CLB Nieuws maart / april 2022
Consult 2. Welke tewerkstelling wordt toegestaan? Het huidige maximum van 25 dagen wordt omgezet in uren. Daarnaast verhoogt het aantal uren. Het toegelaten aantal uren en de limieten per kwartaal verschillen per sector: Indien de activiteiten, die onder elk van de 2 sectoren vallen, gecombineerd worden, is het maximum voor alle activiteiten samen beperkt tot 450 uren per jaar. Voor studenten wordt een specifieke regeling voorzien. De tewerkstelling zal voor maximaal 190 uren kunnen gecumuleerd worden met studentenarbeid, d.w.z. 190 uren artikel 17 en 475 uren studentenarbeid per kalenderjaar. Bij overschrijding van het maximum van 190 uren, zullen de uren worden afgetrokken van het studentenquotum. De kwartaalplafonds blijven tevens van toepassing. Het contingent van 25 dagen blijft gelden voor personen die voor de VRT, de R.T.B.F. of de B.R.T. werken. 3. Vrij van RSZ – 10% belastingen De prestaties zijn vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen en er moet geen DmfA worden uitgevoerd. Tevens moet er geen bedrijfsvoorheffing worden ingehouden. Er is wel een inkomstenbelasting van 10% van toepassing. Deze moet de werknemer betalen op het moment van de fiscale afrekening, na afloop van het jaar. 4. Respecteren van de arbeidswetgeving Aangezien verenigingswerkers binnen artikel 17 werknemers zijn, is ook de arbeidswetgeving van toepassing. Zo moet er een arbeidsovereenkomst worden opgemaakt, is de welzijnswetgeving van toepassing en moet er een arbeidsongevallenverzekering worden afgesloten. Omwille van het bijzondere karakter van het verenigingswerk, zijn er wel een aantal uitzonderingen op de algemene wetgeving voorzien. Zo heeft een verenigingswerker geen recht op gewaarborgd loon bij ziekte of ongeval (tenzij een algemeen verbindend verklaarde cao dit voorziet), geen opleidingsrecht, is er geen toepassing van de reglementering inzake sociale documenten en is er geen recht op toeslagen voor avond-, nacht- en zondagarbeid. Tot slot gelden er ook specifieke opzeggingstermijnen indien de arbeidsovereenkomst vroegtijdig wordt beëindigd. 5. Wachttijd Er is een wachttijd van toepassing voor personen die via een arbeidsovereenkomst, een statutaire aanstelling of een aannemingsovereenkomst verbonden waren aan de organisatie in de periode van een jaar voorafgaand aan het begin van de prestaties, tenzij het gaat om een studentenovereenkomst of de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen als gevolg van een pensionering. Dit betekent dat men een jaar moet wachten vooraleer men gebruik kan maken van de nieuwe regeling. Hierop zijn een aantal uitzonderingen. 6. RSZ-aangiftes momenteel nog niet mogelijk! De prestaties moeten aangegeven worden via een Dimona- aangifte per kwartaal. De RSZ zal de nodige technische aanpassingen doen zodat de werkgevers de gewerkte uren zo spoedig mogelijk kunnen aangeven. Bovendien werkt men aan de ontwikkeling van de nieuwe applicatie ‘artikel17@work’, naar analogie van de applicatie student@work, zodat de werkgever en de werknemer het saldo aan uren kunnen consulteren. Omdat zowel de nieuwe applicatie als de aangepaste Dimona- aangifte niet tijdig operationeel zullen zijn, zullen retroactieve aangiftes mogelijk zijn zonder dat de organisatie gesanctioneerd wordt. Voor werkgevers die geen ander personeel tewerkstellen, en dus tot nu toe nog geen Dimona-aangiften hebben gedaan, zal op een later tijdstip worden meegedeeld hoe zij zich moeten identificeren om de aangiften te kunnen doen. De nieuwe regels gelden ook voor personen die reeds vóór 1 januari 2022 genoten van het systeem van artikel 17. Maximum aantal uren per kalenderjaar Maximum aantal uren per kwartaal (1ste, 2de en 4 de kwartaal) Maximum aantal uren voor het 3de kwartaal Sport- sector 450 uren 150 uren 285 uren Socio- culturele sector 300 uren 100 uren 190 uren 13
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3