CLB NIEUWS maart - april 2025

ANDER OPENBAAR VERVOER Ook de werknemers die met de bus, tram of metro naar het werk komen, hebben recht op een tussenkomst in hun vervoerskosten, vanaf de eerste kilometer. De tussenkomst verschilt naargelang de prijs van het abonnement al dan niet wordt berekend in functie van de afgelegde afstand: • de prijs hangt af van de afstand: de tegemoetkoming van de werkgever wordt berekend op basis van de actuele forfaitaire bedragen van NAR-cao nr. 19/9 (gewijzigd door NAR-cao nr. 19/11 van 8 april 2024). De werkgeverstussenkomst is echter beperkt tot 75% van de effectieve kostprijs van het vervoersabonnement; • de prijs is een eenheidsprijs, ongeacht de afstand: de tussenkomst van de werkgever bedraagt 71,8% van de effectieve kostprijs van het vervoersbewijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeversbijdrage berekend op basis van de forfaitaire bedragen van NAR-cao nr. 19/9 voor een afstand van 7 km te overschrijden. De tarieven van De Lijn werden op 1 april 2022 voor het laatst gewijzigd. Deze zullen opnieuw aangepast worden in april 2025. De MIVB past vanaf februari 2025 haar ticketprijzen ook aan. Het betreft een prijsstijging van 4,7 % voor de losse ticketverkoop en voor de gewone abonnementen, maar niet voor de voordeeltarieven zoals jongeren- en seniorenabonnementen. De TEC (de Waalse openbaarvervoermaatschappij) verhoogt vanaf februari 2025 eveneens haar tarieven met 3,74%, met uitzondering van bepaalde voordeeltarieven. PRIVÉ-VERVOER Wettelijk gezien is er geen algemene verplichte tussenkomst in de kosten indien de werknemer zijn eigen vervoermiddel gebruikt. Toch is in de meeste sectoren ook hiervoor een werkgeversbijdrage voorzien. Voor de sectoren die hun tussenkomst berekenen op basis van NAR-cao nr. 19/9 zal de tussenkomst in tegenstelling tot bij het openbaar vervoer niet wijzigen op 1 februari 2025. Voor de sectoren waar de tussenkomst van de werkgever wordt berekend op basis van een percentage van de NMBS-tarieven van de treinkaarten zal de tussenkomst wel verhogen. Ook voor sectoren die een indexmechanisme hebben afgesproken, moet er mogelijk een aanpassing gebeuren. FIETSVERGOEDING Werknemers die met de fiets komen werken, hebben recht op een tussenkomst van de werkgever. Deze tussenkomst kan geregeld worden door een sectorale cao. Zo zijn er sommige sectoren die de verplichte tussenkomst van de werkgever baseren op het maximaal vrijgesteld bedrag per kilometer voor de RSZ en de fiscus, dat sinds 1 januari 2025 € 0,36 per kilometer bedraagt. Indien de sector niets voorziet, geldt de aanvullende algemene regeling van de NAR-cao nr. 164. Deze cao bepaalt dat in sectoren en ondernemingen waar geen fietsvergoeding is voorzien, de werkgever alsnog verplicht is een fietsvergoeding te betalen gelijk aan € 0,29 per gefietste woon-werkkilometer (bedrag vanaf 1 januari 2025), voor een afstand beperkt tot 20 km enkel. In heel wat sectoren is de fietsvergoeding bijgevolg verhoogd sedert 1 januari 2025. FISCALE VRIJSTELLINGEN 1. Voor woon-werkverkeer met de wagen of motor De tussenkomst die je betaalt indien de werknemer zijn privé-vervoermiddel (eigen wagen, motor) voor zijn woonwerkverplaatsingen gebruikt, is in principe een belastbare bezoldiging. Voor 2025 wordt er bij de berekening van de bedrijfsvoorheffing maandelijks een vast bedrag van € 41,70 vrijgesteld, oftewel € 500 per jaar. De vrijstelling geldt enkel voor de werknemer die opteert voor een forfaitaire aftrek van zijn beroepskosten in de personenbelasting. 2. Voor woon-werkverkeer met de fiets De fiscaal vrijgestelde fietsvergoeding bedraagt vandaag € 0,36 per kilometer met een plafond van € 3.610 per jaar (geïndexeerde bedragen voor 2025). In 2024 was de jaargrens nog € 2.500 per jaar. Echter, door het optrekken van de jaargrens tot € 3.500 (€ 3.610 voor 2025) vallen de fervente fietsers niet uit de boot. 9 SOCIAAL SECRETARIAAT

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3