TWEEMAANDELIJKS Augustus I September 2025 EXTERNE PREVENTIE Vlieg met me mee naar de regenboog! ACADEMY Zet alvast de stap naar een productief najaar VERZEKERINGEN Zorgeloos op vakantie gaan, welke verzekeringen moeten in orde zijn?
Infomagazine augustus I september 2025 6Belangrijk aandachtspunt: ziekte tijdens jaarlijkse vakantie Een werknemer meldt zich ziek tijdens de vakantie. In dit artikel willen we ingaan op enkele specifieke situaties die zich kunnen voordoen. 12 Rechtspraak: elke ontslaghandeling vereist een bewezen motivering. Een goed onderbouwd dossier van ontslaghandeling is cruciaal om het risico op latere betwistingen tot een minimum te beperken. 22 Slim en veilig de zomer door, waar moet je op letten? Of je nu thuisblijft, op reis gaat of werkt in zomerse omstandigheden – een paar simpele aandachtspunten helpen je om veilig en zorgeloos van het seizoen te genieten. 26 Zorgeloos op vakantie gaan, welke verzekeringen moeten in orde zijn? Zonder goede voorbereiding kan je vakantie al snel omslaan in een stressvolle situatie. De juiste verzekeringen helpen je om onbezorgd op reis te gaan. INHOUD
Industrieterrein Kolmen 1085 - Alken - 011 31 23 41 - clbgroup.be © Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets van deze uitgave gereproduceerd, overgenomen, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt worden, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaandelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie streeft naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kan gesteld worden. VOORWOORD Inhoud SOCIAAL SECRETARIAAT Economische werkloosheid voor bedienden: verlenging van de soepele aanvraagprocedure. 4 Ziekte tijdens jaarlijkse vakantie. 6 Onvoldoende vakantiedagen tijdens collectieve sluiting. 8 Studentenarbeid: verhoging aantal uren en eerste vrijgestelde inkomensschijf. 9 SOCIAAL SECRETARIAAT BEKNOPT 10 CONSULT Rechtspraak: elke ontslaghandeling vereist een bewezen motivering. 12 Het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) dooft uit. 14 Sectoraal Aanvullend Pensioen (SAP) Bouwbedienden: verhoging werkgeversbijdrage. 15 PARTNER VAN CLB Passion Works Better! beloond met een Certo-kwaliteitslabel! 16 KLANT AAN HET WOORD Restaurant Oud Gerechtshof. 17 EXTERNE PREVENTIE Vlieg met me mee naar de regenboog! 18 Slim en veilg de zomer door! 22 VERZEKERINGEN Zorgeloos op vakantie gaan, welke verzekeringen moeten in orde zijn? 26 ACADEMY Opleidingen in de kijker. 28 Overzicht opleidingen september - oktober 2025. 32 Van Midsummer tot Indian Summer Zomer is... een periode om afstand te nemen van de dagelijkse drukte en te genieten van een welverdiende pauze. Het is ook hét moment waarop jobstudenten de kans krijgen om een centje bij te verdienen (zie pagina 9). Zomer is... ideaal om lopende projecten af te ronden, strategisch vooruit te blikken en de balans op te maken voor de rest van het jaar. Zomer is... het ‘economy class-syndroom’. Op pagina 18 gaan we dieper in op de gezondheidsrisico’s van vliegen en geven we handige tips om het zitcomfort tijdens je vlucht te verbeteren. Zomer is... zorgeloos op vakantie gaan. Welke verzekeringen moet je in orde brengen en hoe vermijdt je onaangename verrassingen tijdens je reis? Zomer is... de batterijen opladen en terugkeren met frisse ideeën en hernieuwde motivatie. Klaar voor een productieve start van het najaar? Op pagina 26 ontdek je welke opleidingen we aanbieden bij CLB Academy om het najaar efficiënt en doelgericht in te zetten. Wij wensen je alvast een fijne vakantie en een frisse nieuwe start! Eddy Withofs, Rohnny Peters, Christophe Peters Directie CLB Group
Na een positieve beslissing van de RVA moeten de nodige formaliteiten nog vervuld worden vooraleer de bedienden effectief op tijdelijke werkloosheid gesteld kunnen worden. 4 SOCIAAL SECRETARIAAT
Economische werkloosheid voor bedienden: verlenging soepele aanvraagprocedure tot eind 2025 Werkgevers die beschouwd kunnen worden als een onderneming in moeilijkheden hebben de mogelijkheid om de goedkeuring voor de toepassing van tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor hun bedienden aan te vragen. Bij het indienen van een aanvraagdossier moet de werkgever wel aantonen dat de onderneming zich in een economisch moeilijke situatie bevindt. Via de nationale cao nr. 172 was de toegang tot het stelsel van tijdelijke werkloosheid om economische redenen voor bedienden de laatste jaren sterk vereenvoudigd. De geldigheidsduur van cao nr. 172 liep echter af op 30 juni 2025. Intussen heeft de Nationale Arbeidsraad een nieuwe cao nr. 176 gesloten waarop werkgevers voor hun bedienden een beroep kunnen doen zonder gebonden te zijn door een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst, een ondernemings-cao of een ondernemingsplan. Cao nr. 176 werd gesloten voor de periode van 1 juli 2025 tot en met 31 december 2025 en zorgt voor een verlenging van de vereenvoudigde toegang tot het stelsel van tijdelijke werkloosheid om economische redenen voor bedienden. Ondernemingen die in het verleden al een goedkeuring voor de toepassing van economische werkloosheid voor bedienden hadden op basis van cao nr. 172 kunnen verder gebruik maken van cao nr. 176 om hun bedienden tijdelijk economisch werkloos te stellen. Voor de overgang heeft de RVA praktische richtlijnen uitgewerkt aan de hand van drie specifieke situaties die zich kunnen voordoen: 1. Ondernemingen die al erkend zijn als onderneming in moeilijkheden op grond van cao nr. 172, moeten geen nieuw formulier C106A indienen bij de RVA of bij de Commissie Ondernemingsplannen en kunnen tot 31 december 2025 verder gebruik maken van het stelsel van tijdelijke werkloosheid wegens werkgebrek voor bedienden (op voorwaarde dat aan alle voorwaarden is voldaan). 2. Ondernemingen die reeds een formulier C106A hebben ingediend bij de RVA of bij de Commissie Ondernemingsplannen en die reeds een goedkeuring hebben gekregen op grond van een nieuwe cao of ondernemingsplan, zullen onderworpen zijn aan deze nieuwe regels, met de mogelijkheid om na de afloop van hun cao/ondernemingsplan een beroep te doen op cao nr. 176. 