CLB Nieuws januari / februari 2023

BEKNOPT BEKNOPT Loongrens BEV en Vlaams opleidingsverlof Verhoogd bedrag Vlaamse jobbonus Versoepeling studentenarbeid zorg 3de en 4de kwartaal 2022 Nieuwe loonbedragen Arbeidsovereenkomsten- wet vanaf 1 januari 2023 Bedrijfswagen: solidariteitsbijdrage 2023 Versoepeling progressieve werkhervatting Verhoging kantoorvergoeding vanaf 1 december 2022 Hoger kostenplafond vrijwilligers zorgsector Geboorteverlof 20 dagen vanaf 1 januari 2023 Nieuwe fiscale bedragen van de binnenlandse dienst- reizen vanaf 1 december 2022 In het kader van het betaald educatief verlof of Vlaams opleidingsverlof kan de werknemer, die een opleiding volgt, onder bepaalde voorwaarden van het werk afwezig blijven gedurende een aantal uren met behoud van zijn normaal loon. De werkgever mag het loon echter begrenzen tot een bepaald plafond, dat jaarlijks door de federale overheid wordt vastgelegd. Een koninklijk besluit van 25 september 2022 legt het loonplafond voor de periode van 1 september 2022 tot 31 augustus 2023, dus schooljaar 2022-2023, definitief vast op € 3.170 per maand. Werknemers jonger dan 65 jaar die een laag beroepsinkomen van gemiddeld minder dan € 2.500 bruto per maand verdienen en die op 1 januari in Vlaanderen gedomicilieerd zijn, kunnen vanaf 2022 genieten van een Vlaamse jobbonus. In 2022 wordt het bedrag van de jobbonus eenmalig met € 100 verhoogd. Deze verhoging geldt zowel voor voltijdse als deeltijdse werknemers. Elke werknemer die een jobbonus ontvangt, krijgt een vast bedrag van € 100 euro extra in 2022. Vanaf 1 januari 2023 zal het bedrag van de solidariteitsbijdrage als volgt worden berekend: In het kader van het ‘Terug naar Werk’-plan wordt er voorzien in de afschaffing van de 1/3de-regel en de 3-urenregel bij progressieve werkhervatting. Bij een progressieve werkhervatting krijgt de arbeidsongeschikte werknemer de toelating van de adviserende arts van de mutualiteit om het werk gedeeltelijk te hervatten of tijdelijk aangepast werk uit te voeren. 1/3de-regel In het kader van een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid mag de wekelijkse arbeidsduur in beginsel niet lager liggen dan 1/3de van de voltijdse wekelijkse arbeidsduur, behalve in de bij koninklijk besluit vastgelegde gevallen. 3-urenregel De duur van elke prestatie mag niet korter zijn dan 3 uren. Deze regel geldt voor alle werknemers en werkgevers die onderworpen zijn aan de bepalingen betreffende de arbeidsduur uit de arbeidswet van 16 maart 1971. Beide regels zijn niet meer van toepassing bij progressieve werkhervatting. Wanneer een werknemer structureel en op regelmatige basis van thuis werkt, kan de werkgever maandelijks een forfaitaire onkostenvergoeding toekennen. Deze onkostenvergoeding is bedoeld om de kosten verbonden aan het thuiswerk te vergoeden. Het gaat bijvoorbeeld over materiaal, meubilair en algemene kantoorkosten verbonden aan thuiswerk. De RSZ heeft nu beslist om deze vergoeding op te trekken naar max. € 145,81 per maand met ingang van 1 december 2022. Vrijwilligerswerk is onbezoldigd, maar toch kunnen er kosten aan verbonden zijn. Het is daarom wel mogelijk dat een organisatie de kosten verbonden aan het vrijwilligerswerk terugbetaalt. Om deze kosten terug te betalen aan de vrijwilligers zijn er drie mogelijkheden: • de betaling van een forfaitaire kostenvergoeding; • de vergoeding van de werkelijke kosten; • de