CLB Nieuws november december

Wijzigingen Brusselse steunmaatregelen Solidariteitsbijdrage bedrijfswagens: nieuwe bedragen vanaf 1 januari 2020 Afschaffing verhoogde aftrek 120% voor fietsinvesteringen Nieuw plafond voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen voor sportbeoefenaars De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft een aantal aanpassingen doorgevoerd met betrekking tot de tewerkstellingssteun in Brussel. De meeste wijzigingen zijn van toepassing sedert 1 oktober 2019. Het betreft wijzigingen aan de maatregel Activa Brussels en de daaraan gekoppelde aanmoedigingssteun voor opleiding. De regeling Activa Brussels is gericht op de aanwerving van niet-werkende werkzoekenden die woonachtig zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarnaast werd ook de mentorpremie gewijzigd. De mentorpremie is bestemd voor werkgevers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die een mentor aanstellen voor de begeleiding van alternerende leerlingen. Indien u hierover meer informatie wenst, kan u contact opnemen met CLB Sociaal Secretariaat. Wanneer u aan één van uw werknemers een bedrijfswagen ter beschikking stelt die de werknemer ook voor privédoeleinden mag gebruiken, dan zal u hiervoor een solidariteitsbijdrage moeten betalen aan de RSZ. De solidariteitsbijdrage is afhankelijk van de CO2-uitstoot van het voertuig, maar ook van het type brandstof. De berekeningsformule wordt elk jaar op 1 januari geïndexeerd op basis van het gezondheidsindexcijfer van de maand september. Vanaf 1 januari 2020 zal het bedrag van de solidariteitsbijdrage als volgt worden berekend: Benzinevoertuigen:[( CO2-uitstoot x 9) – 768] : 12 x 1,3078 Dieselvoertuigen:[( CO2-uitstoot x 9) – 600] : 12 x 1,3078 LPG-voertuigen: [( CO2-uitstoot x 9) – 990] : 12 x 1,3078 De minimumbijdrage per maand ligt vanaf 1 januari 2020 vast op € 27,24. De bijdrage voor de elektrisch aangedreven voertuigen bedraagt eveneens € 27,24 per maand. Voor voertuigen waarvan de CO2-uitstoot niet gekend is, wordt de CO2-uitstoot bepaald op 182 gr/km voor benzinevoertuigen en op 165 gr/km voor dieselvoertuigen. Dit brengt vanaf 1 januari 2020 een solidariteitsbijdrage van € 94,81 met zich mee voor de benzinevoertuigen en van € 96,44 voor de dieselvoertuigen. Wanneer een werkgever kosten maakt om zijn werknemers aan te moedigen om zoveel mogelijk de fiets te gebruiken voor woon-werkverplaatsingen, kunnen deze kosten voor 120% afgetrokken worden. Het gaat zowel om investeringen in fietsen als in fietstoebehoren en fietsinfrastructuur. Alle soorten fietsen komen hiervoor in aanmerking: een gewone fiets, een elektrische fiets, een speed pedelec, een bakfiets, enz. Vanaf 1 januari 2020 (aanslagjaar 2021) wordt de verhoogde aftrek van 120% echter afgeschaft in de vennootschapsbelasting en geldt de gewone aftrekbaarheid van 100%. Een werkgever- natuurlijke persoon die onderworpen is aan de personenbelasting kan wel blijven genieten van de verhoogde aftrek van 120%. De sociale zekerheidsbijdragen voor sportbeoefenaars worden berekend op het werkelijk loon, echter beperkt tot een plafond als het loon van de sportbeoefenaar meer bedraagt dan dat plafond. Vanaf 1 september 2019 bedraagt het loonplafond voor betaalde sportbeoefenaars € 2.352,21. BEKNOPT 9 Sociaal Secretariaat

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3