3. Ondernemingen die in afwachting zijn van een beslissing van de RVA of de Commissie Bedrijfsplannen en die zich tot 30 juni 2025 baseerden op cao nr. 172, kunnen, op verzoek van de werkgever, een afwijking op de indieningstermijnen bekomen, zodat deze werkgevers ook verder gebruik kunnen blijven maken van het stelsel van tijdelijke werkloosheid voor bedienden. Klanten van CLB Sociaal Secretariaat kunnen steeds bij CLB terecht voor meer informatie over de specifieke procedure en voor bijstand bij het opstellen van de nodige documenten. Ondernemingen die nog geen gebruik hebben gemaakt van het stelsel van economische werkloosheid voor bedienden, kunnen voortaan een beroep doen op cao nr. 176 op voorwaarde dat de onderneming beschouwd kan worden als onderneming in moeilijkheden. Om beschouwd te worden als onderneming in moeilijkheden zal de werkgever moeten bewijzen dat één van de volgende voorwaarden vervuld is: • een daling van minimum 10 % van de omzet of de productie in één van de vier kwartalen voorafgaand aan de aanvraag tot invoering van de regeling, vergeleken met hetzelfde kwartaal in één van de twee kalenderjaren die de aanvraag voorafgaat; • tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor arbeiders van ten minste 10% van het globaal aantal aan de RSZ aangegeven dagen tijdens het kwartaal voorafgaand aan het kwartaal van aanvraag; • een daling van minimum 10 % van de bestellingen in één van de vier kwartalen voorafgaand aan de aanvraag tot invoering van de regeling, vergeleken met hetzelfde kwartaal in één van de twee kalenderjaren die de aanvraag voorafgaat; • een erkenning door de Minister van Werk als onderneming in moeilijkheden op basis van onvoorziene omstandigheden die op korte termijn een substantiële daling van de omzet, de productie of het aantal bestellingen tot gevolg hebben. Deze werkgevers moeten een formulier C106A indienen bij de RVA om te bewijzen dat de onderneming aan deze voorwaarden voldoet. Na ontvangst van een positieve beslissing van de RVA moeten de nodige formaliteiten inzake economische werkloosheid nog vervuld worden vooraleer de bedienden effectief op tijdelijke werkloosheid gesteld kunnen worden. SOCIAAL SECRETARIAAT 5
is in een vreemde en voor jou als werkgever geheel onverstaanbare taal. Indien je met zo’n niet-verstaanbaar document wordt geconfronteerd of twijfels hebt over het officieel karakter ervan, kan je volgens verschillende rechtsleer en rechtspraak aan de werknemer een vertaling vragen. Zo was een rechtbank bijvoorbeeld van oordeel dat het toesturen van een uitsluitend in het Turks opgesteld stuk, vermoedelijk vanuit Turkije, een werkgever niet toelaat zich te vergewissen van de inhoud van dit schrijven. GENEESKUNDIG GETUIGSCHRIFT IN EEN ONVERSTAANBARE TAAL? Een geneeskundig getuigschrift, dat in het buitenland door een plaatselijke arts werd afgeleverd, waarin alle wettelijke vermeldingen zijn opgenomen, is in principe een volwaardig bewijs van de arbeidsongeschiktheid van de betrokken werknemer. In de praktijk is het echter vaak niet evident om uit te maken of het ziektebriefje wel degelijk aan alle voorwaarden voldoet, bijvoorbeeld omwille van het feit dat het getuigschrift opgemaakt Ziekte tijdens jaarlijkse vakantie Jouw werknemer neemt verlof voor een vakantie in het buitenland. Nadien meldt de werknemer zich echter ziek en bezorgt een geneeskundig getuigschrift van een buitenlandse arts. In dit artikel willen we ingaan op enkele specifieke situaties die zich kunnen voordoen. 6 SOCIAAL SECRETARIAAT
Je kan hier wel op anticiperen door in het arbeidsreglement te vermelden dat er bij een medisch attest opgemaakt in een vreemde taal (een andere taal dan het Nederlands of Frans bijvoorbeeld) een vertaling moet worden toegevoegd teneinde recht te hebben op gewaarborgd loon. Of dat laatste steeds zal weerhouden worden door een rechtbank is echter de vraag. Sommige rechtbanken kunnen immers van oordeel zijn dat de toevoeging van een vertaling een verzwaring is van de verplichtingen van de werknemer en bijgevolg nietig is. Bovendien is het aangewezen om iedere casus afzonderlijk te beoordelen. MEDISCHE CONTROLE MOGELIJK TIJDENS DE VAKANTIE? Als werkgever heb je het recht een medische controle uit te voeren op de realiteit van de ziekte, zelfs als de werknemer in het buitenland is. De zieke werknemer moet dit controlerecht van de werkgever respecteren, ook wanneer hij op vakantie vertrekt. De werknemer moet daarom zijn verblijfplaats melden. Het is aangewezen om deze meldingsplicht ook op te nemen in het arbeidsreglement. Op die manier kan de werknemer jou achteraf niet verwijten dat hij niet van deze verplichting op de hoogte was. Vervolgens kan je een controlearts sturen naar het verblijfadres van de werknemer, zelfs als deze in het buitenland zit, al zal dit in de praktijk vaak niet haalbaar zijn. In bepaalde gevallen is het zelfs verdedigbaar om de werknemer op te roepen om zich op een vastgesteld tijdstip naar de controlearts in België te begeven om zich daar aan een medische controle te onderwerpen. De verplaatsingskosten zullen dan wel ten laste van jou als werkgever zijn. Indien het arbeidsreglement of een collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt dat de werknemer gedurende een bepaalde tijdspanne moet thuisblijven om een controlebezoek mogelijk te maken, kan de werknemer alsnog op vakantie vertrekken. Het feit dat de werknemer gedurende een bepaalde periode thuis moet blijven, verplicht hem immers niet om op zijn thuisadres beschikbaar te zijn. De werknemer moet enkel beschikbaar zijn op het verblijfadres dat hij aan jou heeft meegedeeld. Dit kan dus ook het vakantieadres zijn. Als de werknemer deze verplichtingen niet naleeft en bijvoorbeeld zijn verblijfadres niet meedeelt aan jou, kan dit worden gelijkgesteld met een weigering van de controle waardoor je gerechtigd bent om het gewaarborgd loon in te houden. WAT ALS JE WERKNEMER ZIEK WORDT TIJDENS EEN VERLOFPERIODE? Sinds enige tijd kan een werknemer die arbeidsongeschikt wordt tijdens zijn jaarlijkse vakantie, deze vakantiedagen na het einde van de arbeidsongeschiktheid alsnog opnemen. Deze mogelijkheid geldt specifiek in het kader van de volgende afwezigheden die zich voordoen tijdens een geplande verlofperiode: • arbeidsongeval; • beroepsziekte; • gewone ziekte; • gewoon ongeval; • moederschapsrust of vaderschapsverlof bij hospitalisatie/ overlijden moeder (art. 39 Arbeidswet); • gewoon vaderschapsverlof (art. 30 Arbeidsovereenkomstenwet); • profylactisch verlof; • adoptieverlof; • verlof voor pleegzorg – werknemer is aangeduid als pleegouder door de rechtbank of een erkende dienst voor pleegzorg (art. 30quater Arbeidsovereenkomstenwet); • pleegouderverlof (art. 30sexies Arbeidsovereenkomstenwet). Indien de werknemer zijn wegens ziekte niet-opgenomen vakantiedagen wil overdragen naar een later tijdstip, zijn de algemene verplichtingen in geval van arbeidsongeschiktheid van toepassing, namelijk: • de