CLB Nieuws maart / april 2022

Consult Doelgroepvermindering eerste aanwervingen: wijzigingen sinds 1 januari 2022 1. Overzicht van wijzigingen Teneinde meer rechtszekerheid te creëren en de maatregel meer te laten aansluiten bij de eigenlijke doelstelling – jobcreatie – werd het systeem van de doelgroepverminderingen eerste aanwervingen aanzienlijk gewijzigd. De wijzigingen trachten ervoor te zorgen dat misbruiken worden vermeden en enkel nog startende werkgevers worden ondersteund door deze doelgroepvermindering. Onder meer de volgende wijzigingen werden reeds gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad: • Vanaf 1 januari 2022 wordt de doelgroepvermindering voor een eerste werknemer geplafonneerd tot een forfaitaire vermindering van maximum € 4.000, nog steeds onbeperkt in de tijd. Het forfaitair bedrag geldt zowel voor de nieuw toegekende doelgroepverminderingen als voor de reeds vóór 1 januari 2022 lopende doelgroepvermindering, maar zal niet retroactief worden toegepast. • Het gebruik van ’12 opeenvolgende maanden die de datum van indiensttreding voorafgaan’ in plaats van 4 kwartalen. • Gelegenheidswerknemers in de horeca en flexi-job- werknemers worden niet meer in rekening genomen bij de telling en voor de vermindering. • Nieuwe begrippen ‘nieuwe werkgever van een eerste werknemer’, ‘nieuwe werkgever van een n-de werknemer’, ‘technische bedrijfseenheid’, ‘simultane technische bedrijfseenheid’ en ‘historische technische bedrijfseenheid’ worden gedefinieerd. • Een berekeningsmethode om na te gaan of een nieuw in dienst getreden werknemer een vervanger is van een reeds eerder in de technische bedrijfseenheid werkzame persoon en wie in de vergelijking in rekening moet worden genomen. • Invoeren van een zekere tolerantie bij de telling binnen een technische bedrijfseenheid: om abstractie te kunnen nemen van toevallige of uitzonderlijke tewerkstellingen bij het nagaan of er sprake is van vervanging, wordt een tolerantie van vijf effectieve, individuele dagen ingevoerd die niet in aanmerking worden genomen om na te gaan wat de maximale gelijktijdige tewerkstelling in de referteperiode was. Situaties van overdracht van functie waarbij de vertrekkende werknemer en de nieuw in dienst genomen werknemer tegelijkertijd gedurende maximaal vijf dagen in dienst zijn, worden op deze manier niet langer benadeeld. • Beperking tot het slechts eenmaal toepassen van elke rang binnen één juridische entiteit: de vermindering voor de eerste, respectievelijk voor een tweede tot een zesde werknemer, kan slechts eenmaal door dezelfde werkgever (juridische entiteit) worden toegepast. • Nieuwe regels voor het bepalen van de ranginname binnen een technische bedrijfseenheid: de vermindering voor een eerste werknemer, respectievelijk voor een tweede tot een zesde werknemer, in het geval dat de werkgever deel uitmaakt van een simultane technische bedrijfseenheid, kan slechts eenmaal worden toegepast. Deze regel is niet van toepassing op de vóór 1 januari 2022 reeds aangevatte verminderingen voor simultane technische bedrijfseenheden die op dat moment reeds bestonden. 2. Nieuwe begrippen Omdat de telling zal verschillen naargelang de nieuwe werknemers in dienst treden bij een onderneming die deel uitmaakt van een simultane of historische technische bedrijfseenheid, zullen hierna deze begrippen nog verder worden geduid. Technische bedrijfseenheid Met technische bedrijfseenheid wordt bedoeld de eenheid bestaande uit meerdere juridische entiteiten, met een aantoonbare sociale band door middel van minstens één gemeenschappelijk betrokken persoon, ongeacht zijn functie binnen die entiteiten, en met een gemeenschappelijkheid die zich uit in een simultane of historische socio- economische verwevenheid, respectievelijk simultane of historische technische bedrijfseenheid genoemd. Voor het bepalen van de sociale band worden de werknemers, overgenomen na faillissement in toepassing van hoofdstuk III van CAO 32bis, niet in aanmerking genomen. De RSZ verduidelijkt in zijn administratieve instructies wat hij verstaat onder 'gemeenschappelijke personen hebben': • de werknemer die van de ene juridische entiteit overstapt naar een andere; • de werknemer die zelfstandig begint met dezelfde of een gelijkaardige activiteit; • voortgezette ondernemingen met een andere eigenaar maar met (gedeeltelijk) hetzelfde personeel. De RSZ geeft ook voorbeelden van situaties die hij verstaat onder 'gelijkaardige of aanvullende activiteiten hebben': • bankfilialen die opsplitsen in verschillende filialen-juridische entiteiten; • verzelfstandigde informaticadiensten binnen eenzelfde groep; • ... Volgens de RSZ kan het gaan over juridische entiteiten die gelijktijdig bestaan of juridische entiteiten die elkaar opvolgen. 18

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3