CLB Nieuws januari / februari 2022

Als het houtstof om je hoofd is verdwenen In de jaren 60 van de vorige eeuw zong Boudewijn De Groot ‘Als de rook om je hoofd is verdwenen’. Als die rook verdwenen was, dan scheen de zon en was alles mooi. Als het houtstof om uw hoofd is verdwenen, zou u wel eens in een minder mooie wereld wakker kunnen worden. Nochtans vinden we hout een geweldig materiaal. We gebruiken het al sinds mensenheugenis: tafels en stoelen, kasten, voertuigen (zelfs vliegtuigen), boten … Lange tijd kenden we geen ander materiaal om ze te maken. Hout bewerken (zagen, schaven, boren, schuren …) geeft echter stofvorming. Vaak als een beetje een lastig neveneffect beschouwd, maar meer ook niet. Ja, in een modern houtbewerkingsbedrijf moest u natuurlijk wel maatregelen nemen om stofexplosies te voorkomen, en u moest maatregelen nemen om te vermijden dat er vingers werden afgezaagd. Maar dat viel meer onder de noemer arbeidsveiligheid. Voor de rest had het wel iets, dat houtstof. Het rook zelfs niet zo slecht. Een beetje de geur van de natuur. Intussen weten we wel beter: houtstof is, zoals de meeste andere stofsoorten, niet zo onschuldig als het lijkt. In dit artikel willen we wat dieper ingaan op de gezondheidsrisico’s van houtstof, de te nemen preventiemaatregelen en de nieuwste campagne die door Fedris georganiseerd wordt. Tenslotte gaan we in op welke wijze CLP EDPB u kan bijstaan bij problemen m.b.t. deze materie. Blootstelling aan hout(stof) De sectoren opsommen waar er blootstelling aan houtstof is, is bijna onbegonnen werk: de meubelindustrie, timmer- en schrijnwerk, vervaardiging van paletten, fabricage en leggen van parketvloeren, bouw, bosbouw … overal wordt er wel gezaagd, geschaafd, geboord of geschuurd. Bij zowat alle bewerkingen van hout zal of kan er stof vrijkomen. Bij boren valt de stofvorming meestal mee. Schaven, frezen en zagen zijn al minder onschuldig, maar schuren is zonder twijfel de activiteit die het meeste stof genereert. Houtstof wordt meestal ingedeeld als stof afkomstig van loof- of van naaldhout. Naast het hout als dusdanig kunnen er in het stof allerhande ‘nevenproducten’ voorkomen: mijten, houtwormen, bacteriën, bestrijdingsmiddelen … In geval van herbewerking van hout kunnen er natuurlijk ook allerlei soorten houtbeschermingsmiddelen, lakken, vernissen en lijmen gevonden worden. Vanuit gezondheidskundig en preventief standpunt kan men houtstof indelen in twee groepen: * Risicogroep 1: loofhout, tropisch hout, behandeld plaatmateriaal (melamine, volkern, water- en vuurbestendige chemicaliën …) Risicogroep 2: naaldhout (m.u.v. red wood cedar), onbehandeld plaatmateriaal (formaldehyde-arm) Zonder vooruit te willen lopen op de feiten kunnen we hier al stellen dat risicogroep 1 gevaarlijker is dan groep 2. Veel hangt natuurlijk af van de grootte van de stofdeeltjes. Deeltjes tussen de 10 en 100 µm worden bijna volledig tegengehouden door de slijmvliezen van de neus en de keel. Kleinere deeltjes (<10 µm) passeren de neus en de keel voor een groot deel, maar worden wel voor het grootste deel afgevangen in de slijmvliezen van de hogere luchtwegen. De kleinste deeltjes (< 4 µm) noemt men ook wel eens inadembaar stof omdat deze deeltjes tot diep in de longen kunnen doordringen. Deze deeltjes kunnen het meeste schade veroorzaken. Gezondheidsrisico’s De gezondheidsrisico’s van houtstof situeren zich op verschillende vlakken en in verschillende gradaties. De meeste problemen doen zich voor t.h.v. de huid, de ogen, de longen en de neus/sinussen. * www.woodwize.be 18 Externe Preventie

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3