werkgever onmiddellijk verwittigen van zijn verblijfadres indien hij zich niet op zijn thuisadres bevindt; • aan de werkgever een geneeskundig getuigschrift bezorgen binnen de 2 werkdagen na het begin van de ziekte (behalve in geval van overmacht). Deze verplichting geldt altijd, dus ook indien de vrijstelling van ziekteattest voor de eerste dag ziekte van toepassing is (in ondernemingen met minstens 50 werknemers) of zelfs wanneer de werkgever niet uitdrukkelijk vraagt naar de voorlegging van een ziekteattest. Indien de werknemer laattijdig voldoet aan bovenstaande verplichtingen, geldt de algemene sanctie betreffende de inhouding van gewaarborgd loon. Het belet de werknemer echter niet om zijn wegens ziekte niet-opgenomen vakantiedagen alsnog over te dragen naar een later tijdstip. Wilt de werknemer de wegens ziekte niet-opgenomen vakantiedagen aansluitend opnemen aan de ziekteperiode, dan moet hij dit aan de werkgever uitdrukkelijk meedelen en dit gelijktijdig met het bezorgen van het geneeskundig attest (d.w.z. binnen de 2 werkdagen na het begin van de ziekte). 7 SOCIAAL SECRETARIAAT
Het is essentieel dat het tekort aan vakantiedagen niet te wijten is aan de werknemer zelf. Zo dient de werknemer eerst zijn betaalde vakantiedagen, jeugdvakantie of seniorvakantie uit te putten. Daarnaast moeten de vakantiedagen prioritair opgenomen worden in deze periode van collectieve vakantie. Een werknemer die al zijn vakantiedagen opneemt buiten deze periode, zal geen recht hebben op een uitkering voor de dagen in het collectief verlof (tenzij deze werden opgenomen bij een vorige werkgever). Sinds 1 januari 2025 moet elke werknemer, behoudens uitzonderingen, verplicht gebruik maken van de elektronische controlekaart eC3.2. Jouw werknemers zijn zelf verantwoordelijk voor het tijdig invullen van de dagen werkloosheid vanaf de eerste effectieve dag werkloosheid van de maand. Indien jouw werknemers op basis van bovenstaande voorwaarden recht hebben op een uitkering voor de dagen collectief Onvoldoende vakantiedagen tijdens collectieve sluiting verlof die niet gedekt zijn door vakantiegeld, dienen zij de elektronische controlekaart eC3.2 in te vullen. Op de dagen van het collectief verlof moet een ‘V’ worden ingevuld, ongeacht of deze dagen gedekt zijn door vakantiegeld of niet. Daarnaast moeten alle resterende arbeidsdagen, ziektedagen, vakantiedagen en andere niet-vergoedbare dagen volgend op de periode van de collectieve sluiting van de lopende werkloosheidsmaand worden ingevuld. Het is aangewezen om jouw werknemers tijdig te informeren over deze verplichting. Meer informatie is beschikbaar op de website van de RVA via ‘De elektronische controlekaart eC3.2 (rva.be)’ en ‘eC3.2 Werknemer (rva.be)’. Tijdens een periode van collectief verlof kunnen werknemers - die onvoldoende vakantiedagen hebben om deze periode te overbruggen - onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op een uitkering van de RVA. Het gaat hierbij over werknemers die op basis van hun arbeidsprestaties in het voorgaande dienstjaar niet voldoende vakantiedagen hebben opgebouwd of werknemers die hun vakantiedagen reeds deels of volledig hebben uitgeput bij een vorige werkgever. SOCIAAL SECRETARIAAT 8
In ons vorige infomagazine verwezen we reeds naar enkele aandachtspunten rond studentenarbeid. Zo moet er voor elke student een schriftelijke studentenovereenkomst worden afgesloten uiterlijk op het ogenblik waarop de student in dienst treedt. Onder bepaalde voorwaarden geldt een vrijstelling van ‘gewone’ RSZ-bijdragen en is er enkel een solidariteitsbijdrage van 8,13% verschuldigd, waarvan 5,42% werkgeversbijdrage en 2,71% werknemersbijdrage. Dit voordelig regime is enkel van toepassing indien: • er een ondertekende studentenovereenkomst is; • de student het maximum aantal toegelaten uren per kalenderjaar niet overschrijdt; • de student werkt tijdens periodes van niet-verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstellingen. Een studentenovereenkomst kan worden gesloten voor een maximum ononderbroken duur van ’12 maanden – 1 dag’. Studenten die al 12 maanden ononderbroken bij eenzelfde werkgever tewerkgesteld zijn, kunnen met dezelfde werkgever geen studentenovereenkomst meer sluiten. VERHOGING MAXIMUM AANTAL TOEGELATEN UREN In 2023 en 2024 verhoogde het maximum aantal toegelaten uren per jaar tijdelijk van 475 uren naar 600 uren. In het Regeerakkoord werd de intentie opgenomen om de begrenzing van studentenarbeid in het arbeidsrecht en de sociale zekerheid voor onbepaalde duur te verhogen tot maximaal 650 uur. Deze maatregel moest nog worden omgezet in concrete regelgeving, en de verhoging gold onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad. In mei verscheen de wet strekkende tot het vaststellen van de grens voor studentenarbeid op 650 uur in het Belgisch Staatsblad. Dit heeft tot gevolg dat werkgevers kunnen genieten van de verlaagde sociale zekerheidsbijdrage waarnaar hierboven verwezen (solidariteitsbijdrage) op het loon van de student met een studentenovereenkomst voor 650 uur per jaar. Daarnaast is er geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd op het loon van de student indien het contingent wordt gerespecteerd. Gewone socialezekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing zijn verschuldigd vanaf het 651ste uur studentenarbeid. Deze aanpassing van het contingent tot 650 uren treedt retroactief in werking vanaf 1 januari 2025. FISCAAL TEN LASTE VAN DE OUDERS Een student kan ten laste blijven van zijn ouders indien het totaal bedrag van de inkomsten lager is dan een bepaalde grens (voor inkomstenjaar 2025 € 4.100 aan netto belastbaar inkomen). Dit maximumbedrag werd tot nu toe op 1 januari van elk jaar aangepast aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het bedrag was verschillend naargelang de gezinssituatie van de student. In het Regeerakkoord werd de intentie opgenomen om deze bovengrens vanaf 1 januari 2025 op te trekken tot € 12.000 voor alle studenten, ongeacht de gezinssituatie. Deze wetgeving is echter nog niet definitief. Om te bepalen of de inkomsten lager liggen dan de grens, moet er geen rekening worden gehouden met een eerste schijf aan bruto belastbaar inkomen van de bezoldigingen verkregen door studenten in uitvoering van een studentenovereenkomst. Dit bedrag werd verhoogd van € 3.420 naar € 6.840 voor aanslagjaar 2026 (inkomstenjaar 2025). Dit is reeds gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. KINDERBIJSLAG Kinderbijslag is een bevoegdheid van de regio’s. Het recht op het Groeipakket (Vlaanderen) blijft onvoorwaardelijk behouden tot en met de maand waarin de student 18 jaar wordt. Dit wil zeggen dat de student in dit kader onbeperkt kan werken zonder aan enige voorwaarden te moeten voldoen. Vanaf 18 jaar gelden er wel voorwaarden. Zo dient de winstgevende activiteit beperkt te blijven. De Vlaamse regering heeft op 4 april 2025 beslist dat een student voortaan 650 uur studentenarbeid mag presteren op jaarbasis zonder het recht op het Groeipakket te verliezen. Dit werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Daarnaast mag een student 80 uur per maand werken met een ‘gewoon contract’. Bij overschrijding van 80 uur per maand met een gewoon contract heeft de student voor die maand geen recht op het Groeipakket. Studentenarbeid: verhoging aantal uren en eerste vrijgestelde inkomensschijf 9 SOCIAAL SECRETARIAAT
