CLB Nieuws september- oktober 2024

2. INVOERING VAN NIEUWE INBREUKEN De wet voegt een aantal nieuwe inbreuken toe aan het Sociaal Strafwetboek, die bestraft kunnen worden met een sanctie van niveau 2. Zo kan een werkgever bijvoorbeeld worden bestraft indien hij niet heeft voorzien in een systeem van tijdsopvolging bij de toepassing van een glijdend uurrooster, voor het niet uitreiken van een vakantieattest aan een werknemer, voor inbreuken met betrekking tot ecocheques, inbreuken op algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot het niet betalen van de vergoeding voor de levering, het onderhoud of de reiniging van de werkkledij en inbreuken op algemeen verbindend verklaarde cao’s met betrekking tot het niet bezorgen van het arbeidsgereedschap of het niet betalen van de materiaalvergoedingen. Een werkgever die geen loonafrekening aan de werknemer bezorgt bij elke definitieve betaling van het loon kan voortaan gesanctioneerd worden met een sanctie van niveau 3. 3. TOEVOEGING VAN EEN NIEUWE SANCTIE Voor inbreuken van niveau 3 en 4 wordt ook een nieuwe straf toegevoegd, met name de uitsluiting om deel te nemen aan overheidsopdrachten of concessies te verkrijgen. Naast het exploitatieverbod, het beroepsverbod of de bedrijfssluiting kan een rechter voortaan als bijkomende straf ook een uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten of concessies opleggen voor een termijn van drie tot vijf jaar. 4. VERLAGING VAN HET SANCTIENIVEAU Voor sommige inbreuken wordt het sanctieniveau verlaagd. Dit is bijvoorbeeld het geval voor het niet vermelden van bepaalde verplichte gegevens in het arbeidsreglement, voor inbreuken in verband met het register van de uitzendkrachten of voor het niet correct bijhouden van een afschrift van de deeltijdse arbeidsovereenkomst op de plaats waar het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd. 5. VERHOGING VAN HET SANCTIENIVEAU Voor andere inbreuken resulteert de nieuwe wetgeving in een verhoging van het sanctieniveau. Dit geldt onder meer voor inbreuken met betrekking tot de betaling van het loon of andere vermogensrechtelijke voordelen, het niet aanduiden van een preventieadviseur psychosociale aspecten of een vertrouwenspersoon in de onderneming, inbreuken in het kader van de informatieverplichtingen bij een collectief ontslag en het openbaar misbruiken van de benaming Fonds voor bestaanszekerheid of Sociaal secretariaat. De wet voorziet daarnaast dat voor bepaalde inbreuken die wetens en willens door de werkgever worden gepleegd het sanctieniveau wordt verhoogd naar niveau 4. Dit is van toepassing voor het niet aangaan van een arbeidsongevallenverzekering, het afleggen door de werkgever van onjuiste of onvolledige verklaringen in verband met de tijdelijke werkloosheid van een werknemer, het niet opmaken van een sociale balans en het niet verzenden van bepaalde documenten aan instellingen zoals de RSZ of de bevoegde verzekeraar. 6. INVOERING VAN HET BEGRIP ‘VERZWARENDE FACTOR’ Door de nieuwe wet wordt het begrip ‘verzwarende factor’ bij het plegen van bepaalde inbreuken ingevoerd. Dit geldt in twee situaties, namelijk het wetens en willens plegen van een inbreuk die wordt bestraft met sanctieniveau 4 en de belemmering van het toezicht met fysiek of psychologisch geweld of bedreiging van een sociaal inspecteur. 7. AANPASSING VAN DE TERMIJN VOOR HERHALING EN VOOR DE UITWISSING VAN EEN ADMINISTRATIEVE GELDBOETE De wet wijzigt de termijn voor herhaling bij strafvervolging of administratieve vervolging van één jaar naar drie jaar. Bij herhaling binnen een termijn van drie jaar volgend op een veroordeling voor een inbreuk, kan de geldboete verhoogd worden tot het dubbele van de maximale geldboete. De wet verhoogt tevens de termijn voor de uitwissing van de administratieve geldboete van drie jaar naar vijf jaar. Bij het opleggen van een administratieve geldboete mag er bijgevolg geen rekening meer gehouden worden met een administratieve geldboete of een schuldigverklaring die langer dan vijf jaar geleden werd opgelegd. 8. SOCIALE DUMPING De wet voert een definitie van sociale dumping in als onderdeel van het beleid tegen sociale fraude en illegale arbeid. Sociale dumping wordt omschreven als een brede waaier aan opzettelijke misbruikpraktijken en de omzeiling van bestaande Europese en/of nationale wetgeving, met inbegrip van wetten en algemeen toepasselijke collectieve overeenkomsten, die oneerlijke concurrentie mogelijk maken door de arbeids- en werkingskosten op illegale wijze te minimaliseren, en resulteren in de schending van de rechten en de uitbuiting van werknemers. 9. BEVOEGDHEDEN VAN SOCIAAL INSPECTEURS Tenslotte worden ook de bevoegdheden van sociaal inspecteurs aangepast. Zo kunnen zij bijstand van de politiediensten vragen om toegang te verkrijgen tot arbeidsplaatsen of bewoonde ruimten. Ook de regels en voorwaarden met betrekking tot vaststellingen via beeldmateriaal door middel van een technisch hulpmiddel worden aangepast, onder meer om te verduidelijken dat sociaal inspecteurs tijdens controles foto’s met een smartphone mogen nemen. 15 CONSULT

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3