ADOPTIEVERLOF Een werknemer die in het kader van een adoptie een minderjarig kind in zijn of haar gezin onthaalt, heeft recht op adoptieverlof. Het doel van dit adoptieverlof bestaat erin de werknemer in staat te stellen om het kind op te vangen en om de nodige voorbereidingen te treffen om voor dat kind te kunnen zorgen. Het adoptieverlof bestaat uit twee delen: • het individueel krediet; én • het bijkomend krediet. Een werknemer die een minderjarig kind adopteert, heeft recht op een individueel krediet van maximum zes weken adoptieverlof. Dit wil zeggen dat dit krediet van zes weken adoptieverlof gekoppeld is aan de werknemer en bijgevolg niet overdraagbaar is naar de andere adoptieouder. Naast het individueel krediet bestaat het adoptieverlof ook nog uit een bijkomend krediet. Dit bijkomend krediet wordt stapsgewijs uitgebreid. Voor aanvragen vanaf 1 januari 2025 geldt er een bijkomend krediet van vier weken adoptieverlof (i.p.v. drie weken) voor beide adoptieouders samen. Dit extra recht van vier weken is dus naar keuze te verdelen tussen de twee adoptieouders. Ze kunnen ofwel door één adoptieouder worden genomen ofwel gespreid over beide adoptieouders worden opgenomen. De adoptieouders moeten in een verklaring op eer aangeven hoeveel van dit krediet van vier weken zij elk willen opnemen. Deze verklaring op eer wordt aan de werkgever bezorgd. Werknemers die effectief adoptieverlof willen nemen, moeten dit verlof opnemen binnen een termijn van twee maanden na de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister. Een werknemer die gebruik wenst Adoptieverlof en pleegouderverlof werden uitgebreid vanaf 2025 te maken van het recht op adoptieverlof moet zijn werkgever hiervan ten minste één maand voor de opname van het verlof schriftelijk verwittigen. Tijdens de eerste drie dagen van het adoptieverlof behoudt de werknemer het normaal loon ten laste van de werkgever. Tijdens de rest van het adoptieverlof ontvangt de werknemer geen loon, maar een uitkering toegekend via de mutualiteit. Deze uitkering bedraagt 82% van het begrensde gederfde loon. PLEEGOUDERVERLOF Ook een werknemer die in het kader van langdurige pleegzorg een minderjarig kind in zijn of haar gezin onthaalt, heeft recht op een specifiek verlofstelsel, met name het pleegouderverlof. Het pleegouderverlof bestaat eveneens uit twee delen: • het individueel krediet; én • het bijkomend krediet. Het individueel krediet bestaat uit maximum zes weken pleegouderverlof. Het bijkomend krediet volgt hetzelfde traject als het adoptieverlof en bedraagt voor aanvragen vanaf 1 januari 2025 dus ook vier weken voor beide pleegouders samen. Dit bijkomend krediet van vier weken kan ofwel door één pleegouder worden genomen ofwel gespreid over beide pleegouders worden opgenomen. De pleegouders moeten een verklaring op eer aan hun werkgever bezorgen waarin ze vermelden hoeveel van dit bijkomend krediet van vier weken zij elk willen opnemen. Tijdens de eerste drie dagen van het pleegouderverlof ontvangt de werknemer het normaal loon ten laste van de werkgever. Tijdens de rest van het pleegouderverlof krijgt de werknemer geen loon, maar wel een uitkering via de mutualiteit. Deze uitkering bedraagt 82% van het begrensde gederfde loon. Werknemers die in aanmerking komen om adoptieverlof of pleegouderverlof te nemen, hebben sinds 1 januari 2025 recht op een extra week adoptie- of pleegouderverlof. Deze bijkomende week wordt toegevoegd aan het krediet dat moet worden verdeeld onder beide adoptieouders of pleegouders. 15 CONSULT
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3