CLB Nieuws juli augustus 2024

AANSTELLING VAN EEN COÖRDINATOR Vanaf 1 mei 2024 moeten zowel de opdrachtgevers als de onderaannemers een coördinator aanstellen. Wie? Een coördinator kan zowel een werknemer als een externe persoon zijn. Hij moet minstens één jaar tewerkstelling in de postsector kunnen aantonen. De coördinator kan voltijds of deeltijds werken. De wet stelt enkel dat hij over “voldoende tijd en middelen” moet beschikken om zijn taak behoorlijk te kunnen uitoefenen. De naam en contactgegevens van de coördinator moeten permanent worden vermeld op een plaats die makkelijk toegankelijk is voor de pakketbezorgers. Taken De coördinator heeft twee belangrijke taken: • Hij moet de pakketbezorgers schriftelijk en op een duidelijke en begrijpbare manier informeren over hun rechten en plichten. Deze info moet worden gegeven bij de start van de samenwerking en vervolgens jaarlijks of wanneer de pakketbezorger erom vraagt. • Hij moet een waakzaamheidsplan opstellen waarin de volgende gegevens worden vermeld: - een beschrijving van de keten van de dochterondernemingen, onderaannemers en leveranciers; - een risicoanalyse van mogelijke inbreuken op de wet van 26 januari 2018 betreffende de postdiensten, het arbeids- en socialezekerheidsrecht; - maatregelen om aan deze risico’s tegemoet te komen. REGISTRATIE- EN INFORMATIEVERPLICHTING Zowel de opdrachtgevers als onderaannemers moeten zich vanaf 1 mei 2024 registreren bij het BIPT (Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie). Dit kan online via www.belparcel.be. Vanaf 1 augustus 2024 moeten ze aan het BIPT elk kwartaal informatie bezorgen over hun activiteiten, zoals bijvoorbeeld het aantal bezorgde pakketten, de onderaannemers waarop beroep wordt gedaan, enz. Vanaf 1 april 2025 moeten de opdrachtgevers de RSZ inlichten over de onderaannemers waarop zij beroep doen. MINIMUMVERGOEDING Vanaf 1 oktober 2024 moet de opdrachtgever een minimumvergoeding toekennen aan de onderaannemers waarmee hij samenwerkt. Deze minimumvergoeding omvat onder meer het baremaloon voor klasse R1 van het rijdend personeel, vervoerskosten, administratieve en fiscale kosten, enz. De vergoeding verschilt naargelang het vervoer gebeurt met de fiets dan wel met een gemotoriseerd voertuig. Een KB van 9 april 2024 legt de berekeningswijze van de minimumvergoeding vast. De bedragen van de vergoeding zullen bekend worden gemaakt op de website van de FOD Economie. REGISTRATIE PAKKETDISTRIBUTIETIJD Opdrachtgevers en onderaannemers zullen vanaf 1 augustus 2024 de pakketdistributietijd van elke pakketbezorger moeten registreren. Deze verplichting geldt niet bij gebruik van een voertuig uitgerust met een tachograaf. De pakketdistributietijd begint op het ogenblik waarop de bezorger het vervoer start op de plaats waar de pakketdistributiediensten aanvangen en eindigt op het ogenblik waarop het vervoer stopt op de plaats waar de pakketdistributiediensten eindigen. De invoering van het tijdsregistratiesysteem zal in twee stappen gebeuren: Stap 1: overgangsperiode tot 1 april 2025 Van 1 augustus 2024 tot en met 31 maart 2025 kan de tijdsregistratie op één van de volgende manieren gebeuren: • via een beveiligde toepassing van de RSZ die ter beschikking wordt gesteld via www.belparcel.be; • via een eigen elektronisch systeem dat aan een aantal veiligheidswaarborgen moet voldoen; • via een papieren document, op voorwaarde dat dit wordt vastgelegd in een KB. Stap 2: enkel via RSZ-toepassing vanaf 1 april 2025 Vanaf 1 april 2025 zal de registratie enkel nog mogelijk zijn via een online tijdsregistratiesysteem dat nog door de RSZ zal worden ontwikkeld. Privé ondernemingen kunnen ook een tijdsregistratiesysteem ontwikkelen dat voldoet aan een aantal voorwaarden die nog bij KB moeten worden bepaald. BEGRENZING PAKKETDISTRIBUTIETIJD Vanaf 1 juli 2026 mag de distributietijd niet langer zijn dan: • 9 uur per dag (maximum 2x per week mag dit 10 uur zijn); • 56 uur per week; • 90 uur per 2 opeenvolgende weken. De pakketbezorgers die in loondienst werken, zullen ook nog de arbeidsduurgrenzen moeten naleven. SANCTIES Inbreuken op de registratie van de pakketdistributietijd kunnen worden gestraft met een administratieve geldboete van € 200 tot € 2.000 of met een strafrechtelijke geldboete van € 400 tot € 4.000. De boete wordt vermenigvuldigd met het aantal pakketbezorgers waarvoor geen registratie is gebeurd. 9 CONSULT

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3