Uitstel FLA tot 1 september 2025 gepubliceerd De Federal Learning Account (FLA) is een digitaal platform waarop werkgevers alle formele en informele opleidingen van hun werknemers moeten registreren. De oorspronkelijke inwerkingtreding was gepland op 30 november 2024, maar door de administratieve impact en onduidelijkheden werd deze verplichting eerst uitgesteld tot 1 april 2025. Intussen werd een tweede uitstel goedgekeurd, waarbij de registratieplicht verschuift naar 1 september 2025. Dit werd officieel bevestigd met de publicatie in het Belgisch Staatsblad van 23 april 2025. Het is zeer waarschijnlijk dat de deadline voor een derde keer zal worden uitgesteld naar 1 januari 2026. Hieromtrent werd namelijk een wetsvoorstel ingediend. Dit werd echter nog niet goedgekeurd op het moment van schrijven van deze tekst. Belangrijk: dit uitstel geldt enkel voor de registratie van opleidingen in de FLA. Andere verplichtingen, zoals het opstellen van een opleidingsplan voor werkgevers met minstens 20 werknemers, blijven van kracht. Ook de opleidingsrechten van werknemers blijven gelden. Tot 1 september 2025 kunnen werkgevers kiezen om de opleidingsgegevens via de FLA of via een papieren/elektronische individuele opleidingsrekening te registreren. Nieuw kwartaalbedrag kilometervergoeding vanaf 1 juli 2025 tot en met 30 september 2025 Werkgevers mogen aan werknemers, die hun eigen wagen gebruiken voor professionele verplaatsingen, een kilometervergoeding toekennen. Dit bedrag wordt elk kwartaal aangepast op basis van de evolutie van de brandstofprijzen. Voor de periode van 1 april 2025 tot en met 30 juni 2025 bedraagt de maximale kilometervergoeding € 0,4320 per kilometer. Voor het kwartaal van 1 juli 2025 tot en met 30 september 2025 is het maximum vrijgestelde bedrag vastgesteld op € 0,4309 per kilometer. Zolang dit maximumbedrag gerespecteerd wordt, blijft de forfaitaire kilometervergoeding vrij van sociale bijdragen en belastingen. Nieuw jaarbedrag kilometervergoeding vanaf 1 juli tot en met 30 juni 2026 De overheid voorzag oorspronkelijk in één maximumjaarbedrag voor de forfaitaire kilometervergoeding die werkgevers aan hun werknemers kunnen toekennen. Tijdens de energiecrisis in 2022 werd echter deels tegemoetgekomen aan de stijgende en wisselende energiekosten, wat leidde tot een hervorming van het systeem. Sindsdien bestaan er twee parallelle systemen voor de berekening van deze vergoeding. Enerzijds bestaat het bedrag dat op kwartaalbasis wordt aangepast op basis van de evolutie van de indexcijfers, waardoor sneller kan worden ingespeeld op veranderende economische omstandigheden. Anderzijds blijft ook het oorspronkelijke jaar bedrag van de kilometervergoeding bestaan. Dit bedrag wordt niet elk kwartaal, maar jaarlijks aangepast op 1 juli. Zo werd het maximumjaarbedrag op 1 juli 2025 opnieuw herzien en vastgesteld op € 0,4449 per kilometer. Beide systemen kunnen vandaag toegepast worden, afhankelijk van de interne of sectorale afspraken die gelden. Het is dan ook belangrijk dat werkgevers steeds nagaan welk systeem van toepassing is binnen hun sector of onderneming. De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) kondigt aan dat de sociale inspectiediensten in augustus 2025 flitscontroles zullen uitvoeren bij ondernemingen actief in de sector schoonheidszorgen, met bijzondere aandacht voor nagelstudio’s. Deze aangekondigde flitscontroles hebben voornamelijk een informatief en preventief karakter en worden daarom op voorhand gepubliceerd op de website van de SIOD (Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst). Dit neemt echter niet weg dat de inspectiediensten, bij vaststelling van zwaarwichtige inbreuken, ook tijdens deze flitscontroles kordaat kunnen optreden en indien nodig verbaliseren. De gewone, onaangekondigde controles zullen uiteraard onverminderd blijven doorgaan en zware sociale fraude zal streng worden aangepakt. Flitscontroles in augustus: schoonheidszorgen (met aandacht voor nagelstudio’s) 10 SOCIAAL SECRETARIAAT
Verplichte ‘registratie van aanwezigheid’ voor schoonmaakactiviteiten Sinds 1 september 2024 geldt een verplichte aanwezigheidsregistratie via de applicatie “Check In and Out at Work” voor iedereen die schoonmaakactiviteiten uitvoert op een werkplaats waarvoor een RSZ-aangifte van werken vereist is, ongeacht het statuut. Deze verplichting is niet beperkt tot het paritair comité 121, maar geldt voor alle schoonmaakactiviteiten aan onroerend goed uitgevoerd voor derden, op voorwaarde dat de drempelbedragen voor “werken in onroerende staat” worden overschreden. Via de applicatie moeten volgende gegevens worden geregistreerd: - begin- en eindtijd van het werk; - rustpauzes. Tot 30 april 2025 hanteerden de RSZ-inspectiediensten een begeleidende aanpak. Pas bij fraude worden sancties opgelegd. Vanaf 1 mei 2025 wordt een strikte toepassing verwacht. De RSZ biedt informatiemateriaal en toelichting over de registratieplicht en de betrokken activiteiten. Tijdelijke vrijstelling startbaanverplichting voor de autobus- en autocarsector Werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek (PC 140) en specifiek onder het Paritair Subcomité voor de autobussen en autocars (PSC 140.01), worden tijdelijk volledig vrijgesteld van de startbaanverplichting. Deze vrijstelling geldt voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025. De startbaanverplichting houdt in dat werkgevers met gemiddeld meer dan 50 werknemers verplicht zijn om een deel van hun personeelsbestand te laten bestaan uit jongeren onder de 26 jaar. Dit moet gebeuren via zogenaamde startbaanovereenkomsten, die bedoeld zijn om de tewerkstelling van jonge werknemers te stimuleren en