Wat bij fiscale controle vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing? Sommige werkgevers kunnen genieten van een vrijstelling van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Dit is bijvoorbeeld het geval voor werkgevers die hun werknemers tewerkstellen in ploegenarbeid, al dan niet met werken in onroerende staat, of nachtarbeid. Alle vrijstellingen zijn aan strikte voorwaarden gebonden. Of aan deze voorwaarden is voldaan, wordt door de fiscus pas achteraf gecontroleerd bij een eventuele fiscale controle. De bewijslast ligt bij de belastingplichtige, d.w.z. dat je als werkgever moet bewijzen dat alle strikte voorwaarden om te genieten van de vrijstelling zijn vervuld. Voorbeeld: Om de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid te genieten, zal de werkgever o.a. het bewijs moeten leveren dat de werknemers ploegenarbeid hebben verricht en voor deze prestaties ploegenpremie (2%) hebben ontvangen. Bovendien moet de werkgever ook een nominatieve lijst ter beschikking houden van de administratie met daarin per maand een aantal verplichte gegevens. Deze nominale lijst wordt ook vaak door de werkgever gebruikt als bewijsstuk in geval van fiscale controle. Hoewel deze lijsten al heel wat informatie bevatten, zijn deze meestal niet voldoende. Het is noodzakelijk om andere bewijsstukken aan te leveren om deze nominatieve lijsten te staven. Denk hierbij aan tijdregistratiesystemen, werfmeldingen of andere boekhoudkundige stukken. Let wel! Er zijn ook een aantal voorwaarden waarvoor een nominatieve lijst geen bewijs kan leveren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de voorwaarde bij ploegenarbeid om ‘hetzelfde werk, qua inhoud als omvang’ uit te voeren. Hiervoor zal je dus ook andere bewijsstukken moeten voorleggen. HET BEDRAG VOOR DE VRIJSTELLING WORDT BEREKEND IN 4 STAPPEN: De aangifte van de bis-variant moet niet met een andere code worden aangegeven in de tweede aangifte van de bedrijfsvoorheffing. Het gebruik van de bis-variant zal dus enkel blijken uit het bedrag van de vrijstelling. Bovenstaande regeling is in de praktijk niet eenvoudig toe te passen. Zo zijn er veel onduidelijkheden waar momenteel nog geen uitsluitsel over is. Deze regeling schept bijvoorbeeld nog steeds geen duidelijkheid over de invulling van ‘hetzelfde werk’. Daarnaast is het niet duidelijk hoe het verschil in omvang tussen 2 ploegen precies moet worden gemeten. Dit zal tenslotte ook heel wat extra administratie met zich meebrengen. Hopelijk geeft de fiscus nog verduidelijking via een circulaire. Wij houden je op de hoogte. 1. berekening van het bedrag van de vrijstelling volgens de huidige regeling; 2. berekening per dag van de afwijking in de omvang van het werk van de ploeg t.o.v. de ploeg met de kleinste omvang én de totale omvang van het werk van de opeenvolgende ploegen; 3. berekening van de afwijking in omvang van het werk over de volledige maand, uitgedrukt als percentage volgens de volgende formule: Som van het voor elke werkdag van de maand vastgestelde verschil in omvang Som van de voor elke werkdag van de maand vastgestelde totale omvang van het werk 4. het bedrag in stap 1 verminderen met het percentage uit stap 3. Dit is het bedrag dat toegepast mag worden voor de vrijstelling. 11 CONSULT
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3