Mazelen: geen onschuldige kinderziekte WAT IS HET? Mazelen is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door het mazelenvirus. En, zoals we nog weten uit de coronapandemie, tegen een virus valt niet veel te beginnen. De ziekte wordt gekenmerkt door een grofvlekkige, rode huiduitslag. Dit gaat gepaard met hoge koorts, hoesten en verkoudheidssymptomen. In ongeveer 10% van de gevallen treden er complicaties op zoals oor- en/of oogontsteking. Bij 1 à 5 % van de patiënten evolueert de ziekte naar een longontsteking. Alhoewel zeldzaam (ongeveer 1 op 1000 gevallen) kan er ook een hersenontsteking optreden. De mortaliteit of sterfte van mazelen hangt een beetje af van de leeftijd. Bij heel jonge kinderen (< 1 jaar) bedraagt die 0,1% of 1 op duizend. Bij volwassenen ziet men het aantal verwikkelingen ook weer toenemen met de leeftijd. Echt onschuldig kunnen we de ziekte dus niet noemen. De besmettingsweg is dezelfde als die van corona en griep: via druppels die door ademen, niezen, hoesten in de lucht verspreid worden. Ook indirecte overdracht via besmette voorwerpen komt voor. De incubatieperiode (de periode tussen besmetting en het verschijnen van de huiduitslag) bedraagt gemiddeld 14 dagen (variërend van 7 tot 21 dagen). Het probleem, zoals bij veel infectieziekten, is dat men al besmettelijk is voor er symptomen optreden. De besmettelijke periode loopt van 4 dagen vóór tot 4 dagen na het begin van de huiduitslag. Mazelen is een van de meest besmettelijke infectieziekten die we kennen. Het basale reproductiegetal, nog iets wat we kennen van de coronapandemie) bedraagt 12 tot 18. Dit wil zeggen dat één mazelenpatiënt gemiddeld 12 tot 18 anderen kan ‘aansteken’. Positief is dan weer dat het virus antigeenstabiel is. Dit betekent dat het niet, zoals bijvoorbeeld het griepvirus, om de zoveel tijd van karakter wijzigt. Iets wat vaccineren relatief gemakkelijk en zeer efficiënt maakt. Daarenboven is het virus tamelijk labiel en wordt het onder andere door alcohol 70% vernietigd. Uv-licht (zonlicht), droogte en hitte vernietigen het virus ook. WAT IS HET PROBLEEM? Na een tijd bijna verdwenen te zijn geweest ziet men het aantal gevallen van mazelen de laatste jaren weer toenemen. In Vlaanderen zijn er voorlopig nog geen grote uitbraken geweest, maar Vroeger waren de mazelen een kinderziekte waar je nu eenmaal doorheen moest. Weinig kinderen ontsnapten eraan. Vandaar dat ook nu nog de meeste mensen wat meewarig lachen als de dokter hen op de gevaren van dit virus wijst. Als ze het al niet zelf gehad hebben, dan hun ouders toch. En zeg nu zelf, is iemand daar ooit slechter van geworden. En toch, heel veel mensen is dat vroeger niet goed bekomen. En al evenveel mensen worden tegenwoordig nog altijd met ernstige gevolgen van mazelen geconfronteerd. In dit artikel willen we nog eens de puntjes op de i zetten. Wat is het, wat kunnen we er tegen doen, moeten we ons laten vaccineren…? in een aantal andere Europese landen heeft men al wel kleine en matige epidemies gehad. Er zijn een aantal redenen aan te geven die tot deze stijging lijden. Ten eerste is er de toenemende invloed van antivaxers (de VS heeft er zelfs eentje minister van volksgezondheid gemaakt). Met alle mogelijke drogredenen proberen ze mensen te overtuigen om zichzelf en hun kinderen niet te laten vaccineren. De covid-epidemie heeft hier trouwens ook geen goed aan gedaan. Veel mensen zijn sindsdien heel achterdochtig tegenover vaccins. De alsmaar toenemende trend van verre reizen maken, in combinatie legale en illegale migratie, dat het virus zich sneller over de wereld weet te verspreiden. Een laatste reden is te vinden in de onvoldoende vaccinatie gedurende de jaren 80 en 90. Voor de mensen van vóór 1970 is er meestal geen probleem. Omdat in die tijden de ziekte nog endemisch was, en er geen vaccins bestonden, heeft quasi iedereen de ziekte doorgemaakt en heeft daardoor een blijvende immuniteit opgebouwd. Anders is het gesteld voor jongere generaties. Algemene vaccinatie in het geboortejaar is in België pas begonnen in 1985. Mensen van vóór die datum zijn dan ook vaak niet of onvoldoende gevaccineerd. Men is in 1985 weliswaar begonnen met vaccineren, maar men gebruikte aanvankelijk maar één dosis. Omdat achteraf bleek dat dit soms (in 5% van de gevallen) onvoldoende bescherming bood, heeft men vanaf 1995 daar een tweede dosis aan toegevoegd. Dit 2de vaccin werd dan gegeven op de leeftijd van 9 à 13 jaar. Kinderen geboren tussen 1985 en 1995 riskeren dan ook niet voldoende gevaccineerd te zijn. Om van groepsimmuniteit te kunnen spreken zou dan weer minimaal 95% van de bevolking immuniteit moeten hebben (van een volledige vaccinatie of door de ziekte doorgemaakt te hebben). Op dit moment halen we dit niet en riskeren dus om met uitbraken van mazelen geconfronteerd te worden. HOE LOSSEN WE HET PROBLEEM OP? Simpel en moeilijk tegelijkertijd: door te vaccineren. Voor de huidige generatie kinderen is dit probleem grotendeels opgelost. Als antivaxers geen stokken in de wielen steken krijgen zij 21 EXTERNE PREVENTIE
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3