hun instroom op de arbeidsmarkt te bevorderen. Door de tijdelijke vrijstelling worden de werkgevers binnen PSC 140.01 gedurende twee jaar dus niet verplicht om nieuwe jonge werknemers aan te werven onder deze regeling. Deze maatregel houdt rekening met de specifieke arbeidsmarkt- en personeelsuitdagingen binnen de sector. Het besluit dat deze vrijstelling invoert, treedt retroactief in werking op 1 januari 2024. Nieuwe loongrens betaalde sportbeoefenaars Sportbeoefenaars moeten op jaarbasis minstens een bepaald loon genieten om beschouwd te worden als een betaalde sportbeoefenaar die onderworpen is aan de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars. Deze loongrens wordt elk jaar opnieuw vastgelegd door de publicatie van een koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad. Voor de periode van 1 juli 2025 tot en met 30 juni 2026 is het minimumloon opnieuw vastgelegd op € 11.040. Dit is hetzelfde bedrag als vorig jaar. Terugbetaling elektriciteitskosten thuisladen Wanneer een werkgever een hybride of elektrische bedrijfswagen ter beschikking stelt, kan hij ook de elektriciteitskosten voor het thuisladen terugbetalen. Om dit belastingvrij te doen, moet de terugbetaling gebaseerd zijn op de werkelijke elektriciteitskosten van de werknemer, die bewezen moeten worden. Omwille van de complexiteit aanvaardt de FOD Financiën het gebruik van het CREG-tarief: de gemiddelde all-in elektriciteitsprijs per maand (inclusief energie-, netwerkkosten, heffingen, btw), berekend per gewest (Vlaanderen, Brussel, Wallonië). Dit tarief mag echter niet hoger zijn dan de maxima die elk kwartaal in een addendum bij circulaire 2024/C/77 worden gepubliceerd. In eerste instantie was deze regeling voorzien als tijdelijke oplossing maar met de bedragen voor Q3 2025 werd ook bekend gemaakt dat deze regeling permanent wordt tot de toepassing ervan wordt ingetrokken. Voor Q3 2025 zijn de maximale tarieven per kWh - Vlaanderen: € 0,3456 - Brussel: € 0,3787 - Wallonië: € 0,3843 Deze tarieven liggen hoger dan in Q2 2025. De terugbetaling mag het toepasselijke maximumtarief per gewest niet overschrijden, op basis van de woonplaats van de werknemer. Kies je ervoor géén rekening te houden met de woonplaats, dan geldt het laagste tarief van de drie gewesten voor alle werknemers, en dit voor het volledige kalenderjaar. 11
Twee verzoeken tot motivering vragen twee afzonderlijke antwoorden 12 CONSULT
FEITEN In deze zaak deden de feiten zich voor als volgt: • De werknemer trad op 1 september 2012 in dienst van de vennootschap op basis van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en werd in 2015 gepromoveerd tot ‘Head of Office Agency’. • Eerste ontslaghandeling: via aangetekende brief van 27 oktober 2020 beëindigde de werkgever de arbeidsovereenkomst middels het presteren van een opzeggingstermijn van 3 maanden en 21 weken. • Eerste verzoek tot motivatie: via aangetekende brief van 29 oktober 2020 verzocht de werknemer een eerste maal om de redenen van zijn ontslag. • Tweede ontslaghandeling: de werkgever antwoordde niet maar beëindigde wel de arbeidsovereenkomst op 31 maart 2021 middels het betalen van een opzeggingsvergoeding gelijk aan het loon voor het resterende gedeelte van de opzeggingstermijn. • Tweede verzoek tot motivatie: opnieuw verzocht de werknemer om een motivering van zijn ontslag. • De werkgever antwoordde dit keer wel per aangetekende brief en gaf aan dat de beslissing was genomen op basis van economische redenen (COVID-19 crisis op de kantoormarkt). VORDERINGEN VAN DE WERKNEMER De werknemer vorderde het volgende: • een aanvullende opzeggingsvergoeding; • een burgerlijke boete, gelijk aan 2 weken loon wegens niet-beantwoorden van het verzoek tot motivering; • een vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag voor de eerste ontslaghandeling gelijk aan 17 weken loon; • een vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag voor de tweede ontslaghandeling gelijk aan 5 weken loon. UITSPRAAK VAN HET ARBEIDSHOF Het arbeidshof veroordeelde de werkgever tot betaling van de volgende vergoedingen: • een saldo van de aanvullende opzeggingsvergoeding na bepaling van het variabel loon, de waarde van het privégebruik van de bedrijfswagen en de werkgeversbijdragen in de groepsverzekering voor opname in de berekeningsbasis; • een burgerlijke boete gelijk aan 2 weken loon wegens het niet motiveren van de eerste ontslaghandeling op verzoek van de werknemer; • een vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag op 27 oktober 2020 gelijk aan 4 weken loon; • een vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag op 31 maart 2021 gelijk aan 12 weken loon. Rechtspraak: elke ontslaghandeling vereist een bewezen motivering. De eerste ontslaghandeling werd door het arbeidshof als kennelijk onredelijk beschouwd omwille van de vaagheid van de opgegeven redenen door de werkgever en de vele elementen die de waarachtigheid van deze redenen tegenspreken. De tweede ontslagbeslissing werd eveneens als kennelijk onredelijk beschouwd omdat de werkgever niet het bewijs levert van de opgegeven redenen en het ontslag geen verband hield met de geschiktheid of het gedrag van de werknemer of met de noodwendigheden inzake de werking van de onderneming. Bovendien zou volgens het hof een normale en redelijke werkgever nooit tot een dergelijke beslissing zijn overgegaan, zelfs indien de redenen zouden bewezen zijn. Het hof motiveert de beslissing om 2 vergoedingen wegens kennelijk onredelijk ontslag toe te kennen door te refereren naar het verslag van de NAR bij cao nr.109 waarin de vergelijking werd gemaakt met het oude artikel 63 van de Arbeidsovereenkomstenwet in verband met willekeurig ontslag en het arrest van het Hof van Cassatie van 25 november 1991 naar aanleiding van een ontslag om dringende reden in de loop van de opzeggingstermijn. Actiepunt voor de werkgever? Tot op heden is er, voor zover bekend, slechts één geval in de rechtspraak waarin tweemaal ontslagmotivering werd gevraagd en waarin tot tweemaal toe een schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag werd toegekend. Het betreft een uitzonderlijke en tot dusver een alleenstaand precedent. In die uitspraak werd echter niet uitdrukkelijk geoordeeld of de motieven van de tweede ontslaghandeling dezelfde mogen zijn als die van de eerste, wat juridische onzekerheid laat bestaan over de toelaatbaarheid hiervan. In elk geval lijkt het aangewezen dat, rekening houdend met dit arrest, elke ontslaghandeling afzonderlijk en zorgvuldig wordt gemotiveerd. Tijdens de opzeggingstermijn blijft de arbeidsovereenkomst immers onverminderd van kracht, met alle bijhorende rechten en verplichtingen voor beide partijen. Dit houdt in dat ook tijdens deze periode nog tot een onmiddellijke verbreking van de arbeidsovereenkomst kan worden overgegaan. Een dergelijke beslissing moet steeds met de nodige omzichtigheid worden genomen en gesteund zijn op voldoende bewijsmateriaal en relevante documentatie. Een goed onderbouwd dossier is cruciaal om het risico op latere betwistingen tot een minimum te beperken. 13 CONSULT
