CLB Nieuws juli / augustus 2022
Sociaal Secretariaat Vanaf 1 januari 2022werd de regeling van het verenigingswerk vervangen door het stelsel van artikel 17 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 (de vroegere 25-dagenregel). Een aantal zaken, waaronder de arbeidsrechtelijke aspecten en de fiscale regels, werden de afgelopen maanden nog op punt gesteld. 1 Dimona-aangiften mogelijk sinds april 2022 Vóór elke tewerkstelling in de socioculturele- of sportsector is het noodzakelijk om een Dimona uit te voeren. Deze gebeurt in uren, behalve voor de werknemers bij de VRT, R.T.B.F en de B.R.F. voor de personen die in hun organiek kader zijn opgenomen en daarenboven als artiest worden tewerkgesteld. Er zijn 3 subtypes: Dimona ‘S17’ – sport, Dimona ‘O17’ – overige sectoren en Dimona ‘T17’ – televisie. Er moet geen DmfA- aangifte gebeuren. Door het nieuwe wettelijk kader omtrent de toepassing 'artikel 17@work' kunnen zowel werkgever als werknemer het aantal gepresteerde en resterende uren raadplegen via de applicatie. 2 Arbeidsrechtelijke aspecten Er moet een arbeidsovereenkomst afgesloten worden met de verenigingswerker. Neem gerust contact op met onze diensten voor een modelovereenkomst! Omwille van het bijzondere karakter van het verenigingswerk, zijn een aantal uitzonderingen op de algemene arbeidswetgeving voorzien: • geen recht op gewaarborgd loon bij ziekte of ongeval; • de reglementering rond sociale documenten is niet van toepassing; • uitsluiting van het recht op opleiding zoals voorzien in de Wet Werkbaar en Wendbaar Werk; • er kunnen verkorte opzeggingstermijnen worden voorzien in de overeenkomst, namelijk: 3 Sociale en fiscale regels De prestaties van verenigingswerkers zijn vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen. Er moet ook geen bedrijfsvoorheffing op de inkomsten worden ingehouden. Er is wel een inkomstenbelasting van 10% van toepassing. Deze moet de werknemer betalen op het moment van de fiscale afrekening, na afloop van het jaar. Inkomsten van artikel 17 worden op fiscaal vlak als een divers inkomen gekwalificeerd. Deze inkomsten zullen belastbaar zijn tegen een tarief van 20%, maar men mag op de bruto-inkomsten wel een forfaitaire kostenaftrek van 50% toepassen. Hierdoor wordt er dan uiteindelijk een belastingtarief van 10% betaald bij de personenbelasting. Bij overschrijding van het fiscaal grensbedrag van € 6.540 per jaar (inkomstenjaar 2022 – aanslagjaar 2023) of bij overschrijding van het maximaal aantal uren voorzien in de RSZ-wetgeving zul- len de gewone belastingtarieven voor beroepsinkomsten van toepassing worden voor alle inkomsten. Bij de beoordeling van dit jaarlijks fiscaal grensbedrag moeten de inkomsten uit het verenigingswerk en uit de deeleconomie worden samengeteld. Wanneer de inkomsten voor een bepaald jaar als beroepsin- komsten worden belast, zal dat ook het geval zijn voor het daaropvolgende jaar. Verenigingswerk op basis van artikel 17: alle regels zijn bekend arbeids- overeenkomst voor onbepaalde tijd voor bepaalde tijd anciënniteit < 6 maanden 14 dagen 14 dagen anciënniteit ≥ 6 maanden 1 maand 1 maand 11
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3