CLB Nieuws januari/februari 2020
Vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijk onderzoek Ondernemingen die werknemers tewerkstellen in het kader van onderzoek en ontwikkeling genieten sinds enkele jaren in welbepaalde gevallen een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijk onderzoek. Bedrijven moeten hiervoor wel kunnen aantonen dat hun onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten zich situeren op het terrein van het fundamenteel onderzoek, het industrieel onderzoek of de experimentele ontwikkeling. Deze maatregel heeft betrekking op verschillende specifieke doelgroepen, met name academisch personeel, erkende wetenschappelijke instellingen, ondernemingen die samenwerkingsverbanden sluiten met academische of erkende wetenschappelijke instellingen, Young Innovative Companies en ondernemingen uit de profitsector die onderzoekers met specifieke diploma’s tewerkstellen. In dit artikel geven wij u nogmaals een samenvatting van de voornaamste regels die van toepassing zijn voor deze twee laatste categorieën. 1. Young Innovative Companies Voor jonge innoverende ondernemingen die wetenschappelijk personeel tewerkstellen, werd er een aparte regeling uitgewerkt. Het wetenschappelijk personeel kan bestaan uit onderzoekers, onderzoekstechnici en projectbeheerders inzake onderzoek en ontwikkeling, met uitsluiting van administratief of commercieel personeel. Een onderneming voldoet aan de definitie van Young Innovative Company als de vennootschap: • onderzoeksprojecten uitvoert; • voldoet aan de definitie van kleine onderneming in de zin van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen; • minder dan 10 jaar bestaat vóór 1 januari van het jaar waarin de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wordt toegekend; • niet opgericht is in het kader van een concentratie, een herstructurering, een uitbreiding van een vroegere activiteit of een overname van dergelijke activiteiten; • uitgaven heeft gedaan op het vlak van onderzoek en ontwikkeling die minstens 15% van de totale kosten van het voorgaande belastbaar tijdperk vertegenwoordigen. 2. Onderzoekers met specifieke diploma’s Er werd ook een aparte regeling voorzien voor ondernemingen die bezoldigingen toekennen of betalen aan onderzoekers die tewerkgesteld zijn in onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of programma’s op voorwaarde dat deze medewerkers een bepaald diploma bezitten. Om recht te openen op een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijk onderzoek moet de werknemer beschikken over een diploma van doctor in de toegepaste wetenschappen, in de exacte wetenschappen, in de geneeskunde, in de diergeneeskunde of in de farmaceutische wetenschappen, of een diploma van burgerlijk ingenieur. Daarnaast komen ook werknemers met een diploma van masterniveau met minstens 240 studiepunten in welbepaalde studierichtingen in aanmerking voor deze maatregel. Voor de Vlaamse Gemeenschap gaat het concreet om werknemers met een masterdiploma in één van de volgende richtingen: wetenschappen, toegepaste wetenschappen, toegepaste biologische wetenschappen, geneeskunde, diergeneeskunde, farmaceutische wetenschappen, biomedische wetenschappen, industriële wetenschappen en technologie, nautische wetenschappen, biotechniek, architectuur en productontwikkeling. Voor de Franstalige Gemeenschap gaat het om een masterdiploma in de volgende richtingen: wetenschappen, ingenieur, landbouwkunde en biologisch ingenieur, geneeskunde, dierengeneeskunde, biomedische en farmaceutische wetenschappen, architectuur en urbanisme, industriële wetenschappen en industriële landbouwwetenschappen. Sedert 2018 werd de vrijstelling uitgebreid tot onderzoekers die in het bezit zijn van een bachelordiploma in welbepaalde studiegebieden. Voor de academische bachelors gaat het om dezelfde studiegebieden als hierboven vermeld bij de masterdiploma’s. Voor de professionele bachelors in de Vlaamse Gemeenschap moet het diploma behaald zijn in één van de volgende studiegebieden: biotechniek, gezondheidszorg, industriële wetenschappen en techniek, nautische wetenschappen, handelswetenschappen en bedrijfskunde (evenwel beperkt tot de opleidingen die in hoofdzaak gericht zijn op informatica en innovatie). Voor de professionele bachelors in de Franstalige Gemeenschap gaat om de richtingen: paramedisch en techniek (evenwel beperkt tot de opleidingen die in hoofdzaak gericht zijn op biotechniek, industriële wetenschappen, technologie, nautische wetenschappen, productontwikkeling en informatica. Indien u zekerheid wenst te krijgen of een bepaald diploma in aanmerking komt voor deze steunmaatregel, dan kan u hierover via mail advies vragen bij BELSPO (fiscal@belspo.be) . 3. Hoeveel bedraagt de vrijstelling? Het voordeel bestaat erin dat de werkgever een gedeelte van de ingehouden bedrijfsvoorheffing niet moet doorstorten naar de fiscus. Sedert 1 juli 2013 bedraagt deze vrijstelling 80%. Concreet wil dit zeggen dat de werkgever enkel 20% van de ingehouden bedrijfsvoorheffing voor de werknemers tewerkgesteld in het kader van onderzoek en ontwikkeling moet doorstorten naar de schatkist. 4 Sociaal Secretariaat
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3