De sociale partners, verenigd in de Groep van Tien, stelden deze regeling bij om meer rechtszekerheid te creëren voor werkgevers en werknemers. De Groep van Tien vroeg aan de regering om de lopende cao’s inzake SWT te respecteren, met als einddatum 30 juni 2025. De regering gaf gehoor aan die vraag, waardoor de volgende cao’s nog tot 30 juni 2025 van toepassing bleven: • NAR-cao nr. 143: SWT bij zwaar beroep; • NAR-cao nr. 166: SWT in de bouwsector, bij nachtarbeid en zware beroepen; • NAR-cao nr. 167: SWT bij lange loopbaan; • NAR-cao nr. 169: aangepaste beschikbaarheid bij SWT. Werknemers die vóór 30 juni 2025 werden ontslagen, konden dus nog instromen in deze SWT-stelsels, mits zij voldeden aan de geldende voorwaarden. Daarnaast vroeg de Groep van Tien een overgangsregeling voor het algemeen SWT-stelsel (NAR-cao nr. 17). Ook die vraag werd ingewilligd: werknemers die vóór 1 april 2025 werden ontslagen en op 30 juni 2025 voldeden aan de leeftijds- en anciënniteitsHet stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) dooft uit Het regeerakkoord voorzag dat de nieuwe instroom in het SWT (het vroegere brugpensioen) zou stoppen vanaf 31 januari 2025, behalve voor medisch SWT. De toegang tot SWT zou ook worden gevrijwaard voor werknemers uit bedrijven die een intentieverklaring tot herstructurering of collectief ontslag hadden afgesloten vóór 31 januari 2025. voorwaarden, behielden het recht op instroom in het algemeen SWT-stelsel. Sinds 1 juli 2025 is er geen instroom meer mogelijk in de verschillende SWT-stelsels. Enkel het medisch SWT blijft behouden. Tot slot blijft de vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid gelden voor werknemers die vóór 1 juli 2025 werden ontslagen. Deze vrijstelling blijft van kracht tot en met 31 december 2026. De regering bevestigde de uitdoving van het SWT in het Paasakkoord. Echter, deze maatregel treedt pas effectief in werking als ze wordt omgezet in regelgeving en wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Op het moment van schrijven van deze tekst, is dit nog niet gebeurd. We volgen dit voor je op. Dit is vooral van belang voor NAR-cao nr. 17 en NAR-cao nr. 143, gezien deze van onbepaalde duur zijn. NAR-cao nr. 166 en nr. 167 zijn van bepaalde duur en liepen af op 30 juni 2025. 14 CONSULT
De patronale bijdrage bedraagt momenteel 1,30% van het aan RSZ-bijdragen onderworpen brutoloon aangegeven onder de DmfA bezoldigingscodes 1, 3, 4 en 14, vermenigvuldigd met 1,0368. Deze patronale bijdrage wordt vanaf 1 januari 2026 verhoogd naar 1,80% van het referteloon. Door de verhoging van het percentage van de werkgeversbijdrage in het sectorale pensioenplan, moeten werkgevers met een eigen pensioenplan (die hierdoor niet aangesloten werden bij het SAP bouwbedienden in 2023) ook voldoen aan het hogere percentage. Om hun bedrijfsplan te behouden, moet de werkgever aan de volgende voorwaarden voldoen: • indien er een premievrijstelling voorzien is in het ondernemingsstelsel, moet de netto werkgeversbijdrage ten minste gelijk zijn aan 1,80% van het referteloon; • indien er geen premievrijstelling voorzien is in het ondernemingsstelsel, moet de netto werkgeversbijdrage ten minste gelijk zijn aan 1,84% van het referteloon. Viel je dus in 2023 buiten het toepassingsgebied van het SAP Bouwbedienden doordat er binnen jouw onderneming reeds een minstens gelijkwaardig pensioenplan/groepsverzekering was voor al jouw bedienden actief in de bouwsector, dan moet je, om vanaf 1 januari 2026 opnieuw buiten toepassingsgebied te worden gesteld, actie ondernemen. Sectoraal Aanvullend Pensioen (SAP) Bouwbedienden: verhoging werkgeversbijdrage In 2023 werd er een sectoraal pensioenplan ingevoerd voor bedienden die vallen onder PC 200 en die actief zijn in de bouwsector, namelijk het SAP Bouwbedienden. Dit is de eerste stap om tegen 1 januari 2030 tot een geharmoniseerd plan voor arbeiders en bedienden te komen, ten belope van 2,65% van het loon. Je moet met een nieuwe verklaring op eer én een nieuw actuarieel attest (op te vragen bij jouw verzekering of verzekeringsinstelling of makelaar) verklaren dat je eigen pensioenplan voldoet aan de verhoogde werkgeversbijdrage. Deze documenten moeten uiterlijk op 15 september 2025 aangetekend verzonden worden naar het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen Bouwbedrijf – fbzp-fsep Constructiv (Koningsstraat 132 bus 3, 1000 Brussel). Je kan deze documenten terugvinden op de website van PensioB. Verstuur je deze verklaring en het actuarieel attest niet tijdig, dan worden jouw bedienden automatisch aangesloten bij het SAP Bouwbedienden. Indien je aan ons hebt doorgegeven dat je buiten het toepassingsgebied viel, ontving je van ons hierover ook reeds een e-mail. Heb je deze e-mail niet ontvangen en val je toch buiten het toepassingsgebied of val je na deze wijziging wél onder het toepassingsgebied van het SAP Bouwbedienden, gelieve ons te informeren via jouw dossierbeheerder. 15 CONSULT
Na een ambitieuze groeibeweging van ons coachingpotentieel en succesvolle doorlichting van onze outplacementwerking, staat Passion Works Better! op de lijst van outplacementkantoren, gecertificeerd door Federgon en erkend door de Vlaamse overheid. WAT IS OUTPLACEMENT In sommige gevallen bent u als werkgever verplicht om outplacement aan te bieden. U mag erop vertrouwen dat wij deskundig zorg dragen voor transitie van uw werknemer, met aandacht voor Ondernemer zijn of een team van medewerkers managen is soms ook confronterend. Af en toe kan het niet anders dat medewerkers het bedrijf dienen te verlaten om de toekomst van jouw bedrijf te waarborgen. Dit zijn vaak moeilijke en jammerlijke beslissingen. Bij Passion Works Better! werken we al jarenlang samen met CLB Group voor een kwalitatieve en efficiënte opvolging van het outplacementtraject van ontslagen medewerkers. emotionele en administratieve ondersteuning. MAATWERK Wij geloven in maatwerk, aangezien ieders situatie uniek is. Een individuele en vertrouwelijke aanpak