wanneer deze houdingen langdurig of aanhoudend worden aangehouden 5. Bewegingen: werkbewegingen, waaronder bereik, hoek en snelheid van de beweging 6. Kracht van het contact: de kracht van het contact, zoals het herhaaldelijk vastgrijpen van gereedschap, of de plaatselijke druk, zoals op werkoppervlakken met scherpe of harde contactpunten Zoals altijd wordt de werkgever natuurlijk niet zelf verondersteld deze risicoanalyse uit te voeren. Hij doet hiervoor beroep op zijn of haar interne preventieadviseur en voor meer ingewikkelde dossiers op een externe preventieadviseur-ergonoom. Indien de aard van de problemen dit nodig maken, moeten ook de andere preventiedisciplines (arbeidshygiëne, psychosociale…) ingeschakeld worden. Vermits ergonomie natuurlijk niet op zichzelf staat zullen ook de andere risicofactoren van de werkpost in ogenschouw moeten genomen worden. Zeker bij de aanpassing van bestaande arbeidsposten is de inbreng van de betroffen werknemers essentieel. Zij zijn het immers die zeer goed weten waar het schoentje wringt, waar ze problemen mee ervaren. Deze risicoanalyse moet zowel voor nieuwe (primaire preventie) als voor bestaande (secundaire preventie) arbeidsposten gebeuren en ze moet op regelmatige basis herhaald worden. Deze herhaalde risicoanalyse is zeker nodig wanneer er fundamentele wijzigingen aan de arbeidspost zijn aangebracht, maar ook als de genomen maatregelen niet de verwachtte resultaten hebben. Dit laatste kan bijvoorbeeld blijken uit de resultaten van het gezondheidstoezicht of uit reïntegratiedossiers. Naast het vaststellen van de risico’s moeten er natuurlijk ook passende preventiemaatregelen voorgesteld worden. Zowel het CPB als de preventie-adviseur ergonomie spelen hierin een grote rol en moeten dan ook hun voorafgaandelijk advies geven. Zowel de resultaten van de risicoanalyse als de voorgestelde preventiemaatregelen worden opgenomen in het Globaal Preventieplan en in het Jaaractieplan. INFORMATIE EN OPLEIDING Het principe dat we zowat in alle wetgeving over veiligheid en gezondheid terugvinden is dat van informatie, vorming en opleiding. Zowel de werknemers als het comité zullen ook hier moeten geïnformeerd en opgeleid worden over de principes van het KB, over de principes van musculoskeletale risico’s dus. Er zal kennis moeten overgebracht worden die over de risico’s en de preventiemaatregelen gaat. Maar ook de rol van de hiërarchische lijn moet aan bod komen. Tenslotte zullen de betrokken partijen ook inzicht moeten hebben in ergonomische werkmethoden, in maatregelen voor gezondheidstoezicht en over de gezondheidsproblemen zelf. Weten welke musculoskeletale aandoeningen of andere gezondheidsproblemen door het werk veroorzaakt worden en hoe die te melden. GEZONDHEIDSTOEZICHT Het derde deel van het nieuwe KB handelt over het gezondheidstoezicht van werknemers die worden blootgesteld aan risico’s op musculoskeletale aandoeningen. Dat dit toezicht gebeurt in overeenstemming met de bepalingen van Titel 4 van boek I van de Codex is vanzelfsprekend. Werknemers die zijn blootgesteld aan risico’s op dit soort aandoeningen zullen dus ook onderworpen zijn aan het gezondheidstoezicht. We zullen moeten wachten tot de publicatie van het KB om te weten of er fundamentele verandering aan te pas zullen komen. WAT KAN CLB EXTERNE PREVENTIE VOOR JOU DOEN? De wetgeving zoals die op dit moment bestaat blijft bestaan maar wordt aangevuld met een aantal algemene principes. Een van de belangrijke aanvullingen is de preventieve ergonomie: als van bij het ontwerp van een installatie of een arbeidspost zal men een risicoanalyse moeten uitvoeren. Gezien dit soort analyses meestal tamelijk complex zijn is de inbreng van de preventie-adviseur ergonomie vaak onontbeerlijk. Maar ook bij de aanpassing van bestaande arbeidsposten kan zijn of haar advies van grote waarde zijn. De preventie-adviseur kan m.a.w. een grote hulp zijn bij de implementatie van de nieuwe wetgeving. Eens deze verschenen is natuurlijk. 18 EXTERNE PREVENTIE
