CLB Nieuws maart / april 2022

de C- en D bedrijven wordt tijdens het bedrijfsbezoek gekeken welke functies onderworpen zijn aan medisch toezicht. Wat de timing betreft moet dit verkennend bedrijfsbezoek voor de sectoren met minder risico’s (tariefgroepen 1 en 2) gebeuren binnen de 12 maanden na aansluiting en voor de bedrijven uit tariefgroepen 3, 4 en 5 (de zwaardere risico’s) binnen de 6 maanden na aansluiting. Wanneer het bedrijf bestaat uit verschillende vestigingen (bv. winkels, horecazaken …) of wanneer er tijdelijke arbeidsplaatsen zijn (bv. bouwwerven), dan vindt het eerste bezoek plaats op de hoofdzetel en wordt het aangevuld met een bezoek aan één of meerdere type van arbeidsplaatsen. Deze plaatsen worden door de werkgever en de interne preventieadviseur (IPA) gekozen en moeten de bedrijfsbezoeker een duidelijk beeld geven over de activiteiten en de risico’s van de onderneming. Daarna wordt er een tijdsschema opgesteld om de andere vestigingen bezoeken. Eens de samenwerking opgestart is, volgen er natuurlijk nog periodieke bedrijfsbezoeken. Ook hier verandert de regelgeving fundamenteel. Voor A, B en C+ bedrijven is de minimumfrequentie vastgelegd op 24 maanden. C- en D bedrijven moeten minstens één keer om de drie jaar bezocht worden als ze tot tariefgroep 1 of 2 horen. Kleinere bedrijven uit de tariefgroepen 3, 4 of 5 (grotere risico’s) worden ook minimaal tweejaarlijks bezocht. Ook hier is de doelstelling verschillend in functie van de omvang van de onderneming. Voor de grotere bedrijven (A, B en C+) is het doel in feite hetzelfde als dat van het verkennend bezoek: de gevaren en de risico’s identificeren en evalueren en het preventiebeleid bijsturen indien nodig. Voor de niet-PE-bedrijven moeten de periodieke bezoeken helpen het beleidsadvies te actualiseren. Deze aanpassing gebeurt niet alleen op basis van de bevindingen van het bedrijfsbezoek. Ook de (ernstige) arbeidsongevallen, de interventies van de preventieadviseur (PA) psychosociale, de resultaten die voortvloeien uit het medisch toezicht en de evaluatie van incidenten moeten helpen het beleidsadvies up-to-date te houden. Dit houdt ook in dat de lijst met de 5 prioritaire risico’s kan aangepast worden. Dit KB wijzigt ook het type bedrijfsbezoeker in functie van het type bedrijf. In principe kan elke arbeidsarts, preventieadviseur of adjunct preventieadviseur met niveau II een bedrijfsbezoek doen. De externe dienst moet de bezoeker aanpassen aan de risico’s die zich in het bedrijf voordoen: psychosociale, ergonomie, arbeidshygiëne … Een bedrijfsbezoek omvat, naast het controleren van de administratie (identificatiedocument, GPP, JAP …) een rondgang door de arbeidsplaatsen samen met de werkgever en de interne preventieadviseur (IPA). Achteraf wordt een verslag gemaakt waarin de concrete vaststellingen opgenomen worden. Indien nodig kan er beeldmateriaal aan dit verslag toegevoegd worden. Gemotiveerd beleidsadvies Het beleidsadvies is iets dat reeds enkele jaren bestaat. Wat nieuw is in dit KB is dat alle informatie die de externe dienst heeft (uit de informatieplicht, uit het verkennend bedrijfsbezoek, uit de periodieke bezoeken en uit de interventies die de dienst gedaan heeft) gebruikt moet worden om een beleidsadvies op te stellen. Het moet een dynamisch instrument zijn dat de C- enDwerkgevers moet helpen een doeltreffend preventiebeleid op maat van hun onderneming te ontwikkelen. Zoals reeds aangehaald moet dit advies snel na aansluiting gegeven worden, maar moet het ook op periodieke basis geactualiseerd worden. Dit gebeurt na de periodieke bedrijfsbezoeken, maar ook naar aanleiding van interventies van de preventieadviseurs van de externe dienst. Zoals reeds aangehaald zijn de verschillende delen van deze nieuwe wetgeving onlosmakelijkmet mekaar verbonden. Het beleidsadvies is dan ook een dynamisch instrument dat de werkgever moet helpen bij de uitwerking van een adequaat preventiebeleid. Het globaal preventieplan en het jaaractieplan zullen rechtstreeks of onrechtstreeks door dit advies ‘gevoed’ worden. Hoe heeft CLB EDPB dit KB vertaald naar de praktijk? Samen met CLB IT Solutions, de ‘informatica-tak’ van de CLB Group, hebben we een systeem op poten gezet waarin veel van de gevraagde informatie op een eenvoudige manier gegenereerd kan worden. CLB Externe Preventie heeft een overzicht gemaakt van de NACE-codes van al zijn aangesloten bedrijven. Verschillende NACE-codes zijn dan in tweede instantie samengevoegd tot een aantal sectoren. Vervolgens hebben we dan voor de verschillende welzijnsdomeinen de voornaamste risico’s opgelijst. Tegelijkertijd worden over de disciplines heen de 5 prioritaire risico’s bepaald. Dit alles is natuurlijk geen statisch gegeven. De bedrijfsbezoeker, maar ook de andere preventieadviseurs kunnen deze risico’s aanpassen aan de specifieke situatie van het betrokken bedrijf. Niet alle bedrijven uit de sector houtindustrie hebben immers dezelfde risico’s. Voor alle C- en D bedrijven zal er een document op de klantenzone geplaatst worden. Dit document, het beleidsadvies, zal alle info bevatten die door de nieuwe wetgeving vereist is. De 5 prioritaire risico’s worden besproken, welke methodiek zal CLB Externe Preventie hanteren en hoe zal ze alle dynamisch opvolgen. Daarenboven zal in dit document opgenomen worden wat er in het basispakket zit en kan men de contactgegevens van het CLB team terugvinden. Tenslotte zal er meer uitleg gegeven worden over wat de werkgever allemaal op de klantenzone kan terug vinden en hoe hij hier dynamisch gebruik van kan maken. 25

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3