CLB Nieuws mei / juni 2023
Interprofessioneel akkoord 2023-2024: stand van zaken Op 15 maart 2023 bereikten de sociale partners, verenigd in de Groep van 10, een akkoord over een aantal sociale maatregelen: 1 Relance-overuren Het ontwerp van akkoord voorziet in een verlenging van het stelsel van de relance-overuren tot en met 30 juni 2025. Concreet betekent dit een contingent van 120 bijkomende vrijwillige overuren, die werkgevers uit alle sectoren kunnen toepassen. Er moet hiervoor wel een schriftelijke overeenkomst worden afgesloten tussen de werkgever en de werknemer. Deze overeenkomst is geldig voor een hernieuwbare periode van 6 maanden. Voor de 120 extra overuren moet geen inhaalrust worden toegekend, geen overloon worden betaald en zij moeten niet worden aangerekend op de interne grens. Tevens zijn ze vrijgesteld van RSZ en bedrijfsvoorheffing. 2 Fiscaal voordelige overuren Overuren met overloon geven onder bepaalde voorwaarden recht op een fiscaal gunstig voordeel voor zowel de werkgever als de werknemer. Het aantal overuren met dit fiscaal gunstig voordeel is momenteel beperkt tot 180 uren per werknemer per jaar. Voorlopig geldt deze regeling tot 30 juni 2023, maar er wordt een verlenging van de regeling voorzien voor een periode van 2 jaar, dus tot en met 30 juni 2025. 3 Economische werkloosheid voor bedienden Om een stelsel van economische werkloosheid voor bedienden te kunnen toepassen, moet de onderneming erkend zijn als een onderneming in moeilijkheden. De onderneming moet gebonden zijn door een sectorale cao, een ondernemings-cao of een ondernemingsplan. De NAR-CAO nr. 159, die geldig is vanaf 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2023, voorziet in een suppletieve regeling voor de werkgevers die niet gebonden zijn door een cao of een ondernemingsplan. Deze soepelere regeling voor tijdelijke werkloosheid voor bedienden wordt met twee jaar verlengd. De toeslag van € 5,63 per dag tijdelijke werkloosheid, die de werkgever momenteel moet betalen indien hij een bediende tijdelijk werkloos stelt op basis van de NAR-CAO nr. 159, zal bovendien een aantal keren worden geïndexeerd. 4 Aanvullende pensioenen Net als in 2021 werd opnieuw gevraagd om tot 1 januari 2028 geen wijzigingen te voorzien in de fiscale en parafiscale regels met betrekking tot de aanvullende pensioenen. Op die manier wil men ervoor zorgen dat het traject tot verdere verdieping en democratisering van het aanvullend pensioen niet wordt gehypothekeerd. 5 SWT De sociale partners gaan akkoord om de bijzondere stelsels SWT onder dezelfde leeftijds- en loopbaanvoorwaarden te verlengen tot en met 30 juni 2025. Het gaat dan meer bepaald om de volgende regelingen: • SWT vanaf 60 jaar mits 40 jaar loopbaan; • SWT vanaf 60 jaar voor mensen met een zwaar beroep (35 jaar beroepsverleden); • SWT vanaf 60 jaar voor nachtarbeid, zwaar beroep of een medisch attest in de bouwsector (33 jaar beroepsverleden); • SWT vanaf 60 jaar in ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering (20 jaar beroepsverleden of 10 jaar in de sector); • SWT vanaf 58 jaar voor werknemers met ernstige lichamelijke problemen of met het statuut van mindervalide werknemer erkend door de bevoegde overheid (35 jaar beroepsverleden). Tevens werd overeengekomen om de vergoedingen, die in het kader van SWT worden betaald, te indexeren op voorwaarde dat de bijzondere werkgeversbijdrage op de bedrijfstoeslag (Decava) niet retroactief wordt toegepast en dat deze dus enkel gelden voor de nieuwe SWT’ers. Consult 9
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3