combinatie van de forfaitaire kostenvergoeding met de werkelijke vervoerskosten. Naar aanleiding van de coronacrisis werd het kostenplafond voor vrijwilligers in de zorgsector in 2022 verhoogd. Deze categorie van vrijwilligers kon in 2022 een jaarlijkse forfaitaire kostenvergoeding ontvangen van maximum € 2.705,97. De regering heeft nu beslist om ook in de periode van 1 januari 2023 tot 31 maart 2023 een verhoogd kostenplafond voor deze vrijwilligers toe te passen. Het nieuwe bedrag is nog niet gekend. N.a.v. de Wet van 7 oktober 2022 werd het begrip vaderschapsverlof vervangen door “geboorteverlof”, om zo te voldoen aan de huidige juridische en maatschappelijke context. In de wetteksten worden de woorden “de vader” ook steeds vervangen door “de vader of de meemoeder”. Een werknemer heeft momenteel recht op 15 dagen geboorteverlof. Dit wordt voor geboortes die plaatsvinden vanaf 1 januari 2023 opgetrokken naar 20 dagen geboorteverlof. Werknemers die zich in opdracht van hun werkgever verplaatsen binnen België kunnen hierbij kosten maken. De werkgever mag deze kosten voor binnenlandse dienstreizen forfaitair aan de werknemers terug betalen. Mits aan een aantal voorwaarden voldaan wordt, kunnen volgende forfaits toegepast worden. De nieuwe bedragen die van toepassing zijn sinds 1 december 2022: Sociaal Secretariaat Sociaal Secretariaat Studenten zijn vrijgesteld van gewone RSZ-bijdragen voor een contingent dat momenteel maximum 475 uur per jaar bedraagt. De uren die studenten met een studentenovereenkomst presteren tijdens het 3de en het 4de kwartaal 2022 in de zorgsector worden geneutraliseerd en zullen dus niet in aanmerking komen voor de berekening van het jaarlijks contingent van 475 uur. Bij het begin van elk jaar worden de loongrenzen uit de Arbeidsovereenkomstenwet aangepast. De nieuwe geïndexeerde loongrenzen voor het jaar 2023 zijn op 2 december 2022 in het Belgisch Staatsblad verschenen. Deze loongrenzen zijn relevant voor het scholingsbeding, het concurrentiebeding en het scheidsrechterlijk beding. De nieuwe jaarloongrenzen vanaf 1 januari 2023 zijn: Benzinevoertuigen [( CO 2 -uitstoot x 9) – 768] : 12 x 1,5046 Dieselvoertuigen [( CO 2 -uitstoot x 9) – 600] : 12 x 1,5046 LPG-voertuigen [( CO 2 -uitstoot x 9) – 990] : 12 x 1,5046 Maaltijdkosten (dagbedrag) Maaltijdkosten (maandbedrag) Huisvestingskosten € 19,60 per dag € 313,60 per maand € 147,05 per nacht wettelijk basisbedrag geïndexeerd bedrag in 2023 € 16.100 € 39.353 € 32.200 € 78.706 De minimumbijdrage per maand ligt vanaf 1 januari 2023 vast op € 31,34. De bijdrage voor de elektrisch aangedreven voertuigen bedraagt eveneens € 31,34 per maand. Voor voertuigen waarvan de CO 2 -uitstoot niet gekend is, wordt de CO 2 -uitstoot bepaald op 182 gr/km voor benzinevoertuigen en op 165 gr/km voor dieselvoertuigen. Dit brengt vanaf 1 januari 2023 een solidariteitsbijdrage van € 110,96 met zich mee voor de benzinevoertuigen en van € 109,08 voor de dieselvoertuigen. De RSZ hanteert andere forfaits. Om zeker te zijn dat zowel de RSZ als de fiscus het forfait aanvaarden, bekijkt men best wie het strengst is. Het bedrag van € 39.353 betreft de toepassing van het scholingsbeding en het concurrentiebeding (laagste grens). De grens van € 78.706 gaat over de toepassing van het concurrentiebeding (hoogste grens) en het scheidsrechterlijk beding. 9 8

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3