CLB Nieuws januari / februari 2021
Geef toe, met deze titel hebben we uw aandacht getrokken. Het zijn twee beweringen die u geregeld terugvindt op het internet. En nee, de eerste bewering is jammer genoeg niet waar maar wordt maar al te graag voor waar aangenomen. Het tweede deel van de titel gaat er echter bij velen ook in als zoete koek. Beide beweringen zijn echter even vals. In deze bijdrage willen we het dan ook even hebben over vaccinaties, en meer bepaald over de vaccinatie tegen het Covid-19-virus die er dit jaar zit aan te komen. Wat is of wat doet een vaccin? Zijn er gevaren verbonden aan vaccinatie? Zijn de vaccins die eraan komen wel veilig, het is allemaal zo snel gegaan…? Om te beginnen misschien toch eerst even de titel ontkrachten. Nee, van vaccinatie wordt u niet autistisch. Dit wijdverspreid verhaal kent zijn oorsprong in een onderzoek uit 1998 van de Britse arts Andrew Wakefield. Uit een studie van welgeteld 12 kinderen concludeerde deze man, want dokter mogen we hem sindsdien niet meer noemen, dat het mazelenvaccin aanleiding gaf tot autisme. Achteraf bleken de gegevens van het onderzoek ook nog eens gefraudeerd te zijn. De man werd dan ook geschorst als arts en het onderzoek werd teruggetrokken. ‘Echt’ wetenschappelijk onderzoek op miljoenen kinderen die wel of juist niet tegen mazelen gevaccineerd werden heeft achteraf nooit enig verband tussen mazelenvaccin en autisme kunnen aantonen. Maar mede door dit soort artikels heeft de antivaxersbeweging intussen een hoge vlucht genomen. Zodanig zelfs dat de Wereldgezondheidsorganisatie vaccinatietwijfel bij de top-10 van gezondheidsbedreigingen wereldwijd rekent. Meer en meer ouders vinden inderdaad dat ze hun kroost niet aan vaccins mogen ‘blootstellen’. Naast zuiver water is vaccinatie nochtans het 2de meest levensreddende middel op aarde, meer dan welk geneesmiddel dan ook. Men schat dat tussen 2010 en 2015 meer dan 10 miljoen overlijdens vermeden zijn door allerlei vaccinatiecampagnes. Want men zegt wel eens met een boutade: ‘Vaccins redden geen levens, vaccinaties redden levens’. Wat is een vaccin – hoe werkt het? Het eerste vaccin werd rond 1800 ‘uitgevonden’ door de Britse arts Edward Jenner. Hij ontdekte dat melkmeisjes die besmet waren met koepokken (van een virus had men toen natuurlijk nog niet gehoord) immuun waren tegen de menselijke variant van pokken. Jenner infecteerde daarop een jongetje met koepokken. Het kind werd weliswaar wat ziekjes, maar was er binnen de week weer bovenop. Nadien stelde hij vast dat het kind niet meer reageerde op besmetting met een menselijke variant van de pokken. De vaccinatie (van het Latijn Vacca of koe) was geboren. Dat het een grote uitvinding was mag blijken uit het feit dat in de tijd van Jenner ongeveer 10% van de bevolking overleed aan pokken en dat de Wereldgezondheidsorganisatie de pokken sedert 1980 als uitgeroeid beschouwt. Sedert 1800 is er natuurlijk veel gebeurd, maar het principe blijft nog altijd min of meer hetzelfde: we gaan het lichaam ‘besmetten’ met een dode of een afgezwakte variant van de ziekteverwekker (dit kan zowel een virus als een bacterie zijn). Ons immuunsysteem gaat reageren zonder dat we echt ziek worden. We maken antistoffen en T-cellen (een specifiek soort afweercellen) aan. Het lichaam onthoudt a.h.w. deze informatie en wanneer we op een later tijdstip met het echte virus of de echte bacterie in contact komen zullen de verdedigingsmechanismen zeer snel op gang worden gebracht. Deze snelle reactie verhindert op dat ogenblik dat we effectief ziek zullen worden. Welke types vaccins kent men? Ingaan op alle mogelijke types van vaccins zou ons hier wat ver leiden. Klassiek onderscheidt men levende en dode vaccins. Bij levende vaccins wordt een afgezwakt of een niet- infectieus virus of een deel ervan gebruikt . Het virus gaat zich weliswaar vermenigvuldigen in onze cellen, maar gaat ons niet ziek maken. Deze techniek wordt bijvoorbeeld gebruikt bij de vaccins tegen mazelen, bof, rode hond… Bij een dood vaccin wordt, zoals de naam het laat vermoeden, gebruik gemaakt van een geïnactiveerd of dood virus. Het voordeel is hier dat het vaccins ons zeker niet ziek kan maken. Omdat het virus dood is en zich niet meer kan vermenigvuldigen, is de respons van het lichaam meestal van die aard dat meerdere injecties nodig zijn. Het vaccin tegen hepatitis A en tegen polio zijn voorbeelden van geïnactiveerde vaccins. Van gin-tonic valt u af en vaccinatie veroorzaakt autisme 15 Externe Preventie
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3