CLB Nieuws januari / februari 2022

Consult Moet u in het eerste kwartaal van 2022 ook een werkgelegenheidsplan opmaken? Sedert 2013 moeten alle werkgevers met meer dan 20 werknemers een werkgelegenheidsplan voor 45-plussers opstellen. Dit plan moet maatregelen bevatten om de tewerkstelling van oudere werknemers te behouden of te bevorderen. Om het aantal werknemers te bepalen, moet rekening worden gehouden met het aantal werknemers in voltijdse equivalenten op basis van de Dimona-aangiften én met het aantal uitzendkrachten in voltijdse equivalenten in de onderneming (op het niveau van de technische bedrijfseenheid) op de eerste werkdag van het kalenderjaar. De concrete berekening van het aantal werknemers op de eerste werkdag van het kalenderjaar moet om de 4 jaar gebeuren. Het resultaat van de berekening bepaalt dan ook telkens voor een periode van 4 jaar of er al dan niet een werkgelegenheidsplanmoet worden opgemaakt. De laatste berekening dateert van 2 januari 2021. Telde uw onderneming op 2 januari 2021meer dan 20 voltijdse equivalenten, dan bent u bijgevolg verplicht om ook voor de jaren 2022 tot en met 2024 eenwerkgelegenheidsplan op te stellen. Deze verplichting blijft dus ook gelden als uw personeelsbestand in de loop van de komende jaren onder de 20 zou dalen. Had uw onderneming maximum 20 voltijdse equivalenten op 2 januari 2021, dan bent u bijgevolg tot en met 2024 vrijgesteld van de verplichting om een werkgelegenheidsplan op te stellen. Op de eerstewerkdag van 2025 zal er dan voor alle ondernemingen een nieuwe telling van het aantal werknemers in het kader van het werkgelegenheidsplan moeten gebeuren. In het werkgelegenheidsplan moet de onderneming een aantal verplichte vermeldingen opnemen en moet de werkgever één of meerdereactiegebiedenen concretemaatregelen vermeldenmet als doelstelling omde tewerkstelling van 45-plussers in de onderneming te behouden of te bevorderen. Het kan gaan ommaatregelen die nu reeds worden toegepast binnen de onderneming of omde invoering van nieuwemaatregelen, zoals bijvoorbeeld loopbaanontwikkeling, functieaanpassingen, preventie- en welzijnsmaatregelen, enz. De werkgever moet het ontwerp van werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers voorleggen aan de ondernemingsraad, de vakbondsafvaardiging, het CPBW of de werknemers zelf. Deze bespreking moet gebeuren binnen de 3 maanden na de afsluiting van het boekjaar, voor de meeste ondernemingen is dit dus ten laatste tegen 31 maart 2022. De werkgever moet het werkgelegenheidsplan gedurende 5 jaar bewarenenopverzoek vande inspectiediensten kunnen voorleggen. Als werkgever kan u ervoor kiezen om jaarlijks een werkgelegenheidsplan op te stellen of om een meerjarenplan op te maken. Heeft u begin 2021 een werkgelegenheidsplan opgesteld voor 1 jaar, danmoet u voor het jaar 2022 een nieuwwerkgelegenheidsplan opstellen. Heeft u begin 2021 een meerjarenplan opgesteld voor de periode 2021-2024, dan blijft dit werkgelegenheidsplan nog gelden. Umoet dan wel de werknemersvertegenwoordigers of de werknemers zelf jaarlijks informeren over de voortgang van de maatregelen die u heeft opgenomen in het werkgelegenheidsplan. 9

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3