CLB Nieuws juli / augustus 2022
Externe Preventie Enkele weken geleden verscheen er in de media een bericht dat de Antwerpse apotheken bijna door hun voorraad geneesmiddelen tegen schurft zaten. Niet verwonderlijk als u weet dat deze ziekte de laatste jaren weer aan een opmars bezig is. Zowel huisartsen als het Agentschap Zorg en Gezondheid hadden deze trend al opgemerkt. Omdat er een stelselmatige onderrapportering is, weet niemand precies over hoeveel gevallen het gaat. Maar dat de cijfers stijgen staat vast, en niet alleen in Antwerpen. Omdat er nogal wat misverstanden rond deze, op zijn minst gezegd vervelende ziekte de ronde doen, vonden we het nodig hierover wat meer duidelijkheid te scheppen. Wat is het en hoe loopt men het op? Schurft, met zijn wetenschappelijke naam Scabiës genoemd, is een besmettelijke huidziekte die veroorzaakt wordt door de schurftmijt (de Sarcoptes scabiei var. Hominis). De bijvoeging Hominis wijst erop dat deze variant enkel bij de mens voorkomt. Andere zoogdieren kennen hun ‘eigen’ schurftmijten. Dit kleine, spinachtige beestje (het vrouwtje is ongeveer 0,3 mm groot en niet zichtbaar met het blote oog; het mannetje is nog kleiner) graaft zich in de bovenste huidlagen (de hoornlaag) in. Het beestje graaft aan een snelheid van 0.5 tot 5 mm per dag. Eens het gangetje een 15-tal mm is, paart het mannetje met het vrouwtje, waarna de eerste de geest geeft. Het vrouwtje legt tijdens de resterende tijd van haar leven (4 tot 6 weken) gemiddelde 2 tot 4 eitjes per dag (40 à 60 in totaal). Na een kleine week komen uit deze eitjes zespotige larven tevoorschijn. Deze begeven zich naar de huidoppervlakte om zich in een tweetal weken te ontwikkelen tot nieuwe schurftmijten. Deze zullen op hun beurt weer nieuwe gangetjes graven, en zo is de cyclus rond. Bij een patiënt met schurft vindt men gemiddeld vijf à tien volwassen, vrouwelijke mijten. De incubatieperiode (periode tussen besmetting en symptomen) kan variëren van 2 tot 6 weken. Ingeval van een verminderde immuunstatus kan deze periode oplopen tot 10 weken en meer. De overdracht van de schurftmijt van een persoon op een ander gebeurt door frequent en/of langdurig (> 15 min) huidcontact. Direct huidcontact kan bijvoorbeeld via seksuele betrekkingen, maar ook door verzorging of bijvoorbeeld kinesitherapie. Samen het bed delen is ook een risicofactor. Een andere transmissieweg is via besmette kledij, knuffels, beddengoed (lakens, dekens) ... Zolang er schurftmijten of eitjes in de huid aanwezig zijn, blijft men besmettelijk. Deze besmettelijkheid stopt pas een 12-tal uur na een adequate behandeling. Alhoewel een goede hygiëne geen onvoorwaardelijke bescherming tegen besmetting geeft, zal een slechte hygiëne de kans op besmetting toch verhogen. Wat zijn de ziekteverschijnselen? Naast de kenmerkende huidletsels (de gangetjes) zijn jeuk en huidontsteking de eerste en voornaamste symptomen bij schurft. Een gangetje van een schurftmijt is meestal kronkelend, 1 à 1,5 cm lang, schilferend en dikwijls met een klein blaasje aan het uiteinde. Door het veelvuldig krabben zijn de letsels dikwijls beschadigd en geïnfecteerd. Het oorspronkelijk beeld is dan ook niet meer te herkennen. De jeuk en de ontsteking ontstaan door een overgevoeligheids- reactie van het lichaam op de mijten en op hun uitwerpselen. De voorkeurplaatsen van de schurftmijt zijn de ruimtes tussen de vingers, de binnenkant van de polsen en de oksels. Maar ook billen en dijen, de streek rond de navel, de voeten en de geslachtsdelen kunnen aangetast zijn. De aandoening kan zich m.a.w. zeer verspreid manifesteren. Bij volwassenen wordt het behaarde hoofd en het aangezicht meestal niet geïnfecteerd. Bij heel jonge kinderen kunnen deze delen dan weer wel besmet worden. Naast de ‘gewone’ schurft bestaat er ook nog een ernstige vorm: de Scabies Norvegica (het eerst gezien in Noorwegen). Deze vorm komt meestal voor bij mensen met immuunstoornissen (door ziekte of door medicatie). In tegenstelling tot gewone schurft kunnen deze mensen duizenden mijten huisvesten. Vanzelfsprekend is deze vorm uitermate besmettelijk. Door de verminderde afweer hebben deze patiënten eigenaardig genoeg weinig of geen jeuk. Terug van nooit weggeweest: schurft 22
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3