verhoogt de emotionele veiligheid van het outplacementtraject, maar ook de effectiviteit ervan. Bovendien kunnen outplacement kandidaten bij Passion Works Better! tot een jaar lang beroep doen op hun outplacementbegeleiding, ook wanneer ze opnieuw gewerkt hebben. Herk-de-Stad - 013 42 00 00 | Sint-Truiden - 011 94 91 00 | Diepenbeek - 011 36 41 00 | Alken - 011 49 46 80 | Beringen - 011 94 89 00 passionworks.be Kwaliteit, maatwerk en respect Beloond met een Certo-kwaliteitslabel! De VDAB en Federgon hebben een certificeringsorgaan voor de outplacementsector opgericht: Certo. Door het Certo-label kunnen de outplacementbureaus een kwaliteitsgarantie geven van hun diensten aan de betrokken bedrijven en werknemers. Zo reguleert de sector zichzelf.Het Certo-kwaliteitslabel staat nu op de lijst van labels die erkend worden door de Vlaamse overheid! Onze ervaren en onderlegde collega’s zullen de medewerker(s) waar u afscheid van neemt op een respectvolle, empathische manier opvangen en begeleiden naar een nieuwe job. Onze loopbaanbegeleiding is gebaseerd op therapeutische grondhoudingen, degelijke proceskennis en positieve psychologie. DUURZAME INVESTERING Ook al neemt u afscheid van uw werkkracht: outplacement is een investering met hoog rendement voor een gezonde en duurzame arbeidsmarkt. Sylvia Vogelaar Zaakvoerster en Floor Haspeslagh Loopbaancoach 16 CLB PARTNER
VERTROUWEN EN ZEKERHEID Het restaurant is al twaalf jaar een vertrouwd begrip in de regio en werkt samen met CLB Group voor hun loonbeheer. Louis benadrukt dat deze samenwerking niet alleen de administratieve processen vereenvoudigt, maar ook bijdraagt aan een gevoel van vertrouwen en zekerheid in zijn dagelijkse bedrijfsvoering. PERSOONLIJKE AANDACHT EN FLEXIBILITEIT Louis waardeert vooral de persoonlijke aanpak van CLB Group. “Bij CLB heb ik een vaste contactpersoon die steeds bereikbaar is en flexibel omgaat met afspraken. Die ondersteuning geeft Restaurant Oud Gerechtshof me de gemoedsrust die ik nodig heb om me te focussen op de dagelijkse werking van mijn restaurant,” vertelt hij. Een bijkomend voordeel is volgens Louis het lokale karakter van CLB Group. “Omdat ze hier in Limburg gevestigd zijn, begrijpen ze de specifieke noden van ondernemers in de regio veel beter. Die lokale verankering draagt bij aan hun persoonlijke aanpak, waardoor we snel en efficiënt kunnen schakelen.” Dankzij zijn positieve ervaringen beveelt Louis CLB Group dan ook met overtuiging aan bij andere ondernemers. Onder de Linden 5 - Oud-Rekem - 0478 17 92 07 - info@oudgerechtshof.be - www.oudgerechtshof.be Louis Janssen, zaakvoerder van het Oud Gerechtshof in Oud-Rekem deelt graag zijn positieve ervaringen over de samenwerking met CLB Group. Een waardevolle samenwerking die steunt op efficiëntie. zaakvoerder Louis Janssen KLANT AAN HET WOORD 17
Zorg ervoor dat je een oogmasker, een nekkussentje en oordopjes bij de hand hebt als je een dutje zou willen doen. 18 EXTERNE PREVENTIE
Vlieg met me mee naar de regenboog! In dit artikel bekijken we welke gezondheidsrisico’s dit vliegen kan opleveren. Niet alleen wat je er van kan oplopen, maar ook welke invloed vliegen kan hebben op bestaande aandoeningen en met welke aandoeningen je beter niet vliegt. Over de veiligheidsrisico’s gaan we het niet hebben. Als men kijkt naar het aantal ongevallen in functie van de afgelegde kilometers is het vliegtuig immers met voorsprong het veiligste vervoermiddel. Neemt men de reistijd als basis, dan eindigt het vliegtuig nog altijd op de derde plaats, na de bus en de trein. Wat zijn de risico’s van vliegtuigreizen en wat kan je er tegen doen? PROBLEMEN VAN NEUS, KEEL EN OREN Op 10 km hoogte is de luchtdruk zeer laag. De druk in een vliegtuig moet daarom kunstmatig op een min of meer normaal peil gehouden worden. De cabinedruk is meestal lager dan de druk die we gewoon waren toen we nog met onze benen op de grond stonden. De druk in een vliegtuig is te vergelijken met de luchtdruk op ongeveer 2.000 meter hoogte. Tijdens het opstijgen en het dalen kan deze druk sterke schommelingen ondergaan. Naast een lichte daling van het zuurstofgehalte in het bloed zullen deze schommelingen zich voornamelijk manifesteren in afgesloten holtes van ons lichaam. Typisch hiervoor zijn het middenoor en de sinussen. De druk in deze holtes wordt normaal gelijk gehouden met de omgevingsdruk. Bij een verkoudheid, maar ook in normale omstandigheden heeft het lichaam soms moeite om dit drukevenwicht te behouden. Dit resulteert in een over- of een onderdruk (afhankelijk of je opstijgt of landt). Hetzelfde kan zich voordoen bij luchtholtes in tanden (bij slechte vullingen of lucht die gevangen zit onder een tand). De klassieke middeltjes zoals snoep of kauwgum volstaan meestal om het probleem op te lossen. In sommige gevallen kunnen neusdruppels of ontstekingsremmende middelen nodig zijn. Raadpleeg daarvoor best je huisarts. ONGEMAKKEN EN PROBLEMEN GERELATEERD AAN DE LUCHTVOCHTIGHEID Naast de druk is ook de luchtvochtigheid in een vliegtuig vaak extreem laag. Een relatieve luchtvochtigheid van 20% of minder is geen uitzondering. Als we weten dat een comfortabele waarde tussen de 40 en 60% ligt, is het goed te begrijpen dat we problemen mogen verwachten. Huid en slijmvliezen zullen uitdrogen: droge huid, jeuk, gebarsten lippen en droge keel kan het gevolg zijn. Voldoende vochtopname, een vochtinbrengende huidcrème en lippenbalsem kunnen soelaas bieden. Alcohol en caffeïnehoudende dranken zijn dan weer te vermijden omdat ze vochtafdrijvend werken en het probleem nog kunnen verergeren. HET ECONOMY CLASS-SYNDROOM Waar de problemen gerelateerd aan lage luchtdruk of luchtvochtigheid nog relatief onschuldig zijn, is het anders gesteld met het probleem dat wel eens het economy-class-syndroom genoemd wordt. Omdat in economy class de zitruimte vaak (zeer) beperkt is, kan men zijn benen quasi niet bewegen terwijl men in zijn stoel zit. Omdat het terugvloeien van het bloed van de voeten en de benen naar het hart toe moeilijk tot slecht loopt, kunnen er zich bloedstolsels vormen: trombi. Deze stolsels of trombi kunnen in tweede instantie loskomen van de bloedvatwand. Dergelijke stolsels, die zich doorheen de bloedbaan verplaatsen, noemen we dan weer embolen. Zo’n embool kan op eender welke plaats in het lichaam komen vast te zitten en daar, door de verstopping van het bloedvat, zuurstoftekort veroorzaken. Het meest bekend zijn wel longembolen. Het economy class-syndroom doet zich voornamelijk op langere (meer dan 5 uur) vluchten voor. De maatregelen om