CLB Nieuws september / oktober 2020
Covid-19: to test or not to test, that’s the question Met de regelmaat van de klok krijgen onze arbeidsartsen de vraag of werknemers middels een bloedname kunnen getest worden op antistoffen tegen het Coronavirus. De arbeidsarts zal deze vraag meestal met een wedervraag beantwoorden: “Waarom? Wat wilt u daarmee te weten komen?” Soms wil men weten of de werknemer bij wie een positieve Covid-19 test is afgenomen, genezen is en het werk kan hervatten. In andere gevallen wil men achterhalen of een werknemer immuun is, of dat hij of zij nog steeds besmettelijk is. Soms is men gewoon nieuwsgierig of iemand besmet is geweest of niet. Het antwoord op al deze vragen is alleszins negatief: een test zal ons niet leren of iemand al dan niet genezen is van zijn of haar Corona-infectie. Het zegt ook niets over al dan niet immuun zijn voor het virus, over de momentane besmettelijkheid of over het al dan niet doorgemaakt hebben van de ziekte. Wat zijn antistoffen? Enige uitleg over wat antistoffen zijn en wat ze betekenen, is misschien niet overbodig. Antistoffen, ook wel antilichamen genoemd, zijn eiwitten die door de mens (en door andere dieren) gevormd worden als reactie op lichaamsvreemde stoffen (antigenen) zoals virussen, bacteriën of andere grote moleculen. Bij een nieuwe infectie met dezelfde lichaamsvreemde stof (hetzelfde virus of dezelfde bacterie) kunnen deze antistoffen zich binden aan ‘de vijand’ en helpen om deze onschadelijk te maken. Soms zitten antistoffen vast aan witte bloedcellen en spelen ze op deze wijze een rol in ons afweersysteem. De aanmaak van antistoffen tegen een lichaamsvreemde stof begint meestal pas enkele dagen tot enkele weken na de besmetting. Er is m.a.w. altijd een ‘vensterperiode’ waarbij iemand al wel besmet is, maar waar men nog geen antistoffen kan aantonen. Soms, maar niet altijd, verdwijnen de antistoffen na verloop van tijd weer uit het bloed. Voor het Covid-19-virus is het nog niet helemaal duidelijk hoelang de antistoffen aanwezig blijven, maar de eerste testen tonen aan dat ze vaak na een aantal maanden alweer verdwenen zijn. Antistoffen spelen weliswaar een rol in de immuniteit, maar ze zijn hierin niet alleen. Er bestaat ook nog zoiets als een ‘cellulaire immuniteit’. Deze vorm van immuniteit is echter veel moeilijker aan te tonen. Specifieke witte bloedcellen kunnen tussenkomen in de bestrijding van virussen en bacteriën. Het feit dat antistoffen verdwijnen, wil dan ook niet automatisch zeggen dat de immuniteit ook verdwenen is. De toekomst zal echter moeten uitwijzen in welke mate dit al dan niet het geval is. Onderzoek in de periode van het SARS-virus (verwant aan Covid-19) leerde zelfs dat mensen die weinig symptomen vertoonden ook weinig antistoffen aanmaakten, juist omdat ze zo’n goede ‘cellulaire immuniteit’ hadden. Wat kan men leren uit een positieve test? Wanneer men positief test (er zijn antistoffen aanwezig), duidt dit op een doorgemaakte corona-infectie. We schrijven hier bewust ‘corona-infectie’ en niet Covid-19 infectie. Het kan immers nog altijd dat een positieve test veroorzaakt wordt door een besmetting met een ander lid van de Coronafamilie (veel leden van deze familie veroorzaken gewone verkoudheden). In dit geval spreekt men van een vals positieve test: er zijn antistoffen, maar er is geen Covid-19-infectie geweest. Meestal gaat men er bij een positieve test echter vanuit gaan dat er een Covid-19-infectie geweest is. Wat kan men leren uit een negatieve test? Een negatieve test interpreteren is al iets moeilijker. De meest logische verklaring is natuurlijk dat er geen Covid-19-infectie geweest is. Veel corona-infecties vertonen immers weinig verschil met een gewone griep of een gewone verkoudheid. Ook in deze wat verwarde tijden betekent koorts en hoesten niet automatisch Corona. Een tweede mogelijkheid is dat men de bloedafname in de ‘vensterperiode’ genomen heeft. Men is besmet maar het lichaam heeft nog geen antistoffen kunnen aanmaken. Anderzijds kan men ook te laat zijn: de patiënt heeft een tijd geleden een infectie doorgemaakt, heeft daarna antistoffen aangemaakt, maar deze zijn intussen alweer verdwenen. Nog een mogelijkheid is dat men na een besmetting helemaal geen antistoffen heeft aangemaakt. Sommige onderzoekers gaan ervan uit dat mensen met een asymptomatische infectie, of een infectie met zeer weinig symptomen, weinig of geen antistoffen zouden aanmaken. Ten slotte kan een test ook vals negatief zijn 18 Externe Preventie
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3