CLB Nieuws maart - april 2024

Mobiliteitsbudget: wijzigingen Een werknemer kan zijn (recht op een) bedrijfswagen inruilen voor een mobiliteitsbudget. Dit budget kan o.a. besteed worden aan een milieuvriendelijkere bedrijfswagen (pijler 1), duurzame vervoermiddelen of huisvestingskosten (pijler 2). Het restsaldo, dat niet volledig besteed is in pijlers 1 en/of 2, ontvangt de werknemer in geld (pijler 3). De wet houdende diverse fiscale bepalingen heeft een aantal wijzigingen aangebracht aan het mobiliteitsbudget, dewelke op 1 januari 2024 in werking zijn getreden. UITBREIDING TOEPASSINGSGEBIED Het toepassingsgebied wordt uitgebreid met burgemeesters, schepenen en gedeputeerden van de provincies. Bedrijfsleiders blijven nog steeds uitgesloten van het toepassingsgebied. UITBREIDING EER-BEPERKING TOT ALLE DUURZAME VERVOERSMIDDELEN Voordien werd enkel voor de biljetten van het openbaar vervoer de beperking opgelegd dat deze besteed moeten worden in België of binnen de Europese Economische Ruimte. Deze beperking werd vanaf 1 januari 2024 uitgebreid naar alle duurzame vervoersmiddelen binnen pijler 2. VERDUIDELIJKING BEDRAG MOBILITEITSBUDGET De overeenkomst betreffende de toekenning van een mobiliteitsbudget dient het initiële bedrag van het mobiliteitsbudget te vermelden. De wet verduidelijkt nu welk bedrag hiervoor in aanmerking moet worden genomen. Het bedrag wordt bepaald op basis van de total cost of ownership (TCO) d.w.z. de jaarlijkse bruto kosten van de bedrijfswagen voor de werkgever, met inbegrip van de fiscale en parafiscale lasten en de daarmee gerelateerde kosten in het kader van het bedrijfswagenbeleid, zoals de financieringskosten, de brandstofkosten en de verschuldigde solidariteitsbijdrage. Dit bedrag is onderhevig aan eventuele functieveranderingen, bevorderingen of indexeringen. KOSTEN VOOR HET BEHEER VAN HET MOBILITEITSBUDGET Tot en met 31 december 2023 maakten kosten voor het beheer van het mobiliteitsbudget deel uit van pijler 1. Deze kosten maken vanaf 1 januari 2024 deel uit van pijler 2. MINIMUM- EN MAXIMUMBEDRAGEN De minimum- en maximumbedragen moeten worden nagegaan op het moment van de bepaling van het mobiliteitsbudget, op het moment van een functieverandering of bevordering en jaarlijks op 1 januari. WETTELIJK INDEXATIEMECHANISME Er werd een wettelijk indexatiemechanisme ingevoerd met ingang vanaf 1 januari 2024. Het mobiliteitsbudget zal jaarlijks op 1 januari geïndexeerd worden op basis van de afgevlakte gezondheidsindex. Voor het jaar 2024 betekent dit dat het mobiliteitsbudget minimaal € 3.055 per jaar bedraagt en maximaal 1/5de van het bruto jaarloon van de betrokken werknemer, met een absolute maximumgrens van € 16.293. Het staat de werkgever vrij om het mobiliteitsbudget jaarlijks te indexeren op basis van bedrijfseigen regels. 11 CONSULT

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3