CLB-NIEUWS januari - februari 2025

En dat brengt ons naadloos bij de rol van de arts. De huisarts zal je doorverwijzen naar de kinesitherapeut, hij zal pijnstillers voorschrijven en het advies van een orthopedist vragen. Wat pijnstilling betreft is paracetamol het eenvoudigst en het veiligst. Ontstekingsremmers zijn werkzamer dan paracetamol, maar kennen ook veel meer bijwerkingen (maag, nieren…). Sterke pijnstillers (opioïden) zijn enkel bij hevige pijn aangewezen. Ze vertonen immers ook nogal wat bijwerkingen en ze zijn bovendien verslavend. Als dit alles niet helpt kan de arts eventueel nog infiltreren (met cortisone of het hyaluronzuur), maar het effect hiervan is meestal van voorbijgaande aard en infiltraties kunnen niet eindeloos herhaald worden. Dan resten nog een verschillende soorten operaties. Ten preventieve titel kan de arts een osteotomie uitvoeren. Door een spie uit bijvoorbeeld het onderbeen te halen komt het been rechter te staan met minder belasting van het gewricht. Dit is echter een tamelijk zware operatie die een revalidatie van verschillende maanden vraagt. De chirurg kan natuurlijk ook een prothese plaatsen. Voor knieën, heupen en duimen heeft men hier al een ruime ervaring in. Omdat een prothese geen eeuwig leven beschoren is, stelt men deze operatie liefst zolang mogelijk uit. Een laatste soort operatie die men kan uitvoeren is een artrodese. Hierbij wordt het gewricht ‘vastgezet’. De pijn zal daardoor verminderen, maar het gewricht is natuurlijk zij functie ook grotendeels verloren. Zelfzorg bij reumatoïde artritis bestaat voornamelijk uit bewegen, en dit ondanks door de klachten die zich voordoen. Ook hier is de kinesitherapeut een grote hulp. Het betreft hier trouwens niet alleen het in beweging houden van de aangetaste gewrichten, en dit ondanks de pijn, de zwelling en de stijfheid. Ook bewegen om de algemene conditie op peil te houden hebben een positief effect: wandelen, fietsen, zwemmen… De behandeling van reumatoïde artritis steunt voor het grootste deel op medicatie. Op dit gebied is er de laatste jaren trouwens een enorme vooruitgang geboekt. Met moderne medicatie slaagt men erin de evolutie van de ziekte sterk af te remmen. Deze Diseasemodifying antirheumatic drugs (DMARD’s of geneesmiddelen die het ziekte verloop van reuma beïnvloeden) zijn medicijnen die de ontstekingen in de gewrichten verminderen. Deze middelen kennen wel een aantal mogelijke nevenwerkingen en deze moeten door de huisarts nauwlettend opgevolgd worden. DE ROL VAN DE ARBEIDSARTS We schreven in de inleiding al dat zowel artritis als artrose invaliderend kunnen zijn. Vanzelfsprekend speelt de arbeidsarts hier dan ook een rol. Want invaliderend wil niet automatisch zeggen invalide. Mensen die aan deze aandoeningen lijden zullen/kunnen immers nog heel lang aan de slag blijven. De arbeidsarts kan helpen om deze tewerkstellingsduur te verlengen en te verbeteren. Door aanpassingen aan het werkregime of aan de uit te voeren taken kan de werknemer vaak nog lang aan het werk blijven. Soms deeltijds, maar vaak ook voltijds. Samen met de ergonoom speelt de arbeidsarts natuurlijk ook een rol in de preventie van arbeidsgebonden artrose door ervoor te zorgen dat het werk en de werkomstandigheden gewrichtsvriendelijk zijn. 24 EXTERNE PREVENTIE

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3