Voor werknemers en bedrijfsleiders, die kiezen voor een forfaitaire aftrek van beroepskosten, heeft deze vermelding op de fiscale fiche dus geen impact. VERMELDINGEN OP DE FICHES? Vanaf het inkomstenjaar 2024 moeten de fiscale fiches (nrs. 281.10 en 281.20) melding maken van: 1. De werkelijke waarde van de bedrijfsfiets die ter beschikking wordt gesteld door de werkgever; 2. Het totaalbedrag van de fietsvergoedingen. Op de fiche ‘10’ worden in het vak 14 de volgende lijnen toegevoegd: D. Verplaatsingen met een rijwiel of speed pedelec en E. Voordeel ontstaan uit de terbeschikkingstelling van een rijwiel of speed pedelec. Voor fiche ‘20’ (bedrijfsleiders) zal er een nieuw vakje komen. Hiervoor dienen twee (cumulatieve) voorwaarden vervuld te zijn: 1. De bedrijfsfiets moet worden gebruikt voor (een deel van) de woon-werkverplaatsingen. In voorafgaande beslissingen heeft de fiscus in eerdere casussen 10% aanvaard. Komt de werknemer of bedrijfsleider nooit met de fiets naar het werk omdat de afstand tussen het werk en thuis te groot is, moet in principe een voordeel alle aard worden geboekt voor de fiets (= de werkelijke waarde). 2. De werknemer of bedrijfsleider opteert voor een forfaitaire aftrek van de beroepskosten. Vanaf inkomstenjaar 2024 moet het voordeel van deze bedrijfsfietsen op de fiscale fiche worden vermeld. HET DOEL? Werknemers en bedrijfsleiders die ervoor geopteerd hebben om hun werkelijke beroepskosten aan te geven, moeten vanaf 2024 in de personenbelasting worden belast op het voordeel van de bedrijfsfiets en de fietsvergoeding. Voordeel bedrijfsfiets moet voortaan op de fiscale fiche worden vermeld Bedrijfsfietsen winnen steeds meer aan populariteit. Eén van de redenen hiervoor is het fiscaal gunstregime. Wanneer een werkgever een bedrijfsfiets ter beschikking stelt, kan dit voordeel volledig worden vrijgesteld van belastingen en sociale bijdragen. 6 SOCIAAL SECRETARIAAT
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3