CLB Nieuws ma/apr 2021
Consult Nieuwe vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor opleidingen vanaf 2021 In het vorige CLB Nieuws van januari-februari 2021 lieten wij u reeds weten dat er een nieuwe gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor opleidingen op komst was. Dankzij deze fiscale steunmaatregel wil de regering werkgevers aanmoedigen om hun werknemers meer opleidingen te laten volgen. Inmiddels werd de nieuwe maatregel met ingang van 1 januari 2021 effectief gepubliceerd. Daarom geven wij u graag nog eens een samenvatting van de definitieve voorwaarden om van deze vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor opleidingen te kunnen genieten. Gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing Werkgevers in de privésector die hun werknemers meer opleidingen laten volgen dan wettelijk verplicht is, kunnen in toepassing van deze maatregel een gedeelte van de ingehouden bedrijfsvoorheffing voor deze werknemers niet doorstorten naar de fiscus. De vrijstelling kan ook gecombineerd worden met andere vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Anciënniteitsvoorwaarde voor werknemers Voor de toepassing van de vrijstelling is het wel belangrijk dat de werknemers minstens 6 maanden anciënniteit bij de werkgever hebben. Minimale duur van de opleidingen De basisregel is dat een voltijdse werknemer een opleiding gevolgd moet hebben van minstens 10 dagen binnen een ononderbroken periode van 30 kalenderdagen. Hierbij wordt één opleidingsdag omschreven als 7,6 uur opleiding. Voor deeltijdse werknemers wordt de minimale opleidingsduur herleid pro rata de deeltijdse arbeidsregeling. Er gelden wel twee afwijkende regelingen: enerzijds voor ondernemingen met ploegen- of nachtarbeid die een ploegenpremie toekennen die onderworpen is aan bedrijfsvoorheffing en anderzijds voor werkgevers die voldoen aan de voorwaarden om als kleine vennootschap beschouwd te worden overeenkomstig artikel 1:24 van het wetboek van vennootschappen en verenigingen en natuurlijke personen die aan deze criteria voldoen. Ondernemingen # opleidingsdagen Referteperiode Werkgevers – basisregel 10 dagen Binnen een ononderbroken periode van 30 kalenderdagen Ondernemingen met ploegen- of nachtarbeid die ploegenpremie onderworpen aan bedrijfsvoorheffing betalen 10 dagen Binnen een ononderbroken periode van 60 kalenderdagen (werknemer moet effectief een ploegenpremie ontvangen tijdens deze referteperiode) Werkgevers die voldoen aan voorwaarden om als kleine vennootschap beschouwd te worden 5 dagen Binnen een ononderbroken periode van 75 kalenderdagen 10
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3