CLB Nieuws mei juni 2021

Vergoeding van de onkosten in het kader van telewerk Aangezien de overheid telewerk heeft verplicht om de verspreiding van het COVID-19-virus tegen te gaan, vragen veel werkgevers zich af of zij de werknemer hiervoor (bijkomend) moeten vergoeden en op welke manier. Of de werkgever de telewerker moet vergoeden, hangt af van het soort telewerk en hetgeen er reeds overeengekomen werd. Wanneer het gaat om occasioneel telewerk dat eerder uitzonderlijk voorkomt, is de werkgever niet verplicht om de werknemer te vergoeden. Bij structureel telewerk staat de werkgever in voor de kosten van de verbindingen en de communicatie die verband houden met het telewerk en is de werkgever verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen, het installeren en het onderhouden van de voor telewerk benodigde apparatuur. De CAO nr. 149, die een aanvullend kader inhoudt voor het telewerk dat verplicht of aanbevolen is omwille vande coronacrisis, verplicht werkgevers niet om een onkostenvergoeding toe te kennen. Wel moeten er afspraken gemaakt worden over de benodigde apparatuur voor het telewerk, de vergoeding van kosten indien de telewerker zijn eigen apparatuur gebruikt, de na te leven uurroosters... Hierna zullen we specifiek ingaan op de vergoeding van de onkosten in het kader van telewerk. Welke mogelijkheden heeft de werkgever om telewerk te vergoeden? De werkgever heeft de volgende mogelijkheden: Een forfaitaire onkostenvergoeding voor kantoorkosten betalen ( € 129,48 per maand maar in april, mei en juni 2021: € 144,31 per maand) Deze onkostenvergoeding dekt alle kantoorkosten (bv. papier en inkt voor de printer, nutsvoorzieningen zoals water, elektriciteit en verwarming). Het gaat dus niet om kantoormateriaal (zoals printer of computer). De werkgever kan deze onkostenvergoeding enkel toekennen aan werknemers die structureel en op regelmatige basis een substantieel deel van hun arbeidstijd aan thuiswerk doen. Onder structureel en op regelmatige basis thuiswerken wordt het equivalent van één werkdag per week verstaan. De beoordeling hiervan gebeurt op maandbasis. 1 Een forfaitaire onkostenvergoeding voor het professioneel gebruik van een privé internetaansluiting en –abonnement ( € 20,00 maand) De fiscus definieert ‘internetaansluiting’ en ‘internet- abonnement’ als volgt: • Internetaansluiting: alle apparatuur die verband houdt met de aansluiting van de pc op het internet ongeacht het gebruikte systeem (ADSL, VDSL, kabel...) • Internetabonnement: de verstrekking door een ‘provider’ of verstrekker van toegang tot het internet. Indien de werknemer internet gebruikt in het kader van thuiswerk, kan de werkgever een forfaitaire kostenvergoeding van maximum € 20,00 per maand betalen aan de werknemer. Wanneer het maandelijks toegekende bedrag hoger is dan € 20,00 en er geen bewijsstukken worden geleverd van deze overschrijding zal het bedrag van de overschrijding worden beschouwd als een voordeel van alle aard. 2 12 Consult