Opleidingen in de kijker TIJDSKREDIET EN THEMATISCH VERLOF Deze opleiding biedt praktische inzichten en kennis om thematisch verlof, gemotiveerd tijdskrediet en andere relevante wetgeving effectief toe te passen binnen jouw bedrijf. Hierdoor kan je beter inspelen op de behoeften van je medewerkers en tegelijkertijd je bedrijfsvoering optimaliseren. 13/06/2024 INFO & INSCHRIJVINGEN scan deze QR-code MENTOROPLEIDING Als zaakvoerder is het van vitaal belang om een team van gedreven professionals te hebben die jouw bedrijfsvisie delen. Maar wat als je hun potentieel verder zou kunnen benutten? Door bewezen medewerkers op te leiden tot mentoren, investeer je niet alleen in hun groei, maar ook in de toekomst van jouw bedrijf. Mentoren spelen een sleutelrol in kennisoverdracht, inspiratie van teamleden en het bevorderen van een positieve bedrijfscultuur. Met enkele goede mentoren kan je informele opleidingen en learning & coaching on the job implementeren, wat je aanzienlijk veel tijd bespaart! Schrijf vandaag nog in voor onze dagopleiding, erkend door de Vlaamse Overheid! 22/05/2024 INFO & INSCHRIJVINGEN scan deze QR-code ERGONOMIECOACH OP DE WERKVLOER Ben je gepassioneerd over het welzijn van medewerkers op de werkplek? Wil je bijdragen aan een ergonomische omgeving waarin iedereen zich optimaal kan ontplooien? Dan is onze opleiding tot Ergonomiecoach echt iets voor jou! 15/05/2024 INFO & INSCHRIJVINGEN scan deze QR-code COMMERCIEEL INZICHT VOOR NIET-VERKOPERS Je bent zelf geen verkoper maar staat wel regelmatig klanten te woord? Dan is de opleiding ‘Commercieel inzicht voor niet-verkopers’ voor jou! Je ontdekt hoe je met verkoopsetiquette, klantvriendelijkheid en klantgerichtheid een positieve impact kunt creëren voor je onderneming en een betekenisvolle relatie kan opbouwen met de klant. 30/05/2024 INFO & INSCHRIJVINGEN scan deze QR-code 19 ACADEMY
OVERZICHT OPLEIDINGEN MEI & JUNI 2024 V.U.: Lynn Steukers - Industrieterrein Kolmen 1085 - 3570 Alken MEI OPLEIDING LOCATIE 2/05/2024 Interne vertrouwenspersoon HERENTALS 6/05/2024 EHBO: vorming hulpverlener ALKEN 7/05/2024 Arbeidsongevallen onderzoeken en voorkomen ALKEN 7/05/2024 Orde en netheid op de werkvloer volgens de vernieuwde Lean 6S methode (5S + Safety) ALKEN 8/05/2024 EHBO: bijscholing hulpverlener ALKEN 13/05/2024 Financieel inzicht voor ondernemers: infosessie (gratis) WEBINAR 14/05/2024 Intervisie vertrouwenspersoon ALKEN 15/05/2024 BA4: veilig werken aan elektrische installaties voor gewaarschuwde personen GEEL 15/05/2024 Ergonomiecoach op de werkvloer: draag bij aan een ergonomische werkplek ALKEN 16/05/2024 Alternatieve verloningsvormen ALKEN 17/05/2024 Interviewtechnieken bij selectie- en sollicitatiegesprekken ALKEN 22/05/2024 BA5: veilig werken aan elektrische installaties voor vakbekwame personen GEEL 22/05/2024 Asbest: eenvoudige handelingen HERENTALS 22/05/2024 Mentoropleiding ALKEN 23/05/2024 Milieuverplichtingen voor ondernemingen ALKEN 23/05/2024 De klantenzone: meer dan een communicatietool tussen u en uw externe dienst WEBINAR 23/05/2024 How to…? De Welzijnscultuur (gratis bijscholing voor de preventieadviseur) ALKEN 27/05/2024 Basisopleiding veiligheidswacht: afdalen in riolen volgens Aquafin-norm HERENTALS 27/05/2024 EHBO: vorming hulpverlener ANTWERPEN 28/05/2024 Brand: instructie brandbestrijding kleine blusmiddelen HEUSDEN-ZOLDER 30/05/2024 Commercieel inzicht voor niet-verkopers VCA BASIS ALKEN JUNI OPLEIDING LOCATIE 3/06/2024 Deconnectie ALKEN 4/06/2024 EHBO: vorming hulpverlener ALKEN 4/06/2024 Eenvoudige software op maat van uw organisatie configureren: infosessie (gratis) WEBINAR 4/06/2024 Google Ads (SEA): hoe succesvol adverteren via Google? ALKEN 5/06/2024 How to…? Risicoanalyse Chemische Agentia (gratis bijscholing voor de preventieadviseur) ALKEN 7/06/2024 EHBO: bijscholing hulpverlener ALKEN 12/06/2024 BA5: veilig werken aan elektrische installaties voor vakbekwame personen - opfrissing GEEL 12/06/2024 Opleidingen en subsidies: infosessie (gratis) WEBINAR 13/06/2024 Intervisie vertrouwenspersoon HERENTALS 13/06/2024 Tijdskrediet en thematisch verlof ALKEN 14/06/2024 Opleiding voor de dienstenchequesector ALKEN 17/06/2024 EHBO: bijscholing hulpverlener PELT 18/06/2024 EHBO: bijscholing hulpverlener ANTWERPEN ACADEMY
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3