CLB Nieuws januari / februari 2021

Externe Preventie Naast deze klassieke technieken worden ook nieuwere technieken gebruikt: mRNA-vaccins, koeriervaccins, eiwitvaccins… Bij een mRNA-vaccins (zoals o.a. het Pfizer- en het Moderna-vaccin) wordt een stukje van de genetische code van het virus ingespoten. Ons lichaam gaat als reactie hierop bepaalde eiwitten van het virus produceren (zonder het virus zelf aan te maken natuurlijk). Het afweersysteem zal zich dan wapenen tegen dit eiwit, zodat we, wanneer we later met het virus besmet worden, voorbereid zijn. Bij koeriervaccins wordt een onschuldig virus gebruikt om een stuk van de genetische code van het Covid-19-virus in het lichaam te brengen. Dit is de technologie die o.a. door Johnson & Johnson en Astra-Zeneca gebruikt wordt. Hoe ontwikkelt men een vaccin en gaat het nu niet allemaal wat snel? In het begin van de coronapandemie werd ons gezegd dat we niet te snel op een vaccin moesten hopen: dat duurde al vlug enkele jaren. En zie nu, we zijn nog geen jaar verder en verschillende vaccins maken al hun opwachting. Is het dan wel veilig, kunnen we er wel op vertrouwen? Het is natuurlijk niet zo dat de onderzoekers met een blanco blad moesten beginnen. Men heeft al een jarenlange ervaring in het maken van vaccins. De technologie moest dan ook niet uit het niets opgebouwd worden. De genetische code van het Covid-19-virus werd door de Chinezen al op 12 januari 2020 vrijgegeven (afin, eigenlijk ‘pas’ op 12 januari, want ze kenden de code al van 26 december 2019). Vanaf toen konden wetenschappers aan de slag met de ontwikkeling van testen maar ook van vaccins. Wereldwijd zijn tienduizenden onderzoekers begonnen aan de ontwikkeling van een vaccin. En dit zowel bij farmaceutische bedrijven als in onderzoeksinstellingen en universiteiten. Vaak werden lopende onderzoeken tijdelijk ‘on hold’ gezet om alle energie in Covid-19 te steken. Anders dan anders is veel informatie gedeeld door de onderzoekers uit de hele wereld. Gezien de omvang van het probleem was immers geen enkel bedrijf in staat alle vaccins voor de gehele wereld te produceren. De ontwikkeling van een vaccin loopt altijd via een min of meer zelfde stramien. Eerst wordt een potentieel werkzaam vaccin aan proefdieren toegediend. Stelt men vast dat de dieren na blootstelling aan het virus antistoffen ontwikkelen dan gaat men over op studies bij mensen. Dit gebeurt in 3 fases. Eerst wordt bij een beperkte groep gezonde vrijwilligers nagegaan of het vaccin wel veilig is en welke dosering men zou moeten gebruiken. In een tweede fase wordt dan bij een grotere groep nagegaan hoe het afweersysteem reageert (hoeveel antistoffen worden er bij verschillende doses opgebouwd). In de derde fase wordt tenslotte aan meerdere 10-duizenden proefpersonen het vaccin toegediend. Tegelijkertijd krijgt een groep die van samenstelling (leeftijd, geslacht, leefgewoonten…) hetzelfde is als de gevaccineerde groep een placebo (een spuitje zonder werkzame stof) toegediend. Dit gebeurt in wat men een dubbel-blindstudie noemt. Noch de onderzoeker, noch de proefpersoon weet wie een vaccin en wie een placebo krijgt. In deze fase wordt ook duidelijk of er zeldzame nevenwerkingen optreden die men niet gezien zou hebben in de eerdere fases. In normale omstandigheden worden deze fases één voor één afgehandeld. Na iedere fase bestudeert men de resultaten en begint men met de volgende fase. Bij de ontwikkeling van het Covid-19-vaccin is men al met een nieuwe fase begonnen voordat de vorige volledig was afgelopen. Op die manier wint men natuurlijk heel veel tijd. Het risico van deze aanpak is dat men een hoop werk steekt in een fase die achteraf niet kan gebruikt worden. 16

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3