CLB Nieuws januari / februari 2021
Standpunt Cassatie bij beëindiging arbeids- overeenkomst werknemer in deeltijds tijdskrediet met motief zorg voor een kind In een arrest van 22 juni 2020 wijkt het Hof van Cassatie af van de bestaande rechtspraak en oordeelt het dat bij een ont- slag van een werknemer in deeltijds tijdskrediet met motief ‘zorg voor een kind jonger dan 8 jaar’ het voltijdse loon in acht genomen moet worden voor de berekening van de ont- slagvergoeding. Feiten Een werkneemster werkt bijna 10 jaar voltijds bij haar werkgever. Ze gaat in halftijds tijdskrediet om voor haar kind jonger dan 8 jaar te zorgen. Tijdens dit tijdskrediet besluit de werkgever over te gaan tot de beëindiging van haar arbeidsovereenkomst en betaalt een opzeggingsvergoeding berekend op haar deeltijds loon. De werkneemster betwist deze berekening en is van mening dat de opzeggingsvergoeding moet berekend worden op basis van haar voltijds loon. Bovendien vordert ze een beschermings- vergoeding op basis van haar voltijds loon. Het Arbeidshof van Bergen oordeelt dat de werkneemster inder- daad ontslagen werd op grond van haar tijdskrediet en kent haar een extra beschermingsvergoeding van 6 maanden loon toe. Het Arbeidshof beslist echter dat deze vergoeding berekend moet worden op haar lopend deeltijds loon. De werkneemster gaat niet akkoord en stapt naar het Hof van Cassatie. Het Hof van Cassatie is van mening dat de berekening van een opzeggings- en beschermingsvergoeding op basis van het deel- tijds loon een indirecte discriminatie op basis van geslacht kan uitmaken omdat het meestal vrouwen zijn die tijdskrediet opne- men voor de opvoeding van de kinderen. Als er niet aange- toond kan worden dat een berekening op basis van het deeltijds loon gerechtvaardigd kan worden door factoren die vreemd zijn aan het geslacht moet de opzeggings- en beschermings- vergoeding bijgevolg berekend worden op basis van het loon dat de werkneemster zou hebben ontvangen indien ze haar arbeidsprestaties niet tijdelijk verminderde. Aangezien het Arbeidshof van Bergen naliet om hierover onder- zoek te voeren, vernietigt het Hof van Cassatie het arrest en ver- wijst de zaak door naar het Arbeidshof van Luik. Breuk met eerdere rechtspraak In 2011 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat er geen schending is van het gelijkheidsbeginsel wanneer de werkgever voor de berekening van de opzeggingsvergoeding gebruik maakt van het loon m.b.t. verminderde arbeidsprestaties. In 2019 bevestigde dit Grondwettelijk Hof ook nog dat het verschil in behandeling tussen de werknemer die ouderschapsverlof geniet en de werk- nemer die zijn arbeidsprestaties heeft verminderd in het kader van tijdskrediet of een andere vorm van loopbaanvermindering, voor wat betreft de berekening van het lopende loon om de opzeggingsvergoeding te bepalen die door de werkgever ver- schuldigd is, redelijk verantwoord is. De conclusie van het Hof van Cassatie is dus anders, aangezien het van mening is dat het gebruik van het deeltijds loon voor de berekening van de ontslagvergoeding bij tijdskrediet met motief ‘zorg voor een kind jonger dan 8 jaar’ indirecte discrimi- natie betreft. Gevolg voor de werkgevers Het is nu afwachten welke uitspraak de lagere rechtbanken gaan volgen. Wilt u een werkneemster ontslaan in een periode van tijdskrediet met motief zorg voor een kind? Weet dan dat u een risico loopt op een bijkomende vordering wanneer u de opzeggingsvergoeding berekent op basis van het lopend deeltijds loon. Consult 9
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3