CLB Nieuws

rechte verslaving), hoelang sleept het probleem al aan, wat heb je al geprobeerd en waarom is het mislukt, over wat gaat het (alcohol, cannabis, cocaïne, heroïne…)…? De eerste die vaak in beeld komt is de huisarts. Als vertrouwenspersoon kan je daar met je vragen en problemen terecht. Als hij je al niet zelf kan helpen, kan hij je eventueel doorverwijzen naar meer gespecialiseerde hulpverleners. Zelfhulpgroepen kunnen een goede ondersteuning bieden. Hier ontmoet je mensen die hetzelfde hebben meegemaakt en die je steun in je hersteltraject kunnen bieden. Tegenwoordig kan er ook al veel hulp gevonden worden via online-tools: OnlinePsyHulp of Test jezelf & ga aan de slag! - De Druglijn. Een volgende stap kan ambulante begeleiding zijn. Hierbij ga je op geregelde tijdstippen op gesprek in een centrum waar je wordt bijgestaan door een professionele hulpverlener. Deze zal proberen inzicht in je problemen te krijgen, te werken aan je motivatie en samen met jou manieren zoeken om van je probleem af te raken en om niet te hervallen. Soms zal dagopname in een centrum nodig blijken. Hier werk je overdag aan je problemen maar ga je ’s avonds nog terug naar huis. Afhankelijk van de ernst van het probleem kan dat van een halve dag tot enkele dagen per week gaan. Bij heel ernstige problemen kan opname in een centrum soms noodzakelijk blijken. Dergelijke residentiële hulp kan variëren van enkele weken tot meerdere maanden. WAT KAN CLB PREVENTIE VOOR JOU BETEKENEN? Er zijn verschillende manieren waarop CLB Preventie jou als werkgever kan bijstaan bij problemen met alcohol, drugs en/of medicatiemisbruik. Dit kan zowel op individueel (ondersteuning van een werknemer met probleemgedrag) als op beleidsvlak (hulp bij het opzetten van een beleid m.b.t. deze problematiek). Wanneer een werknemer probleemgedrag vertoont of slecht functioneert en jij, als werkgever, vermoed dat dit te maken heeft met alcohol-, drugs- of medicatiegebruik, is het belangrijk zo snel mogelijk te reageren. CLB Preventie kan bijstand verlenen bij dergelijk probleemgedrag. Zowel de arbeidsarts als de preventieadviseur psychosociale aspecten kunnen je hierin bijstaan. Je geeft hiermee trouwens het signaal dat je het probleem hebt opgemerkt en dat je er, samen met de werknemer, iets aan wil doen. Je geeft aan dat de werknemer aan het probleem moet werken, omdat het de arbeidsprestaties en de werkomgeving of werkrelatie beïnvloedt. De preventieadviseur van CLB (de arbeidsarts of de PA psychosociale aspecten) zullen proberen de situatie in te schatten en zal de werknemer, indien nodig, doorverwijzen naar de geschikte hulpverlening. Maar ook nadat externe hulpverlening opgestart is kunnen ze de werknemer blijven opvolgen. Ook bij het opzetten van een ADM-beleid (Alcohol, Drugs en Medicatie) kan CLB Preventie hulp bieden. Dergelijk beleid is trouwens geen overbodige luxe, het is eenvoudigweg een verplichting voor iedere onderneming. Sinds de bekrachtiging van CAO in 2019 moet een preventief ADM-beleid deel uitmaken van het welzijnsbeleid van een onderneming. Als organisatie kan je er voor kiezen om een fase 1 beleid uit te werken (dit is een verplichting en eerder een standaard toevoeging in het arbeidsreglement) of (wat we warm aanbevelen) is een fase 2 beleid. Dit beleid omvat dieper uitgewerkte procedure met regels, procedures bij disfunctioneren, hulpverlening, vorming en voorlichting. De CAO 100 geeft geen kant en klare oplossingen maar biedt eerder een kader voor het uitwerken van een dergelijk beleid. Een beleid zal altijd afhangen van de specifieke situatie van een bedrijf. Het beleid moet in essentie preventief zijn, gericht op het vroegtijdig opsporen van problemen en op het voorkomen ervan. De insteek moet het functioneren (of het disfunctioneren) van de werknemer zijn en het moet gericht zijn op het bieden van hulp, eerder dan op het sanctioneren. Maar ook dit laatste moet duidelijk omschreven worden. Wat zijn de consequenties als het functioneren niet verbetert, als het probleem blijft voortduren. Ook het beleid dat gevoerd gaat worden rond het eventueel uitvoeren van testen kan deel uitmaken van dit beleid: wanneer kan er getest worden, wie is bevoegd, wat doet men met de resultaten… Testen mogen trouwens enkel gebruikt worden ter preventie en niet om te sanctioneren, en dit met toestemming van de werknemer. Naast de individuele aanpak en de hulp bij het opzetten van een beleid kan er ook opleiding over deze problematiek gegeven worden. Dit staat trouwens niet los van het beleid terzake. Onze diensten bieden verschillende opleidingen over ADM (Alcohol, Drugs en Medicatie) aan. Deze kunnen zich richten naar de werkgever en de hiërarchische lijn, maar ook naar de werknemers toe kan het beleid van de organisatie in de kijker worden gezet. In de opleiding voor de werkgever en de leidinggevenden wordt het belang onderstreept van het snel herkennen van signalen van misbruik. Ook wordt er ingegaan op de wijze waarop men actief stappen kan zetten naar de individuele werknemer toe. De opleiding voor werknemers focust zich op het herkennen van signalen van misbruik bij collega’s en op de manier waarop men dit, als collega, best aanpakt. Meer informatie over deze opleidingen vind je terug in onze opleidingscatalogus. Je kan deze catalogus zowel digitaal als op papier aanvragen via: • clbgroup.be/academy • academy@clbgroup of 011 30 50 63 25 EXTERNE PREVENTIE

RkJQdWJsaXNoZXIy MzI0NzkwNg==