CLB Nieuws maart / april 2022
De meeste mensen denken inderdaad misschien spontaan aan een filmdiva uit een ver verleden en aan een ter ziele gegane voetbalploeg als ze ergens de afkortingen BB of GBA zien. De preventieadviseurs van CLB Externe Preventie denken daarbij onmiddellijk aan: ‘Bedrijfsbezoek’ en ‘Gemotiveerd Beleidsadvies’. Dat is het alleszins vanaf 1 januari van dit jaar. Toen is immers het KB van 14/08/2021 in voege getreden. Deze wettekst, die met zijn volle naam ‘Koninklijk besluit tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk wat de bedrijfsbezoeken en het beleidsadvies betreft’ verscheen op 23 augustus van het vorige jaar in het Belgisch Staatsblad. Dat de koning in vakantiemodus was toen hij het KB ondertekende – hij deed dat, zo kunnen we lezen, vanuit zijn vakantieoord op l'Ile d'Yeu – valt er niet aan te merken. Het is serieuze kost, zeker voor onze preventieadviseurs, maar ook voor u als werkgever. Zoals de titel van het KB aangeeft gaat het zowel over de bedrijfsbezoeken als over een gemotiveerd beleidsadvies: het tweede kan in feite niet zonder het eerste. Dit KB heeft zoals zo vaak vele vaders (of moeders). Enerzijds heeft de inspectie van TWW (Toezicht Welzijn op het Werk) reeds in 2017 vastgesteld dat C- en D bedrijven m.b.t. bedrijfsbezoeken stiefmoederlijk behandeld werden in vergelijking met hun grotere broers, de A, B en C+ bedrijven. Deze mindere behandeling had zowel op de frequentie van de bezoeken als op de kwalificatie van de bezoekers betrekking. Anderzijds was er Advies nr. 215 van de Hoge Raad voor Preventie en bescherming op het Werk over de prestaties van de externe diensten. We kunnen dit stuk nieuwe wetgeving in drie delen splitsen: de informatieplicht van de externe dienst bij aansluiting van een onderneming, de organisatie van de bedrijfsbezoeken en het gemotiveerd beleidsadvies. De drie delen zijn echter onlosmakelijk met mekaar verbonden. BB en GBA: Brigitte Bardot en Germinal Beerschot Antwerpen? Informatieplicht bij aansluiting Vanaf nu moet de EDPB (externe dienst voor preventie en bescherming) zo snel mogelijk en zeker binnen de 2 maanden na aansluiting aan de C- en D-bedrijven (de kleinere ondernemingen) een pakket algemene informatie geven dat betrekking heeft op: • de specifieke gevaren die verbonden zijn aan de sector en/ of aan de activiteiten van het bedrijf. Dit kan gebaseerd zijn op de gekende risico’s die eigen zijn aan de NACE- code van het bedrijf, of ze kan gelinkt worden aan reeds bestaande info; • de aan deze gevaren verbonden goede praktijken en preventiemaatregelen en praktische hulpmiddelen en tools die de werkgever kunnen helpen bij het op poten zetten van een doeltreffend preventiebeleid; • informatie over de prestaties die in het basispakket zitten, over het beleidsadvies en hoe dit te raadplegen (bij voorkeur elektronisch) en • de werking van de elektronische inventaris van alle geleverde prestaties bij een werkgever. Het informatiepakket maakt deel uit van het beleidsadvies. In concreto betekent dit voor deze bedrijven (de niet-PE-bedrijven) dat het opgenomen wordt in het basispakket en niet apart gefactureerd wordt. Bedrijfsbezoeken Voor het bedrijfsbezoek wordt er enerzijds een onderscheid gemaakt naar de grootte van het bedrijf en naar het moment van het bezoek. Om met het laatste te beginnen: de externe dienst zal in eerste instantie een ‘Verkennend bedrijfsbezoek’ uitvoeren. De naam laat het al vermoeden; dit bezoek moet ons toelaten een zicht te krijgen op de activiteiten en de eraan verbonden risico’s van het nieuw aangesloten bedrijf. Voor A, B en C+ bedrijven moet dit bezoek samen met de risicoanalyse die door de werkgever reeds opgemaakt werd, duidelijk maken welke gevaren en risico's aanwezig zijn. Het moet ook resulteren in een advies over de functies en de werkposten waarvoor gezondheidskundig toezicht noodzakelijk is. Ook moet er een advies geformuleerd worden over de bijkomende opdrachten en taken die de externe dienst kan/moet bieden. Welke disciplines (arbeidsveiligheid, ergonomie, psychosociale, arbeidshygiëne) moeten bijkomend ondersteuning bieden. Dit alles wordt opgenomen in het identificatiedocument. Voor de kleinere bedrijven (C- en D) wordt de informatie die uit het verkennend bedrijfsbezoek voortvloeit gebruikt om het beleidsadvies te formuleren (zie verder). De bedrijfsbezoeker zal trachten alle aanwezige gevaren te identificeren, en dit voor alle welzijnsdomeinen. De verschillende risico's worden geëvalueerd en er wordt er een lijst van 5 prioritaire risico's opgesteld. Voor deze prioritaire risico’s worden aanbevelingen en afspraken gemaakt hoe ze moeten/kunnen aangepakt worden. Ook voor Externe Preventie 24
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3