Krakende (en piepende) wagens rijden het langst Met dit spreekwoord bedoelt men dat mensen die vaak ziek zijn dikwijls, tegen de verwachting in, langer leven dan gezonde mensen. Het blijft natuurlijk maar een spreekwoord en het is dan ook niet wetenschappelijk onderbouwd. Iedereen kent wel iemand die, ondanks een kwakkelende gezondheid, een hoge leeftijd weet te bereiken. Omgekeerd hoort men dikwijls van ogenschijnlijk zeer gezonde mensen die op relatief jonge leeftijd overlijden. Een duidelijk verband tussen ‘kraken’ en levensduur is er echter niet te vinden. De uitdrukking wordt in het bijzonder vaak gebruikt bij mensen met aandoeningen van de gewrichten: artrose en artritis. Deze mensen kraken inderdaad bijna letterlijk. Desondanks bereiken ze vaak een hoge leeftijd. Dodelijk zijn deze aandoeningen (meestal) niet. Invaliderend des te meer. Maar wat is nu het verschil, of de overeenkomst tussen deze twee. Duiden ze op hetzelfde probleem of zijn het twee verschillende aandoeningen. Hoe maakt men het onderscheid, hoe stelt men de diagnose, wat is de behandeling etc. In dit artikel willen we het een en ander uit de doeken doen. DE VLAG EN DE LADING De termen reuma, artritis, reumatische artritis en artrose worden vaak door en voor mekaar gebruikt. Met reuma doelt men meestal op een verzameling van meer dan honderd verschillende aandoeningen van gewrichten, spieren en pezen die niet door een ongeval veroorzaakt zijn. In deze algemene definitie wordt artrose dus ook opgenomen, evenals reumatoïde artritis. Vaak leidt dit tot spraakverwarring. Niet alle reuma is reumatoïde artritis, maar alle reumatoïde artritis valt wel onder de noemer reuma. Naast artrose en reumatoïde artritis vallen ook jicht, psoriatische artritis en weke delen-reuma onder het begrip reuma. Waar artrose in de meeste gevallen een degeneratieve ziekte is (lees: slijtage) worden de anderen veroorzaakt door afwijkingen van het afweersysteem van het lichaam. Zonder in detail te treden richt het afweersysteem zich hier tegen het eigen lichaam i.p.v. een externe vijand te bekampen. In dit artikel concentreren we ons op de begrippen artrose en chronisch ontstekingsreuma of reumatoïde artritis. De laatste groep duiden we voor het gemak aan met de term ‘artritis’. WAT IS EEN GEWRICHT? Een gewricht is een verbinding tussen twee botten of beenderen waar beweging mogelijk is. Gewrichten worden op een aantal manieren ingedeeld (naar het aantal beenderen dat samenkomt, naar de bewegingsmogelijkheden…), maar dit uit de doeken doen zou ons wat te ver leiden. De opbouw van een gewricht is echter wel belangrijk om zowel artrose als artritis te kunnen begrijpen. Een gewricht bestaat klassiek uit drie structuren: het kraakbeen, het gewrichtskapsel en de ligamenten. De twee uiteinden van de ‘scharnierende’ gewrichten passen mooi in mekaar. Vaak is het ene deel afgerond en vertoont het andere een uitholling (of is het vlak). Beide botten zijn bekleed met kraakbeen. Dit kraakbeen is in normale omstandigheden mooi glad en maakt dat de beenderen goed kunnen ‘scharnieren’. Het zal ook een deel van de schokken opvangen zodat het bot zelf wat beschermd wordt. Kraakbeen wordt aangemaakt door ‘chondrocyten’ of kraakbeencellen. Omdat het kraakbeen zelf geen bloedvaten heeft, moeten deze cellen hun voeding krijgen door een soort pompwerking. Door het kraakbeen een fractie samen te drukken zal er voeding in de cellen komen, door het kraakbeen te laten ontspannen zullen afvalstoffen worden weggezorgen. Een nadeel van dit systeem, van het ontbreken van bloedvaten, is dat kraakbeen traag groeit en zich moeilijk herstelt. Rond het gewricht zit een gewrichtskapsel dat aan de binnenkant met een slijmvlies of synoviaal membraan bedekt is. Dit slijmvlies produceert continu gewrichtsvocht. Een soort smeermiddel dat ervoor zorgt dat het gewricht soepel kan bewegen. Ligamenten tenslotte zorgen ervoor dat de beenderen goed op hun plaats gehouden worden. Dat ze niet buiten een bepaalde bewegingsrange zullen gaan. Denk bijvoorbeeld aan de mediale en de laterale band van het kniegewricht. Deze banden zorgen ervoor dat de knie alleen kan strekken en plooien in één vlak, en dat hij niet zijwaarts kan bewegen. 21 EXTERNE PREVENTIE
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3