CLB Nieuws ma/apr 2021

Verstrekken van quarantaineattesten Als uit het resultaat van de contactopsporing blijkt dat er hoogrisicocontacten geweest zijn binnen de onderneming, dan moet de arbeidsarts voor deze werknemers quarantaineattesten uitschrijven. Het betreft hier hetzelfde attest dat ook door huisartsen wordt uitgeschreven. De arbeidsarts brengt de werkgever ook op de hoogte van het feit dat hij of zij deze attesten heeft uitgeschreven. De werkgever dient er natuurlijk op toe te zien dat de werknemers zich aan deze attesten houden door bijvoorbeeld telewerk te organiseren of tijdelijke werkloosheid in te roepen. Ook hier weer is het duidelijk dat enkel attesten worden uitgeschreven voor werknemers die fysiek aanwezig zijn. De arbeidsarts kan geen attesten voor derden (vb. familieleden) uitschrijven. Doorverwijzen voor een COVID-19-test De arbeidsarts heeft sedert enige tijd ook de mogelijkheid werknemers door te verwijzen voor een COVID-19-test. De arts kan dit wel enkel voor de werknemers van de bedrijven waarvoor hij verantwoordelijk is (het eigen bedrijf voor interne bedrijfsartsen of de aangesloten ondernemingen voor externe preventiediensten). Hij heeft wel altijd de mogelijkheid om testen aan te vragen voor mensen die geen arbeidscontract met de onderneming hebben, maar wel deel van de risicopopulatie uitmaken (uitzendkrachten, consultants, stagiairs, vrijwilligers…). De aanvraag kan ook enkel gebeuren voor werknemers die fysiek op de werkplek aanwezig zijn. Het is m.a.w. niet de bedoeling telewerkers in het proces te betrekken. Testen mogen voor een aantal groepen van werknemers worden aangevraagd: 1. werknemers die geïdentificeerd zijn als een hoogrisicocontact; 2. werknemers waarvoor de arbeidsarts een test noodzakelijk acht om een dreigende uitbraak in de onderneming te bestrijden (clustermanagement); 3. werknemers die meestal niet in België wonen en hier slechts een beperkte periode werken, en waarvan ten minste één de symptomen vertoont of positief getest heeft op COVID- 19 (clustermanagement); 4. werknemers die een zakenreis naar het buitenland moeten maken, waarvoor een negatieve COVID-19-test nodig is; 5. werknemers in bepaalde specifieke omstandigheden, na de beslissing van de bevoegde overheid en in overleg met de FOD WASO. Zelf COVID-testen afnemen Wanneer de arbeidsarts dat aangewezen acht mag hij ook zelf testen afnemen (of onder zijn verantwoordelijkheid laten afnemen). De arts kan hiertoe besluiten wanneer de testcapaciteit onder druk staat of bijvoorbeeld wanneer hij oordeelt dat de verplaatsing naar een testcentrum een te groot besmettingsrisico inhoudt. Het spreekt voor zich dat deze afnames onder de correcte omstandigheden moeten gebeuren (passende PBM's zoals FFP2-maskers, gelaatsbescherming, schort en handschoenen) en met het juiste testmateriaal. Als de testen zelf worden afgenomen, dan moet de arbeidsarts de resultaten ervan aan de overheid en aan de behandelende arts (mits toestemming van de werknemer) melden. Op deze wijze kan de overheid de contacttracing naar anderen organiseren: familie, vrienden… Deze registratie is natuurlijk ook belangrijk om een zicht te blijven hebben op de epidemiologische situatie. Als iedereen op eigen houtje begint te testen zonder de resultaten te centraliseren weet op de lange duur natuurlijk niemand meer hoeveel besmettingen zich waar hebben voorgedaan. Gevolgen voor de ‘normale’ werkzaamheden Gezien de tijd die de arbeidsarts in de beheersing van de pandemie moet steken, wordt de mogelijkheid geschapen de reguliere werkzaamheden (tijdelijk) op te schorten. Het periodiek gezondheidstoezicht, spontane raadplegingen, re-integratiebeoordelingen… zullen eventueel moeten wijken Externe Preventie 19

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3