CLB Nieuws juli / augustus 2023

Externe Preventie De ‘represaillewet’ biedt werknemers en getuigen betere bescherming We gaan ervan uit dat iedereen wel weet dat er in België een wetgeving over geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag bestaat. Zevenhonderd jaar na de Guldensporenslag kreeg het KB van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk vorm. Al meer dan 20 jaar genieten werknemers die slachtoffer worden van dergelijk gedrag een vorm van bescherming. Deze wetgeving is er destijds gekomen als reactie op enkele flagrante gevallen van pestgedrag die uitgebreid in de media behandeld werden en die vaak aanleiding gaven tot rechtszaken. In de loop van de tijden is deze regelgeving ook al een aantal keren aangepast. Ook nu weer heeft een gerechtelijk arrest voor aanpassingen in dit stuk van de Welzijnswetgeving gezorgd. In dit artikel overlopen we de oorsprong van deze wetswijzigingen, de inhoud ervan en de gevolgen voor zowel werknemers als werkgevers. Het Arrest Hakelbracht Dit arrest is, zoals zo vaak het geval is, vernoemd naar een van de hoofdrolspelers in een rechtszaak. In dit geval ging het dus over mevrouw Hakelbracht. Het Europees Hof van Justitie oordeelde in een arrest van juni 2019 dat het wettelijke beschermingssysteem voor slachtoffers en getuigen van discriminatie ontoereikend was. Waar ging het over? Mevrouw Hakelbracht had gesolliciteerd voor een job in een kledingwinkel. Ze had tijdens dat gesprek gezegd dat ze 3 maanden zwanger was. De storemanager besloot desalniettemin om haar aan te werven. Het hoofd personeelszaken was het daar echter niet mee eens en wou de vrouw omwille van haar zwangerschap niet in dienst nemen. De storemanager bracht mevrouw Hakelbracht van deze beslissing op de hoogte waarop deze laatste naar het Instituut voor de Gelijkheid van Mannen en Vrouwen stapte. Kort nadien werd de storemanager op haar beurt ontslagen wegens onder meer de onjuiste uitvoering van de haar toegewezen taken. De storemanager beriep zich voor de rechtbank op de in de genderwet gewaarborgde bescherming tegen represaillemaatregelen. Volgens haar was ze ontslagen omdat ze als getuige optrad ten gunste van mevrouw Hakelbracht. De arbeidsrechtbank van Antwerpen riep de expertise van het Europees Hof in, om meer duidelijkheid in deze regelgeving te krijgen. In zijn Arrest oordeelt het Hof dat ook andere personen dan de gediscrimineerde persoon zelf moeten beschermdworden tegen represailles van de werkgever. De bescherming zou ook moeten gelden voor werknemers die informeel de gediscrimineerde persoon verdedigen. En vermits deze bescherming in de Belgische wet niet voorzien was, is de wetgever in actie moeten schieten. Wet "discriminatie en bescherming tegen represailles" van 7 april 2023 – Belgisch Staatsblad 15 mei 2023 Het resultaat van dit wetgevend werk hebben we op 15 mei ll. in het Belgisch Staatsblad kunnen lezen. Toen verscheen immers een wet die op 7 april door een aantal ministers en staatssecretarissen ondertekend werd. We besparen je de volledige titel (in de wandelgangen spreekt men wel eens van ‘De represaillewet’), maar het komt erop neer dat deze wet 4 verschillende wetten uit het verleden wijzigt: • de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen; • de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden; • de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie; • de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, wat de bescherming tegen nadelige maatregelen betreft. Met deze wet komt België tegemoet aan de verzuchtingen van het Europese Hof van Justitie. De Wet is trouwens in voege vanaf 1 juni 2023. 19

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3