problemen te voorkomen: • Draag losse en comfortabele kledij; • Sta ieder uur eens op en wandel even door het vliegtuig; • Plaats geen bagage onder de zetel voor je. Op deze manier kan je je benen misschien nog een beetje strekken en wat oefeningen doen (met je voeten en je enkels); • Zorg ervoor dat je voldoende drinkt; • Gebruik weinig of geen caffeïne-houdende of alcoholische dranken; • Gebruik eventueel compressiekousen. Zorg er wel voor dat ze niet te strak zitten; anders kunnen ze het ontstaan van bloedklonters juist in de hand werken; • Overleg eventueel met je huisarts of bloedverdunners voor jou aangewezen kunnen zijn. We vliegen uiteraard niet naar de regenboog, maar wel naar alle mogelijke andere kanten van de wereld. Vliegreizen zijn al lang niet meer het exclusieve domein van de hogere klasse. Vorig jaar namen naar schatting 5 miljard mensen het vliegtuig. Per dag vliegen er wereldwijd zo’n 150.000 tot 250.000 vliegtuigen door het zwerk. Dat betekent dat ongeveer iedere seconde 2 vliegtuigen opstijgen (en hopelijk ook landen natuurlijk). Ieder ogenblik van de dag zouden er zo’n 11.000 vliegtuigen in de lucht hangen. Allemaal duizelingwekkende cijfers die aantonen dat vliegen heel gewoon geworden is. 19 EXTERNE PREVENTIE
BESMETTELIJKE ZIEKTES Tijdens de coronapandemie hebben we geleerd dat besmettelijke ziektes zich in een vliegtuig gemakkelijk verspreiden. We zitten immers met soms enkele honderden mensen gedurende verschillende uren in een afgesloten ruimte. De meeste moderne vliegtuigen - maar ook weer niet allemaal - zijn tegenwoordig uitgerust met een zeer performant ventilatiesysteem. De cabinelucht wordt continu gefilterd door HEPA-filters (High Efficiency Particulate Air Filter). De gefilterde lucht wordt aangevuld met lucht die van buiten het vliegtuig wordt aangezogen. Deze mengeling van gefilterde (40%) en verse (60%) lucht wordt vanuit het plafond met een snelheid van 1 m/s in de cabine gebracht. Onder de stoelen aan de raamzijde wordt de lucht dan weer afgevoerd. De HEPA-filters verwijderen bijna alle (99.97%) van de deeltjes van meer dan 0.3 micron. Door deze maatregelen zijn de meeste vliegtuigcabines als relatief veilig te beschouwen (veiliger dan andere afgesloten ruimtes alleszins). Ondanks dit alles kan het natuurlijk zijn dat je lucht inademt die (nog) niet door de filter gegaan is. De uitademlucht van je buur bijvoorbeeld. Het systeem van luchtfiltering en verversing werkt trouwens pas goed als het toestel in de lucht is. De periode tussen het binnenkomen van het vliegtuig en het ‘airborn’ zijn blijft dus een risico. Wanneer je een infectieus ademhalingsprobleem hebt reis je misschien beter niet. Als het dan toch moet, dan liefst met een FFP2-masker. Dit laatste geldt ook wanneer je zelf een precaire gezondheid hebt en beter niet ziek wordt. MET WELKE AANDOENINGEN VLIEG JE BETER NIET? • Logischerwijze vlieg je misschien beter niet als je al een aandoening hebt die je ook kan krijgen door te vliegen. Maar ook hierin bestaan natuurlijk gradaties. Anderzijds bestaan er een aantal aandoeningen waarmee je van de meeste luchtvaartmaatschappijen niet mag vliegen. • Een recente hersenbloeding: veel hangt natuurlijk af van de aard en de grootte van de beroerte, maar algemeen wordt aanbevolen de eerste 2 weken na een hersenbloeding niet te vliegen. Deze periode kan oplopen tot meerdere maanden in geval van ernstigere bloedingen. De neuroloog zal in deze adviseren. • Infectieziekten, zoals waterpokken, griep of COVID. Enerzijds om de ziekte niet negatief te beïnvloeden en anderzijds, en zeker zo belangrijk, om andere passagiers niet te besmetten; • Zwangerschap: hier gaat het natuurlijk zowel over de gezondheid van de zwangere vrouw als van haar baby. Je wil natuurlijk niet dat het vliegtuig een noodlanding moet maken en dat je moet bevallen in een land waar geen hoogwaardige zorg aanwezig is. De meeste luchtvaartmaatschappijen staan geen reizen meer toe na 36 weken zwangerschap bij een enkelvoudige zwangerschap en na 32 weken bij een meervoudige zwangerschap. Meestal eist men bij een zwangerschap die verder is dan 28 weken een verklaring dat alles zonder complicaties verloopt (met inbegrip van de verwachte bevallingsdatum). • Kinderen maken best geen vliegreizen gedurende de eerste 48 uren van hun leven; voor prematuren wordt deze periode best wat langer genomen. Ook hier weer te bespreken met de huisarts of pediater. • Hartklachten: ook hier weer hangt veel af van de aard en de ernst van de aandoening. Sommige hartaandoeningen maken vliegen onverantwoord, anderen vormen geen bezwaar. De patiënt bespreekt dit best met zijn/haar cardioloog. Soms heeft men een medische verklaring (‘fit to fly’) nodig vooraleer men aan boord kan (bijv. als men zuurstof nodig heeft tijdens de reis). Een pacemaker of een ICD (Implanteerbare Cardioverter Defibrillator) geeft voornamelijk aanleiding tot problemen bij de veiligheidscontrole. Men gaat best niet door de metaaldetectoren maar vraagt om handmatig gecontroleerd te worden. • Neus-, keel- en ooraandoeningen: een gewone oorontsteking vormt niet echt een contra-indicatie, maar men neemt toch best zijn voorzorgen (neusdruppels, snoepjes…). Na een operatie aan het middenoor wordt aangeraden minsten 2 à 4 weken niet te vliegen. • Ernstige COPD (zuurstofsaturatie < 95%) of andere longziektes kunnen het gebruik van zuurstof tijdens de vlucht noodzakelijk maken. Overleg dit met je arts en contacteer ook de luchtvaartmaatschappij i.v.m. de modaliteiten. • Een recente operatie of verwonding waarbij er lucht of gas in het lichaam zit opgesloten kan een tegenindicatie vormen. • Ernstige langdurige geestesziekten of psychotische aandoeningen • Type I diabetespatiënten of Type II patiënten die afhankelijk zijn van insuline-injecties moeten ervoor zorgen dat ze voldoende medicatie mee aan boord hebben. Zorg er ook voor dat je tussendoortjes bij de hand hebt als de maaltijden wat lang op zich zouden laten wachten. Bij reizen die verschillende tijdzones overschrijden is het instellen van het juiste schema niet altijd kinderspel. HOE SLAAP JE HET BEST OP EEN VLIEGTUIG? Tenzij men de luxe heeft om business of first class te vliegen valt slapen in een vliegtuig niet altijd mee. Zeker niet als men groter dan pakweg 1.80 m. is. Als men verschillende tijdszones overschrijdt, en zeker als men van west naar oost vliegt wordt de cabine soms verduistert op een vroeger moment dan wanneer men normaal zou gaan slapen. Met een beetje slaaptekort op 20 EXTERNE PREVENTIE
RkJQdWJsaXNoZXIy MzcyMTQ3